„Zie moderne vragen onder ogen”
„Wanneer de kerk geestelijk onderwijs geeft vanuit de hele breedte van de Schrift, en niet slechts over een sectie met heilsordelijk toegepaste teksten daaruit, dan zouden wel eens heel wat moeilijke hedendaagse vragen in een nieuw licht kunnen komen te staan, omdat ze al in de Schrift zélf staan.”
Dat zei prof. dr. H. G. L. Peels zaterdag tijdens de christelijke gereformeerde ambtsdragersconferentie. Centraal stonden de dilemma’s in het omgaan met de grote vragen van vandaag.
Prof. Peels noemde als voorbeeld Jobs worsteling met Gods leiding en zijn eigen lijden, de twijfel van Johannes de Doper over wie Jezus was, de aanstoot van het kruis en de dwaasheid van de opstandingsboodschap. Volgens de hoogleraar uit Apeldoorn is de tijd voorbij dat de reformatorische kerken de grote vragen van vandaag buiten de deur kunnen houden, of met een verwijzing naar de belijdenisgeschriften afdoende kunnen opvangen. „Een stroom van informatie, via allerlei kanalen, heeft zijn weerslag op de eigen levensbeschouwing: de visie op de Schrift, de vraag wie God is en of schuld door bloed kan worden weggewist en de vraag of geloof wel meer is dan product van inbeelding.”
De spreker pleitte voor eerlijkheid en waakzaamheid. Een pasklaar recept zei hij niet te hebben. Maar hij wees op de noodzaak van bijbelse doordenking, en op de steun van de confessie in de beoordeling van zaken die altijd weer opduiken. „Pastoraat in prediking en huisbezoek kan veel diepgang in de omgang met deze vragen bewerken. Nooit mogen we ze loskoppelen van de levende omgang met de Heere in het geloof.”
Jongeren kunnen niet alleen aan relativisme ten prooi vallen, maakte een ambtsdrager duidelijk, het gebeurt ook dat ze in confrontatie met het moderne denken van de weeromstuit in biblicisme vervallen. Prof. Peels: „In de verwarring van vandaag vind ik deze radicale tegenbeweging begrijpelijk. Intensief met de Schrift omgaan wil ik positief waarderen. Maar als je het goed bekijkt, zijn deze jongeren erg modern bezig: de moderne mens wil de zaken in zijn vingers hebben. Gebedsgenezingen bijvoorbeeld ervaren zulke jongeren als bewijzen van het geloof. Ik zou met hen opnieuw samen de Schrift willen lezen en op de verbanden letten. Ook voor hen geldt het gevaar dat zij hun denkpatronen op de Schrift leggen. Maar staat het er werkelijk? Is het echt zo duidelijk? En is geloven zonder aanvechting wel echt geloof? Ik ben bang dat als zulke jongeren een eind verder zijn, ze zullen ervaren dat veel dingen niet zo eenduidig en eenvoudig liggen.”
In de zaal werd de vraag gesteld of we zo de hele Schrift wel recht doen. Laten we niet veel liggen? Forumlid prof. dr. G. C. den Hertog herinnerde eraan dat je charismatische christenen nooit hoort over Psalm 88, waarin geen uitredding staat. Of over de doorn in Paulus’ vlees, waarvan hij niet werd verlost, ondanks gebed. De vragensteller hield aan: Maar Jezus wees de discipelen toch op hun ongeloof, toen ze de maanzieke knaap niet konden genezen? Prof. Den Hertog: „De spits in die geschiedenis ligt volgens Markus 9 niet in het ongeloof van de discipelen. Jezus wijst de vader op zijn ongeloof. Het geloof van de vader is beslissend voor wat er met die jongen gebeurt. Jezus maakt hem duidelijk dat het niet aangaat het kind zomaar op het bordje van de Heiland te schuiven. Zo’n klein kind valt onder de verantwoordelijkheid van de eigen ouders. Het was hun taak voor hun onmondige en hulpbehoevende kind te bidden en te vasten.”
Prof. Peels: „Laten we vooral niet accepteren dat er een volstrekte tegenstelling wordt gemaakt. Ook onder ons komen er wonderbaarlijke genezingen voor. Veel dominees kunnen daarover meepraten. De vraag is of het goed is genezingen te organiseren en er de schijnwerpers op te zetten. Daar ben ik huiverig voor. Hebreeën 11 noemt niet alleen gelovigen die een uitredding meemaakten, maar ook mensen die in stukken werden gezaagd.”