Kerk & religie

„Je moet jezelf als vrouw steeds opscherpen”

Ze is 61 jaar en in de hervormde vrouwenbond is afgesproken dat bestuursleden boven de 60 jaar zich niet meer herkiesbaar stellen. „Daar sta ik nog steeds achter. Als je het goed wilt doen, moet je je voor zo’n functie helemaal inzetten. Je moet fit en fris zijn. En ik ben gelukkig nog fit. En ook nog wel fris, vind ik zelf. Ik loop echt niet achter, maar ik ben natuurlijk niet jong meer.”

W. H. van Egdom
24 September 2008 09:02Gewijzigd op 14 November 2020 06:25
BARNEVELD – Mevrouw M. H. Guijt Guijt neemt morgen afscheid als presidente van de hervormde vrouwenbond. „Er zullen best weer dingen op m’n weg komen.” Foto RD, Anton Dommerholt
BARNEVELD – Mevrouw M. H. Guijt Guijt neemt morgen afscheid als presidente van de hervormde vrouwenbond. „Er zullen best weer dingen op m’n weg komen.” Foto RD, Anton Dommerholt

M. H. Guijt-Guijt staat op het punt om, samen met haar man, van het midden van het land te verhuizen naar Katwijk aan Zee. De verhuisdozen staan al klaar in de Barneveldse woning. „We komen uit Katwijk en dat blijft toch trekken. Al zullen we daar ongetwijfeld dingen missen die we hier hadden en daar niet. Zo gaat dat.”Barneveld ligt centraal in het land en was de afgelopen jaren als woonplaats erg handig voor mevrouw Guijt. „Je hebt als presidente van een landelijke bond natuurlijk overal in het land vergaderingen.” Lachend: „Maar eigenlijk ben ik gewoon m’n man gevolgd vanuit Katwijk. Hij kreeg hier werk en dan ga je mee. Dat is geen onderwerp van discussie geweest. Wat dat betreft, ben ik nog van de oude stempel en niet erg geëmancipeerd.”

Emancipatie
Toen ze in 1991 tot presidente van de hervormde vrouwenbond werd gekozen, rolde ze direct al in het onderwerp emancipatie. „Ik heb toen een soort brochure geschreven tegen het overheidsstreven om vrouwen zelfstandiger te maken, in die zin dat ze in hun eigen levensonderhoud zouden moeten kunnen voorzien. Dat viel niet bij iedereen in goede aarde, destijds. Ze vonden me toen al ouderwets en dachten dat ik de vrouw thuis wilde laten zitten. Dat mag je tegenwoordig al helemaal niet meer zeggen. Maar het ging me er destijds om dat ik mensen wilde laten nadenken. Juist ook over de grote invloed die de overheid krijgt op onze kinderen omdat zij al jong moeten worden uitbesteed als moeder gaat werken. Ik heb toen gewaarschuwd dat er een tijd zou komen dat de overheid onze vrouwen zou verplichten om te werken. Ik constateer nu dat die verplichting helemaal niet nodig is omdat het al gemeengoed is. Ook onder ons.”

In haar functie van voorzitter van de vrouwenbond leidde ze tientallen vergaderingen. „In kleiner verband, maar ook de jaarlijks bondsdagen. Als ik dat podium op moest, voel ik me altijd heel klein. „Maar ik doe het graag. Ik heb ontzettend veel van de Heere gekregen. Toen me gevraagd werd of ik me kandidaat wilde stellen voor een bestuursfunctie, was dat voor mij ook een soort roeping. Ik vond dat ik niet voor deze functie mocht weglopen.”

Tot januari van dit jaar was ze eindredactrice van De Hervormde Vrouw. „Ontzettend veel werk, maar ook erg leuk. Ik doe dat graag. Schrijven, redigeren. Nadenken over het onderwerp van de Bijbelstudie van een nieuw seizoen. Want je ziet gewoon dat zo’n onderwerp dan vaak ook in de gemeenten gaat leven. We hebben ooit een jaar lang een Bijbelstudie gehad over de offers in het Oude Testament. Best pittige stof. Maar als je hoort dat predikanten deze Bijbelstudie aangrepen als stof voor de preek, dan is dat toch goed.”

Huishouden
De scheuring in hervormde kring van 2004, die later ook doorwerkte in de hervormde vrouwenbond, heeft haar pijn gedaan. „We hebben er als bestuur echt alles aan gedaan om een bond te zijn en te blijven voor alle hervormde vrouwen in het land. Maar helaas is het anders gelopen.”

De scheuring leidde ook tot ledenverlies voor de vrouwenbond. „We zaten ooit op zo’n 11.000 leden en we zitten nu op 9770. Ons blad, De Hervormde Vrouw, wordt door zo’n 10.000 abonnees gelezen. Dat is best veel. Daarom is het samenstellen van zo’n blad van groot belang.”

Ze heeft nooit overwogen om alleen het presidentschap neer te leggen en toch in het bestuur te blijven. „Je moet je opvolger niet voor de voeten lopen. Dat wil ik ook niet.”

„Wat ik nu ga doen? Nou, het huishouden heeft nooit zo m’n hart gehad. Ik doe het wel, natuurlijk. Maar ik kan er niet een hele avond over praten. Er zullen best weer dingen op m’n weg komen. Ik vind het belangrijk dat juist christenvrouwen met elkaar in contact blijven. Met elkaar nadenken over allerlei vraagstukken. Dat is hard nodig. Want als vrouw moet je jezelf steeds weer opscherpen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer