’Harde voorwaarden aan Europees aanhoudingsbevel’
Minister Korthals van Justitie zal donderdag in Brussel hoogstwaarschijnlijk niet instemmen met het Europese aanhoudingsbevel als de Nederlandse voorwaarden niet worden ingewilligd. Korthals wil dat Nederland geen verdachten hoeft uit te leveren aan andere EU–landen wanneer een delict op Nederlands grondgebied is gepleegd.
„Dat is een heel hard punt”, zei Korthals woensdag tijdens een debat in de Tweede Kamer. Mochten de andere landen niet akkoord gaan met deze voorwaarde, dan kan hij zijn veto uitspreken over het voorstel. „Maar zover zijn we nog niet.” Momenteel is iets meer dan de helft van de EU–lidstaten voorstander van de Nederlandse inzet, denkt Korthals. Dit laat onverlet dat een „aantal hele zware jongens” nog over de streep moeten worden getrokken.
Ook de Eerste en Tweede Kamer willen dat een EU–land een verzoek tot arrestatie kan weigeren wanneer een misdrijf op eigen bodem is gepleegd. Voor Nederland is dit van belang, omdat hier liberale wetten vooral op het gebied van softdrugs en euthanasie gelden. Zonder de Nederlandse voorwaarde zou bijvoorbeeld Duitsland aanhouding kunnen bevelen van een arts die in Nederland euthanasie pleegt. De senaat heeft woensdag al een formeel voorbehoud gemaakt; de Tweede Kamer heeft die zorg donderdag alleen uitgesproken. Het parlement kan zich wel vinden in de voorstellen die op tafel liggen om te komen tot een gezamenlijke definitie van terrorisme.
De Europese ministers van Justitie spreken donderdag en vrijdag in Brussel over deze onderwerpen. De politieke druk om dan tot een akkoord te komen is hoog, omdat deze twee besluiten worden gezien als belangrijk instrumenten bij de bestrijding van terrorisme. Mochten de ministers van Justitie er deze week niet uitkomen, dan zullen de onderwerpen opnieuw aan de orde komen op de EU–top van 14 en 15 december in Laken (België).
Zover wil Korthals het echter niet laten komen. „Het zou wat betreft de publieke opinie geen goede zaak zijn wanneer we er niet in slagen een akkoord te bereiken. Na de aanslagen op 11 september is afgesproken dat we prioriteit zouden geven aan de besluitvorming.” Hij denkt dat de zaak er voor Nederland niet beter op wordt wanneer de regeringsleiders het definitieve besluit nemen.