Tijdgeest krijgt grotere plaats in discussies
De tijdgeest beïnvloedt principiële discussies steeds meer, vindt ds. A. C. Uitslag. Hij reageert op de kritiek van dr. J. Schaap-Jonker op zijn artikel over de positie van CU-Kamerlid Wiegman als werkende moeder.
Dr. Schaap-Jonker vindt mijn reactie veel te stellig. Ze verwijt mij hardheid en geen oog te hebben voor legitieme verschillen. Al lezende dacht ik wel: wie is er nu hard?Ik wil in deze reactie slechts de vinger leggen bij een punt dat mevrouw Schaap niet maakt. Mevrouw Wiegman verdedigt door een open brief haar positie als werkende moeder. Ze doet dit zonder ook maar één Schriftuurlijk argument. Daar lag de aanleiding voor mijn artikel. Wel wijst ze alle critici erop dat zij dit besluit „op een christelijke wijze, dus ook bij een open Bijbel en met gevouwen handen” heeft genomen.
Keuzes maken vraagt inderdaad om luisteren naar Gods Woord en bidden om wijsheid. Toch is daarmee niet alles gezegd. Hoevelen rechtvaardigen hun keuzes niet door te stellen: „Ik heb ervoor gebeden.” Alsof een beslissing dan automatisch goed is. Alsof er dan niets meer tegen ingebracht mag worden.
Een beslissing dient altijd getoetst te worden aan Gods Woord. Juist dat element miste ik bij mevrouw Wiegman. Ik vroeg haar om een christelijk antwoord. Want haar standpunt is wel een ombuiging van een lijn die eeuwenlang gewoon was. Daar mag toch een Schriftuurlijke onderbouwing voor worden gevraagd?
Als ik me moet verantwoorden… prima! Ik zou kunnen wijzen op Gods scheppingsorde uit Genesis 1 en 2, of dat ook vrouwen als Mirjam, Debora en Hulda geen leidinggevende functie hadden. Vanuit het Nieuwe Testament kunnen we wijzen op 1 Korinthe 11, 1 Timotheüs 2 of Efeze 5. In een opiniebijdrage kan dit onmogelijk verder worden uitgediept.
Geen waarheid
De Bijbel houdt ons voor dat man en vrouw weliswaar gelijkwaardig zijn, maar niet gelijk. De vrouw heeft een andere van God gegeven plaats en roeping dan de man. Wie daarvan afwijkt, zal meer argumenten mogen aandragen dan alleen te stellen dat haar besluit op christelijke wijze is genomen.
Mevrouw Wiegman heeft haar keuze biddend gemaakt. Daar heb ik respect voor. Maar dat alleen legitimeert haar keuze nog niet. Een beslissing moet ook naar de Schriften zijn. We zijn blijkbaar al zo ver afgegleden dat elke kritische vraag daarover niet meer gesteld mag worden. We nemen het kleed van de liefde en dekken daarmee alles af. Er komt een Schriftvisie op waarin er geen waarheid meer is. Ieder heeft zo zijn eigen waarheid.
Ik weet wel dat we in onze samenleving voor vragen komen te staan waarop de Schrift niet direct een pasklaar antwoord geeft. Ook zijn we allemaal kinderen van onze tijd.
Toch krijgt deze tijdgeest een steeds grotere plaats in principiële discussies. Dan wordt er gewezen op de hermeneutiek en op het feit dat tijden veranderen. Maar wat blijft er dan nog over van de Schrift? Zo krijgt iedereen zijn eigen Bijbel. Bij de één wat dunner dan bij de ander.
Een Bijbel naar eigen zin en smaak. Dat bewaart voor kritische vragen en zelfonderzoek. Het streelt mijn religieuze gevoelens. Ik kan me er lekker bij voelen. Maar ondertussen raken we het ”tota Scriptura” wel kwijt. Het is juist een teken van liefde en bewogenheid als we elkaar zoeken op te scherpen om in alles naar Gods Woord te leven (Jes. 8:20). Daar was het mij om te doen.
De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Urk.