Politie moet zich tot eigen taak beperken
De eigenlijke taak van de politie -het beschermen van burgers- mag niet overwoekerd worden door allerlei neventaken zoals voorlichting geven of de orde handhaven bij voetbalwedstrijden, schrijft ds. J. J. Tigchelaar. Pas dan kan het voortdurende straatgeweld effectief aangepakt worden.
De politie en de rechterlijke macht liggen onder vuur en staan in de schijnwerpers. Het handhaven van de openbare orde en de rechtspraak is door een vermoorde politicus boven aan op de agenda van bijna alle politieke partijen gekomen. Bijzonder in het oog springend is de klacht over straatgeweld en de beste aanpak daarvan. Nauw daarmee verbonden is het gevoel van onveiligheid dat wordt ervaren. Met de roep om meer ”blauw” op straat zijn we er niet. Er is meer nodig.
De Nederlandse Geloofsbelijdenis stelt dat het tot het ambt van de overheid behoort „te waken over de Politie.” Politie betekent hier de staatsinrichting en de wetten, maar onderdeel daarvan is stellig wat we tegenwoordig onder de politie verstaan.
Waartoe dient de politie?
Is de politie er voor de burgers of zijn de burgers er voor de politie? De politie heeft een dienende taak: ze is er voor de veiligheid van de burgers en de orde in de samenleving. Daarom mag de politie niet meedoen met bepaalde gewoontes in het bedrijfsleven, zoals het bouwen van prestigieuze gebouwen en kantoren, imagebuilding en dergelijke geldverslindende projecten.
Moet de politie verder een afschaduwing van de samenleving zijn, en daarom per se vrouwen, gehandicapten, allochtonen en homo’s onder haar gelederen tellen? Is het haar taak de vigerende politiek-correcte stokpaardjes te volgen? Burgers hebben geen behoefte aan modieus-correct gedrag. Ze willen dat het straatgeweld wordt aangepakt. En daaraan schort het. Hoe komt dat?
Er is de voortdurende klacht over te weinig geld. Toch hebben ruimere toezeggingen bitter weinig opgeleverd. Is de besteding wel altijd efficiënt en controleerbaar? Bureaucratie kan een doel in zichzelf worden. Dat geldt ook het gevangeniswezen (te weinig cellen en bewakers) en de rechterlijke macht (veel zaken worden niet behandeld).
De politie heeft te veel taken. Daarover zal de overheid moeten waken. Als andere diensten falen, moet de politie niet met de brokken worden opgescheept. Het is bekend dat de zorg en opvang van psychisch gehandicapten en verslaafden tijdens het paarse bewind tekortschoot. Nu zit de politie met de ellende. Van de politie wordt verwacht dat zij allerlei vormen van voorlichting, opvoeding en begeleiding verzorgt. Voetbalwedstrijden -dikwijls op zondag- vragen een enorme inzet van personeel in en rond de stadions. Dit gaat weer ten koste van het eigenlijke werk.
Er is te weinig instroom van goed personeel. Vroeger genoot een politiefunctionaris een redelijke mate van respect. Nu wordt hij uitgescholden, bespuugd en bedreigd. Dan is het ook aantrekkelijker achter een bureau met een computer te zitten dan de straat op te gaan. Vanouds trok de politie mensen uit gezagsgetrouwe -vaak kerkelijke- kringen, maar ook dat is afgenomen. Dienstverlening bij politie, de zorg en het onderwijs is ook in kerkelijke kringen vervangen door meer lucratieve banen.
Straatgeweld
Ondertussen gaat het straatgeweld door. Daarbij speelt de sociale cohesie ook een rol. Er is weinig betrokkenheid en hulpvaardigheid. Men staat erbij en kijkt ernaar. Getuigen zijn vaak bang naar voren te komen en een belastende verklaring af te leggen. Wat gebeurt er met hun verhaal? Zullen de aangeklaagden en hun achterban op hun beurt geen verhaal halen?
In Venlo werden bij doodslag op straat de toekijkende, niet-ingrijpende omstanders berispt. Bij een gewapende overval op een supermarkt werden twee personeelsleden vanwege een gebroken neus van de overvaller voor de rechter gedaagd. Die dagvaarding was er al voordat justitie tot haar blijdschap ontdekte dat een van de dapperen al eens eerder bij geweldpleging was betrokken geweest.
Het recht mag je niet in eigen hand nemen, wordt dan gezegd. Dat is waar. Maar die uitspraak veronderstelt tevens dat de rechterlijke macht het recht wel handhaaft. En daar mankeert het geweldig aan. Slechts een zeer klein percentage van de door de burgers aangemelde klachten wordt in behandeling genomen. Openlijk wordt aangegeven welke zaken de politie niet meer in behandeling neemt - bijna een vrijbrief om straatgeweld te plegen. In schril contrast daarmee is de volharding waarmee mensen die iets te snel rijden, worden vervolgd.
Is er dan geen oplossing?
Opvoeding
In de streek van Duitsland net over de grens is de situatie vergelijkbaar. Het percentage aanhoudingen en oplossingen van misdaden ligt echter veel hoger. Elke klacht moet daar behandeld worden en mag niet in een la verdwijnen. Verder heeft de politie niet allerlei nevenactiviteiten, zoals voorlichting op scholen en opvang van verslaafden. Laat daarom sportorganisaties zelf voor de ordehandhaving zorgen en deze betalen. Het is immers een bekend feit dat het hebben van veel taken de kwalijke mogelijkheid biedt zelf een keuze te maken uit wat aantrekkelijk is en wat niet. En dan is er altijd een excuus voor wat niet wordt gedaan.
In breder verband speelt ook de opvoeding een rol. Een hachelijke zaak in een samenleving waar -beide of alleenstaande- ouders door arbeid en hobby’s steeds minder aandacht aan de opvoeding van hun kinderen kunnen of willen geven. En dat in een tijd waarin de waarden en normen vervaagd zijn. Waar geen respect voor God meer is, zal dit voor Zijn schepsel, de medemens, ook verdwijnen. Respect voor anderen is vervangen door de leus: je moet maar doen wat je zelf leuk vindt. Erger nog is de moderne invulling van de assertiviteit. Wanneer iemand je beschuldigend aankijkt of je op je fouten wijst, mag je je beledigd voelen en verhaal halen. En dat komt niet alleen bij bepaalde allochtonen voor: juist vanwege de verdorvenheid van het menselijk geslacht zijn er overheden en politie. We kunnen echt niet meer uitgaan van de domme humanistische of socialistische gedachte dat elk mens van nature goed is.
Overheden en politie zijn er juist om de ongebondenheid der mensen te bedwingen en ervoor te zorgen dat alles naar recht en regel onder de mensen toegaat. Daarom worden we door de apostel opgeroepen om voor hen te bidden, opdat wij „een gerust en stil leven” mogen hebben. Of, met de psalmist: dat er „geen inbreuk noch uitval, noch gekrijs zij op onze straten.”
De auteur is oud-leger- en oud-zendingspredikant.