Britse premier: nieuw onderzoek naar aanslag Omagh
De Britse premier Gordon Brown heeft woensdag opdracht gegeven voor een nieuw onderzoek naar de bomaanslag in augustus 1998 in het Noord–Ierse stadje Omagh, nadat de BBC zondag had gemeld dat de vermoedelijke aanslagplegers voorafgaand aan de aanslag waren afgeluisterd.
Het nieuwe onderzoek moet uitwijzen of de afluisterdienst van de regering de telefoons van de vermoedelijke daders afluisterde op de dag dat de autobom ontplofte en 29 mensen om het leven kwamen. Een afsplitsing van de IRA, de Real IRA, eiste destijds de verantwoordelijkheid voor de aanslag op.Volgens de BBC werden telefoongesprekken tussen de aanslagplegers opgenomen op het moment dat zij met twee auto’s, waarvan een gevuld met 225 kilo explosieven, Noord–Ierland in reden. Op zeker moment waren de woorden ’de bakstenen zitten in de muur’ te horen, codetaal die aangaf dat de bomauto geparkeerd was. Het onderzoek van de BBC kon niet aantonen of de gesprekken op dat moment werkelijk beluisterd werden, zodat de aanslag wellicht voorkomen had kunnen worden, of alleen opgenomen en pas later afgeluisterd.
De politie in Noord–Ierland werd na de aanslag sterk bekritiseerd om de wijze waarop zij tijdens en na de explosie te werk ging en het onderzoek verrichtte. Na warrige bommeldingen ontruimde de politie een deel van het stadje, maar leidde zij mensen daarbij precies in de richting van de plek waar de bomauto stond geparkeerd.
Daarnaast heeft politieonderzoek nooit tot veroordelingen geleid, hoewel de meeste daders waren gedentificeerd. Dat komt volgens critici onder meer doordat de politie tijdens het onderzoek forensisch bewijsmateriaal onzorgvuldig bewaarde en aanwijzingen niet voldoende opvolgde.
De veronderstelde maker van de bom, de 38–jarige elektricien Sean Hoey, werd vorig jaar december vrijgesproken. De rechter liet zich tijdens Hoeys proces zeer kritisch uit over de slordige wijze waarop de politie en sommige forensische deskundigen met het bewijsmateriaal waren omgesprongen.
De oom van Hoey, Colm Murphy, werd in 2002 veroordeeld wegens het leveren van de mobiele telefoons die bij de aanslag werden gebruikt. Maar de veroordeling werd drie jaar later in hoger beroep ongedaan gemaakt, omdat detectives de verslagen van Murphy’s verhoor hadden herschreven en daar onder ede over logen.
Het nieuwe onderzoek, dat zo’n drie maanden zal gaan duren, moet nu meer helderheid verschaffen over het afluisteren van de vermoedelijke daders en de wijze waarop deze informatie later bij het politieonderzoek gebruikt is.