„Zelfmoorddrama in Jonestown mag nooit worden vergeten”
In het oerwoud van het Zuid-Amerikaanse Guyana pleegden op 18 november 1978 sekteleider Jim Jones en 912, merendeels Amerikaanse, volgelingen van zijn People’s Temple zelfmoord. Een gruwelijk drama dat de wereld schokte.
Nu, 24 jaar na Jonestown, proberen de autoriteiten in Guyana deze zwarte bladzijde in de geschiedenis, waar zij in feite buiten stonden, te vergeten. „Maar het is een open wond die altijd zal blijven stinken”, zegt Joanne Collins, historicus in de hoofdstad Georgetown.
De natuur heeft haar werk in de jungle uitstekend gedaan. Op de plaats waar 24 jaar geleden in de ”agrarische commune” Jonestown de lichamen werden gevonden van 913 mensen, waaronder 276 kinderen van vijftien jaar en jonger, is nu slechts ondoordringbaar groen te vinden. Omwonenden, die na het drama alles van waarde plunderden, en een verwoestende brand begin jaren tachtig hebben de natuur overigens wel een handje geholpen.
De 12.000 hectare metende nederzetting, diep verscholen in het Amazoneregenwoud op 250 kilometer van Georgetown, was bijna twee jaar lang het domein de zichzelf messias noemende James Warren Jones. De People’s Temple vindt eind jaren vijftig het oorsprong in de Amerikaanse stad Indianapolis. In 1971 verhuist de door machtswellust geobsedeerde Jones met zijn volgelingen naar San Francisco. De sekte telt na verloop van tijd zo’n 20.000 volgelingen, merendeels zwarte ex-drugsverslaafden en anderen die aan lager wal zijn geraakt. Maar de autoriteiten en justitie beginnen hem op de hielen te zitten, onder meer omdat zij hem ervan te verdenken dat hij zich de bezittingen van zijn aanhangers toe-eigent. Jones vlucht begin 1977 naar Guyana, waar hij vier jaar eerder een stuk grond toegewezen heeft gekregen. Meer dan 1000 sekteleden volgen hem.
Maar zijn vijanden laten hem niet los. Op 14 november 1978 arriveert de Republikeinse senator Leo Ryan uit Californië in Jonestown, met in zijn kielzog journalisten en verontruste familieleden van sekteleden. Ze willen onderzoeken wat er waar is van de berichten die de Verenigde Staten bereiken. Als zij na vier dagen weer willen vertrekken, met achttien sekteleden en een vernietigend rapport, slaan de stoppen bij Jones door. Vijf mensen, onder wie senator Ryan en drie journalisten, worden doodgeschoten; elf anderen raken gewond. Jones beseft dat dit het einde van de People’s Temple betekent. Enkele uren later wordt het startsein gegeven voor de meest bizarre zelfmoordactie uit de geschiedenis. De sekteleden wordt opgedragen limonade vermengd met cyanide te drinken, een bevel dat de meesten zonder morren opvolgen. Zij die weigeren, worden doodgeschoten. Slechts een enkeling weet een veilig heenkomen in het oerwoud te vinden.
Missy Jackson, een bejaarde vrouw die op nauwelijks 10 kilometer van de plaats van het drama woont, weet zich Jones nog goed te herinneren. „Een vriendelijke man, al deden er wel vreemde verhalen over hem de ronde. Hij zou de bewoners van de commune systematisch hebben mishandeld en bedreigd, terwijl kinderen werden misbruikt. Maar daarover spraken we niet met hem. Bovendien werd hij altijd vergezeld door gewapende mannen, dus het was niet verstandig om je ermee te bemoeien. Maar we hadden geen last van hen.”
Hoewel de zelfmoordactie als een bom in de wereld insloeg, zijn herdenkingsbijeenkomsten in Guyana zelf uit den boze. Het land heeft net een zware economische crisis achter de rug, terwijl de etnische spanningen in het afgelopen jaar weer een hoogtepunt bereikten. „Men is bang dat het oprakelen van Jonestown het toch al geschonden imago van Guyana geen goed doet”, zegt historicus Joanne Collins. „De regering wil buitenlandse investeerders aantrekken. Nog meer negatieve publiciteit kan men daarom niet gebruiken.”
Volgens Collins hebben binnenlandse en buitenlandse autoriteiten Jones doelbewust genegeerd. „Ze stelden zich op het standpunt dat de sekteleden vrijwillig in Jonestown verbleven en dat er dus van dwang geen sprake was. Bovendien speelde Jones zijn spel verscholen in het regenwoud en heeft men ongetwijfeld gedacht: „Wat we niet zien, dat deert ons niet.” De samenleving had er immers geen last van. Had men zich beter in de kwestie verdiept, dan had men kunnen concluderen dat de vrijheid van de bewoners op grove schaal was beperkt en mensen systematisch werden mishandeld. Een vorm van mensenrechtenschendingen die in de wereld van nu niet meer geaccepteerd zou worden. Senator Ryan kwam achter de waarheid en moest dat met de dood bekopen.
Er wordt hier altijd gezegd dat het een Amerikaanse aangelegenheid is die zich toevallig op Guyanese bodem heeft afgespeeld”, vervolgt Collins. „Maar daarmee steken ze natuurlijk de kop in het zand. Want het is uiteindelijk wel Guyana geweest dat Jim Jones de gelegenheid gaf op 12.000 hectare grond zijn Utopia te scheppen. En ook al kon men vooraf de gruwelijke afloop niet vermoeden, een deel van de verantwoordelijkheid ligt wel degelijk bij de autoriteiten. Dat is een les voor de hele wereld die wordt vergeten als je het probeert weg te stoppen.”