Hans Baaij (directeur Varkens in Nood) wees er donderdag op dat supermarkten zo veel mogelijk proberen buiten deze discussie te blijven. Maar juist vanwege hun inkoopkracht kunnen ze volgens hem op korte termijn iets te doen „aan het belabberde leven van de dieren waarvan de producten in hun schappen belanden".Het zou de eerste keer zijn dat supermarkten om deze reden worden gedaagd. Varkens in Nood bepleitte eerder een onmiddellijk einde aan het castreren van de biggen, omdat onderzoek uitwees dat er helemaal geen wetenschappelijke onderbouwing is voor de ingreep, die gebeurt omdat het vlees anders in de pan zou kunnen gaan stinken.

De kans op die berengeur blijkt volgens onderzoek veel minder groot dan eerder werd aangenomen. Varkens in Nood denkt dat een consument de kans loopt eens in de dertig jaar vlees met berengeur te treffen. Baaij vindt daarom dat supermarkten niet op de oude voet kunnen doorgaan. „Ze kennen dit wetenschappelijke bewijs, maar negeren liever het lot van miljoenen biggen dan ook maar het geringste risico te lopen dat een consument zal klagen vanwege een stinkend stukje vlees".

Baaij spreekt deze drie supermarkten aan, omdat zij de meeste verantwoordelijkheid dragen voor de manier waarop varkens in Nederland worden gehouden. „AH is de grootste keten van Nederland en C1000 de grootste slager. Beide ketens doen vrijwel niets extra’s aan dierenwelzijn. Via Lidl, dat even passief is op het gebied van dierenwelzijn, hopen we ook Duitsland te bereiken".

Het kan ook anders, zegt hij, wijzend op supermarktketen COOP, LaPlace en McDonald’s, waar alleen varkensvlees van niet-gecastreerde dieren wordt verkocht. „Bij Varkens in Nood hebben zich inmiddels ook andere supermarktketens aangemeld die willen stoppen".

Organisaties als de Dierenbescherming, LTO en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) willen ook af van het castreren van biggen. Ze wezen eerder op de afspraken die zijn gemaakt om tot het zover is, verdoofd te gaan castreren.