Werfeigenaar hoort vijf jaar eisen
Tegen de eigenaar van de scheepswerf in het Drentse De Punt waar op 9 mei bij een brand drie brandweerlieden om het leven kwamen, is dinsdag voor de rechtbank in Assen vijf jaar cel geëist. De officier van justitie acht bewezen dat door het handelen van de 53-jarige W.B. de fatale brand heeft kunnen ontstaan.
B. zou daags tevoren gemanipuleerde stoppen in de meterkast hebben gedraaid, omdat de stroom steeds uitviel. In de lezing van het Openbaar Ministerie is de brand in de meterkast ontstaan. Twee dagen eerder ontstond daarin ook al brand. B. wist daarom volgens de officier wat de gevolgen waren van zijn geknoei en kan zich de dood van de brandweerlieden aantrekken.De werfeigenaar ontkent in alle toonaarden. Hij zegt nog nooit gemanipuleerde stoppen te hebben gezien. Volgens zijn raadsman Niek Heidanus is er geen enkel bewijs dat zijn cliënt die stoppen er heeft ingedraaid. Hij trekt getuigenverklaringen daarover in twijfel.
Bovendien is het volgens de advocaat de vraag of de tweede brand is veroorzaakt door gemanipuleerde stoppen, die overigens in de puinhopen zijn gevonden. Uit een contra-expertise blijkt in de lezing van de raadsman dat het veel waarschijnlijker is dat de fatale brand is ontstaan door verkeerd uitgevoerde noodreparatie door de installateur.
De verdediging voerde verder aan dat niet is bewezen dat het B. was die de stoppen plaatste, omdat allerlei medewerkers, klanten en andere mensen uit de omgeving ook toegang tot loods en meterkast hadden. Hij haalde tot slot een onderzoek aan waaruit blijkt dat brandweerlieden op die fatale dag nooit naar binnen hadden moeten gaan, nadat verscheidene mensen hadden gezegd dat er niemand meer in de loods was. Dat zou ook de schuld van B. uitsluiten.
Binnen werden de drie verrast door een explosie, veroorzaakt door een wolk van brandbaar gas, die zich in een dakkoepel had opgehoopt. B. was tijdens de zitting erg geëmotioneerd. Hij zei zich moreel verantwoordelijk te voelen, maar riep bij het verlaten van de zaal huilend onschuldig te zijn.
De rechtbank doet op 7 oktober uitspraak. De rechtbankvoorzitter tekende echter aan dat mogelijk binnen twee dagen vervroegd vonnis wordt gewezen.