Dat werd zaterdag bekendgemaakt tijdens de tweede landelijke zendingsdag van de HHK, die in het gebouw van het Van Lodensteincollege te Amersfoort gehouden werd.De HHK bedrijft zending in het Afrikaanse land Malawi. Ds. R. J. Oomen geeft theologisch onderwijs aan studenten en ouderlingen van de Reformed Presbyterian Church of Malawi (RPC). Daarnaast adviseert hij de gemeenten en evangeliseert hij.

Ds. Oomen vertelde dat het werk goede voortgang heeft na een aantal jaren met veel problemen. De in 1985 ontstane kerk heeft in 2005 haar eerste synode gehouden. In 2006 werd een kerkorde aangenomen. De RPC telt 160 gemeenten en ongeveer 17.000 leden, maar heeft slechts één predikant: ds. N. K. Banda.

Om deze leemte op te vullen, startte ds. Oomen vorig jaar met theologisch onderwijs aan zeventien studenten, die over een jaar afgestudeerd kunnen zijn als evangelist. Om predikant te worden, moeten ze verder studeren.

De commissie zending van de HHK ziet graag dat alle gemeenten een predikant krijgen, maar het opleidingsniveau is erg laag. Slechts weinig Malawianen hebben een middelbare schoolopleiding.

Om het algemene onderwijspeil van jongeren van de RPC op een hoger plan te brengen, denkt de commissie aan het stichten van een middelbare school. Commissielid O. de Leeuw deelde mee dat daarvoor wel eerst de goedkeuring van de hersteld hervormde synode en de synode van de RPC nodig is. Als dat lukt, zou de school in 2010 kunnen beginnen.

Voedselvoorziening
Er zijn nog meer plannen voor het straatarme land. De Leeuw gaf aan dat de commissie zending werkt aan project om de voedselvoorziening in een bepaald gebied veilig te stellen door te helpen zorgen voor goed zaaizaad, gereedschap, irrigatie en gezamenlijke opslag van voedsel. Als het plan lukt, is noodhulp in het voorjaar niet nodig.

Daarnaast denkt de commissie ook aan hulp op het gebied van gezondheid en zakendoen. „Mogelijk kan de Hersteld Hervormde Kerk binnen afzienbare tijd meer zendingswerkers uitsturen ter ondersteuning van het werk van ds. Oomen of voor ander werk”, aldus De Leeuw.

„Is het geven van onderwijs in zendingsgebieden een speerpunt van hersteld hervormden of staat die hulp het eigenlijke zendingswerk in de weg?” vroeg iemand uit de zaal. Commissielid A. W. Saly: „Als je merkt dat kinderen niet naar school komen omdat ze geen eten hebben, moet je daar wat aan doen. Ds. Oomen kan ook niet gaan preken in de gemeenten zonder hen materieel te helpen. Al die hulp is gericht op de kern van het werk.”

Zaaien
De zendingsdag werd geopend door ds. D. Heemskerk uit Opheusden. Hij sprak over het laatste hoofdstuk van Handelingen. „Als je ziet op de omstandigheden vraag je je soms af wat het resultaat is, maar Gods werk gaat door. De zending is geen hopeloos werk.”

Ds. J. Joppe, predikant te Sint Maartensdijk, ging in zijn toespraak uit van Psalm 68:32b, waar staat dat Morenland de handen naar God zal uitstrekken. „Het uitstrekken van de handen is een gebaar van hulpeloosheid, belijdenis van schuld en erkenning van de vloek.”

Ds. J. W. van Estrik, predikant te Goedereede, sprak over ”Zending, werk van God”. „Het is niet zaaien, zaaien en de blik op oneindig”, aldus de predikant, „maar zaaien, zaaien en het geloofsoog richten op de Onzienlijke, Die beloofd heeft mee te gaan.”

Ds. W. Pieters uit Garderen verzorgde de sluiting van de dag.