Integreren door te leren
Niet afhankelijk zijn van een uitkering, maar gewoon een betaalde baan hebben. Vluchtelingen die na jarenlange onzekerheid eindelijk over een verblijfsvergunning beschikken, willen niets liever dan werken. Het Tilburgse restaurant Blend helpt hen via een leer-werktraject op weg naar een eigen plekje in hun nieuwe thuisland. Gisteren werd het restaurant officieel geopend.
Zo op het oog is er niets bijzonders te zien aan het restaurant aan de Tilburgse Spoorlaan. Een trendy, strak ingerichte eetgelegenheid zoals er wel meer zijn. Maar schijn bedriegt. In dit pand werken vijftien tot op het bot gemotiveerde mensen aan hun toekomst. Een toekomst die deze vluchtelingen een volwaardige plek in de maatschappij moet bieden.„Vluchtelingen krijgen vaak pas na jarenlang procederen een verblijfsvergunning”, zegt Liesbeth van der Schoof. Ze werkt bij de Tilburgse Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingenwerk (SNV) en is projectleider van restaurant Blend. „Ze hebben lange tijd stilgezeten, omdat ze niet mochten werken. Een kans om echt te integreren hadden ze dus niet.”
Pas na de procedure kunnen de vluchtelingen zich gaan oriënteren op de arbeidsmarkt. „Dan kunnen ze proberen een plekje in de maatschappij te veroveren. Daarbij is het heel belangrijk dat ze een baan en een vast inkomen hebben”, zegt Van der Schoof. „Dat geeft deze mensen het gevoel dat ze meetellen, ertoe doen.”
Gemotiveerd
Voor veel ontheemden is het krijgen van een baan echter niet zo simpel. Ze spreken de taal niet of nauwelijks, voelen zich nog altijd onveilig. SNV wil de vluchtelingen een steuntje in de rug bieden en nam daarom het initiatief om hen met restaurant Blend op weg te helpen naar een betaalde baan. „We organiseerden vanuit SNV al kookclinics met vluchtelingen. Dat bracht ons op het idee om iets structureels op te zetten.” Er volgde een pilotproject waarbij vluchtelingen kookten voor groepen van vijftig mensen. „Dat was een succes. De medewerkers kregen een certificaat, en de meesten van hen zijn ook in de horeca terechtgekomen. Voor ons hét bewijs dat een restaurant perspectief had.”
Van der Schoof stelt dat deze mensen enorm gemotiveerd zijn om te werken. „Ze willen niet afhankelijk zijn van een uitkering. Zij hebben keihard geknokt om hier te mogen blijven, en ze willen er alles aan doen om zich ook zo snel mogelijk aan te passen en erbij te horen. Werken is daarvoor dé manier.”
Het resulteert in een uniek project: een restaurant waarvan de volledige crew uit vluchtelingen bestaat. „Met restaurant Blend bieden we hen een leer-werkplek waar ze een gecertificeerd horecadiploma kunnen halen. De mensen die hier willen werken, melden zichzelf aan of komen via SNV binnen. Eerst volgen ze een basisopleiding tot gastheer of -vrouw, of tot kok. Vervolgens doen ze hier praktijkervaring op als voorbereiding op een baan in de horeca. Mét baangarantie, want na hun opleiding kunnen ze aan de slag bij cateraar Hutten uit Veghel, die Blend exploiteert.”
Daarbij snijdt het mes aan twee kanten, zegt Van der Schoof. „We helpen de vluchtelingen op weg naar een baan, maar tegelijkertijd is het een soort re-integratieprogramma. Doordat de medewerkers in contact komen met onze gasten, krijgen ze de taal steeds beter onder de knie. Ze gaan zich vrijer en veiliger voelen.”
Onbegrip
Iran, Irak, Somalië, Congo; de vijftien medewerkers van het restaurant komen uit alle windstreken. Hoewel ze na jaren van onzekerheid nu een verblijfsvergunning hebben en een nieuw bestaan kunnen opbouwen, blijft het verleden hen achtervolgen. Van der Schoof: „Ze lopen stuk voor stuk rond met traumatische ervaringen. Dat leidt soms tot onbegrip, van beide kanten. Mensen zijn hier om te leren en daarbij maken ze fouten. Communicatie daarover is niet altijd makkelijk. Het duurt heel lang voordat er een vertrouwensrelatie is en mensen zich veilig voelen.”
Chef-kok Robin van Es, die als leermeester de vluchtelingen begeleidt, beaamt dat. „Het kost enorm veel energie om deze mensen iets bij te brengen. Na jarenlang stilzitten, moeten ze nu leren dat elke dag de wekker weer gaat. Dat ze hun afspraken moeten nakomen. Over de manier waarop je een mes moet vasthouden, kan een hele discussie ontstaan. Allemaal brengen ze hun eigen gewoontes en manier van werken mee. Dat leidt wel eens tot botsingen.”
Praten over het verleden doen ze niet veel. „De mensen schamen zich er ook voor. Ze zijn vluchteling; dat heeft een enorme impact op het zelfvertrouwen”, zegt Van Es. Zelf zwengelt hij het gesprek ook niet aan. „Daar ben ik hier niet voor. De medewerkers trouwens ook niet.” Dan, enthousiast: „Ze komen hier voor hun grote ideaal, een gecertificeerd diploma. Ik vind het prachtig dat ik ze daarbij mag helpen.”
Geitenwollen sokken
De inrichting van Blend is bewust modern gehouden. Slechts de foto’s aan de muren en de exotische muziek die uit de speakers klinkt, verraden dat het restaurant meer is dan een plek om lekker te eten. „We hebben doelbewust voor een trendy uitstraling gekozen. Weg uit de geitenwollensokkensfeer”, zegt Van der Schoof. „We willen ons kunnen meten met andere restaurants in Tilburg. De mensen moeten het idee hebben dat ze serieus bezig zijn, dat ze op niveau werken. Dat geeft hun nog meer vertrouwen.”
Ook de kaart oogt professioneel, met exotische gerechten als Zuid-Afrikaanse springbok, fa-fa-soep uit Djibouti en zeebaars uit Ivoorkust. „Stuk voor stuk authentieke gerechten. Wel getoetst aan de westerse smaak, maar steeds met een vleugje van het land van oorsprong.”
Het restaurant kon worden opgezet met steun van enkele sponsoren, maar vanaf de exploitatie moet Blend z’n eigen broek ophouden. Eventuele winst vloeit terug in het opleidingstraject. Gisteren werd het restaurant officieel geopend; de keuken draait al vanaf 19 juni. „We zitten niet elke avond helemaal vol, dat moet nog een beetje komen”, zegt chef-kok Van Es.
„Eten en drinken verbroedert. Het is een mooie manier om kennis te maken met andere culturen, letterlijk ervan te proeven. Het is bovendien een uitgelezen mogelijkheid om elkaar te leren kennen en van elkaar te leren. Je ziet de mensen die hier werken helemaal opbloeien. Dat heeft ook effect op hun familie, als ze die hebben. Ze zijn dus volop bezig met integreren. We hopen dan ook met ons project iets uit te stralen naar andere steden. Het zou fantastisch zijn als ons initiatief navolging krijgt.”
Hopen op plekje in de horeca
De 23-jarige Djenabou uit Guinee werkt in de bediening van restaurant Blend.
Hoe lang ben je al in Nederland?
„Ik ben nu ongeveer zes jaar hier, samen met mijn twee kinderen. Als ik werk zijn zij bij een gastoudergezin. Van mijn familie is niemand naar Nederland gekomen. Mijn ouders leven niet meer, in Guinee heb ik alleen nog een paar tantes. Terug naar mijn geboorteland wil ik niet. In ieder geval niet nu. Daarvoor is het er veel te onrustig.”
Hoe vind je het om in het restaurant te werken?
„Ik heb het hier goed naar mijn zin. Het werk is afwisselend en ik leer veel. Voordat ik bij Blend ging werken, zat ik eerst een poosje in de zorg. Maar wat ik nu doe, het bedienen van de mensen die hier komen eten, is toch een stuk leuker.”
Hoe zie je de toekomst voor je met wat je hier leert?
„Ik wil hier voorlopig blijven werken om mijn diploma te halen. Daarna hoop ik dat ik ergens werk in de horeca kan vinden.”
Wat is je lievelingsgerecht?
„We maken hier heel veel lekkere gerechten, maar het liefst eet ik toch pindasoep. Zoals we die thuis in Guinee altijd maakten.”
Zelf achter de pannen
Beatrice (45) ontvluchtte haar door etnisch geweld verscheurde thuisland Burundi.
Hoe lang ben je al in Nederland?
„Zeven jaar geleden ben ik naar Nederland gekomen, samen met mijn dochter Nelly en mijn zoon Evran.”
Hoe vind je het om in het restaurant te werken?
„Het gaat erg goed. In het begin dacht ik: Laat mij maar afwassen, dat is wel iets voor mij. Nu sta ik zelf achter de pannen. Ik leer voor assistent-kok.”
Hoe zie je de toekomst voor je met wat je hier leert?
„Ik ben hier om te leren koken. Als ik dat kan, ga ik zoeken naar een baan in een restaurant.”
Wat is je lievelingsgerecht?
„Ik maak graag sambusa, dat is een Afrikaans bladerdeeggerecht. Met rundergehakt en allerlei groenten erdoor.”
Alleen overgebleven
Joe (23) komt net als Beatrice uit Burundi. Ook hij leert voor kok.
Hoe lang ben je al in Nederland?
„Vier jaar. Ik ben hier alleen, want mijn ouders leven niet meer, net als de rest van mijn familie.”
Hoe vind je het om in het restaurant te werken?
„Mijn moeder had in Burundi een kleine eetgelegenheid, een soort familierestaurantje. Koken zit dus een beetje in m’n bloed. Vandaar dat ik het hier ook met veel plezier doe. Samenwerken met de chef-kok is erg leerzaam.”
Hoe zie je de toekomst voor je met wat je hier leert?
„Eerst maar eens zien dat ik een goede kok word. Wie weet is er daarna wel een plekje voor me bij een goed restaurant.”
Wat is je lievelingsgerecht?
„Mijn favoriete gerecht is hibitoke ibalaya. Dat is een maaltijd van verschillende soorten bonen, zoete banaan en vlees.”