Politieke discussie over reddingsplan VS
In Washington zijn vandaag de onderhandelingen begonnen over het reddingsplan dat de regering-Bush eind vorige week presenteerde om de financiële crisis op te lossen.
Minister van Financiën Henry Paulson denkt 700 miljard dollar nodig te hebben om banken van hun „besmette” portefeuilles af te helpen. „Het kan minder zijn, maar het kan ook zijn dat we meer geld nodig hebben”, aldus Paulson gisteren tegenover CBS-News.Een „verbijsterend bedrag” noemde Democratisch presidentskandidaat Barack Obama dat, maar hij beloofde de medewerking van zijn partij om de crisis zo snel mogelijk op te lossen. Daarbij zijn Democraten noch Republikeinen bereid om de regering-Bush een blanco volmacht te geven. „Er moet een strikt toezicht van het parlement komen op de manier waarop het ministerie van Financiën dit gaat regelen”, aldus Obama’s Republikeinse rivaal John McCain.
Verder wijzen de Democraten erop dat het plan van de regering Bush wel bedreigde banken een helpende hand toesteekt, maar in feite weinig doet voor de talloze huiseigenaren die de dupe zijn geworden van de hypotheek-annex kredietcrisis. „Voormalig bankier Henry Paulson heeft wel een reddingsplan voor z’n vroegere collega’s opgesteld, maar de bedreigde huiseigenaar en mensen die door de ingezakte economie hun baan kwijtraakten zijn vergeten”, meent Democratisch senator Charles Schumer.
De Democraten willen daarom opnieuw aandacht voor een plan dat eerder door een dreigend veto van president Bush werd getorpedeerd. Dat voorziet in hulp voor huiseigenaren, geld voor openbare werken zoals verbetering van de infrastructuur om de werkgelegenheid te verbeteren en uitbreiding van de werkloosheidsuitkeringen. Daarvoor moet 50 miljard dollar uitgetrokken worden. „Dat is niets vergeleken bij de hoeveelheid geld die de regering-Bush overheeft voor het redden van bedreigde banken”, zegt Schumer.
Voor die laatste operatie is al meer dan 1 biljoen (miljoen maal miljoen) dollar uitgetrokken. Het begon in maart met 29 miljard dollar aan belastinggeld voor de overname van Bear Stearns. Vervolgens stelde Washington 200 miljard beschikbaar voor overname door de overheid van de controle over de hypotheekgiganten Fannie Mae en Freddie Mac en daarna nog eens 85 miljoen voor de overname van verzekeraar AIG. Telt men daar de 700 miljard bij op die Paulson nu vraagt voor sanering van de banksector, dan komt dat neer op 1,014 biljoen dollar.
Dat bedrag wordt zeker hoger, nu Washington zich gisteren bereid verklaarde om eventueel ook buitenlandse banken uit de brand te helpen. Daarmee wordt het financieringstekort voor het volgende fiscale jaar -voorlopig geraamd op 500 miljard dollar- zeker verdrievoudigd. Daar komt nog een verzekering bij van 50 miljard dollar voor zogeheten moneymarketfondsen plus brugkredieten voor commerciële banken om -aldus Paulson- „het bevroren banksysteem weer op gang te krijgen.”
Een van de belangrijkste redenen waarom Paulson vorige week aan de noodrem trok, was het feit dat banken zo bang waren voor elkaars besmette portefeuilles, dat zij elkaar geen geld meer leenden. „Daardoor liep de financiële machine van onze economie in feite vast. Dat was het noodsignaal voor Paulson om in actie te komen”, zegt marktanalist Dana Johnson van Banc One Capital Markets in Chicago.
Paulson drong gisteren aan op haast, omdat de tijd dringt. Hij hoopt dat de politieke partijen de komende dagen „niet te veel tijd verspillen aan details.”
Een van die details is de eis van beide partijen dat er gekeken wordt naar de salarissen van de topmensen van de banken die een beroep doen op het hulpplan van de regering. Verder wil men weten hoe het ministerie van Financiën ”besmette” portefeuilles gaat opkopen, tegen welke prijs en wat daar vervolgens mee wordt gedaan. En als na herstel van de markt die besmette portefeuilles van de hand gedaan kunnen worden, waar gaan de opbrengsten dan naartoe?
Vragen waarop Paulson tot nu toe nog geen antwoord heeft gegeven.