Binnenland

„Evacuatie was deportatie”

De Nederlandse bataljonsleiding heeft voor en tijdens de val van de enclave Srebrenica niet voldoende beseft dat de Bosnische Serviërs vooral jacht maakten op moslimmannen. Tweede luitenant J. Rutten zei dat maandag voor de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica.

ANP
11 November 2002 16:14Gewijzigd op 13 November 2020 23:56

Rutten, die bekendheid verwierf door een mislukt fotorolletje, was kwaad dat de leiding niets wilde inbrengen tegen de evacuatie van de vluchtelingen door de Bosnische Serviërs. „Het was een deportatie. Er is geen ander woord voor”, aldus Rutten.

Bij die deportatie kwam Rutten in aanvaring met pelotonscommandant Van Duijn, die dat proces in goede banen wilde leiden. Enige uren tevoren had Rutten foto’s gemaakt van negen doodgeschoten mannen. Hij zei zich moeilijk te kunnen voorstellen dat Van Duijn handelde op gezag van de bataljonsleiding.

Volgens Rutten hadden de Nederlandse militairen zich op dat moment moeten beperken tot het zo goed mogelijk waarnemen van de situatie, in plaats van hulp te bieden. Hij was ook teleurgesteld over het optreden van generaal Couzy, de bevelhebber van de landstrijdkrachten, op 23 juli 1995 in Zagreb. De generaal weigerde gewag te maken van de genocide die in de enclave had plaatsgevonden, terwijl hij er genoeg aanwijzingen voor had gekregen, aldus de luitenant.

Rutten en ook Van Duijn, die in de ochtenduren door de commissie was ondervraagd, waren zeer ontevreden over de zogeheten debriefing, enige weken na de val van de enclave. Beiden hadden aanvankelijk geen verslag gezien dat op grond van hun ervaringen was opgemaakt. Later bleek dat er veel onjuistheden in de eindrapporten waren te vinden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer