Schippertjes in een nieuw jasje
”Trouw moet blijken”, ”De vondeling”, ”De grienduil”. De boeken van W. Schippers zijn nog altijd geliefd bij (vooral) oudere lezers. M. J. Ruissen van uitgeverij De Ramshoorn probeert nu ook een jonger publiek te interesseren. Hij laat alle delen herdrukken. „Er verschijnen genoeg nieuwe romans met een veel mindere inhoud dan die van de Schippertjes.”
Om nieuwe generaties lezers te interesseren voor de Schippersuitgaven laat Ruissen de tekst licht aanpassen. „De stijl van W. Schippers wordt echter ten volle gehandhaafd”, belooft de uitgever. De boekjes krijgen ook een andere, meer eigentijdse, omslag met illustraties van Rino Visser.De ’hertaling’ van de eerste Schippersboeken wordt verzorgd door Caroline Snoek-van Nieuw Amerongen. Als freelancer doet zij vertaal-, redactie- en correctiewerk voor verschillende instanties. „De opdrachten zijn dan ook zeer divers”, licht ze toe. „Er staan inmiddels drie (her)vertalingen op mijn naam bij uitgeverij De Banier (”Elke dag een belofte” van Spurgeon, ”Berouw” van Boston, ”Genade brengt me thuis” van Newton); aan een vierde wordt gewerkt. Ook vertaal ik wel voor Stichting De Tabernakel. De opdrachten voor redactie- en correctiewerk zijn veel breder: het betreft dan kinderboeken, romans, een kerkblad, catechismusverklaringen en uitgesproken preken.”
U herschrijft nu de boeken van W. Schippers. Kende u ze van huis uit?
„Toen ik een jaar of tien, misschien twaalf was, heb ik ”Het geuzenjong” en ”Eiberslust” gelezen. Die laatste kreeg ik van mijn oma. Ik moet zeggen dat deze boeken in die tijd nog een onaantrekkelijke uitstraling hadden: grauwgroen en rood met een onduidelijke prent op de voorkant. Op die leeftijd is het nog wel eens lastig om door een saaie voorkant heen te prikken. Gelukkig heb ik dat met beide boeken wel gedaan, al moet ik zeggen dat ”Het geuzenjong” me meer boeide dan ”Eiberslust”.
Spreken de boeken van Schippers jongeren van nu nog wel aan?
„Wat de boeken van Schippers interessant maakt, is dat ze de sfeer van vroeger oproepen. Met name jongere mensen krijgen zo een doorkijkje in hoe de mensen in (met name) de negentiende eeuw leefden en dachten. Voor oudere mensen zullen de boekjes vooral nostalgische gevoelens oproepen en hen herinneren aan de tijd waarin ze zelf zijn opgegroeid. Om bepaalde zaken die jongeren niet meer begrijpen te verduidelijken, voeg ik af en toe voetnoten in. Bijvoorbeeld om uit te leggen was een derdeklas wachtkamer of een tondeldoos is.”
Kunt u nog een paar voorbeelden geven van zaken die u aanpast?
„Op verzoek van de uitgever pas ik zo min mogelijk aan. Mijn insteek is dat de boeken voor een lezer van gemiddeld niveau goed leesbaar worden. Daarvoor maak ik bijvoorbeeld langere zinnen veel korter. Soms zijn ze zelfs in drie delen op te splitsen. Verder vervang ik ouderwetse woorden zoals der, doch, dikwijls, sedert, thans, daar -in de betekenis van omdat-, in ’t eerst, gelukken enz. en pas ik ouderwetse zinsconstructies aan.”
Abonnement
Als eerste heruitgave verschijnt deze maand ”De Vleermuis”, een verhaal dat in hertaalde vorm intussen in afleveringen in familieblad Terdege is gepubliceerd. De roman speelt zich af in Noord-Holland, rond het jaar 1870. Hoofdpersoon is Frans Veder, een weesjongen die als goedkope werkkracht op een boerenhoeve wordt uitgebuit en na verloop van tijd wegvlucht.
De tweede uitgave zal ”Beter dan goud” zijn, een boek over Thomas Merkels uit Brouwershaven die in Californië zijn geluk beproeft door er goud te gaan zoeken. Uiteindelijk ontdekt hij dat het aardse goud hem geen geluk brengt en dat er iets beters verkrijgbaar is.
In de komende jaren volgen andere titels, zoals ”De zeemansvrouw” en ”Het Uilennest”.
Achter in de deeltjes geeft de uitgever als extraatje informatie over de schrijver en over de achtergrond van het desbetreffende verhaal. Wanneer dat mogelijk is wordt aangegeven welke elementen uit zijn eigen leven Schippers in zijn boeken verwerkte.
Ruissen biedt de reeks in abonnementsvorm aan. Liefhebbers kunnen op die manier elke twee maanden een deeltje tegemoetzien. Ze zijn overigens ook los verkrijgbaar.
ramshoorn.nl
Willem Schippers (1867-1954) werd geboren in het Zuid-Hollandse Groote Lindt (gemeente Zwijndrecht) als vijfde en jongste zoon van een postbode. Aanvankelijk werkte hij als smidsjongen in een dorp aan de andere kant van de Maas. Daarna kwam hij in een machinefabriek terecht en nog weer later werd hij metaaldraaier in een grote fabriek in Dordrecht.
Willem Schippers
Als tegenwicht voor het zware lichamelijke werk begon hij in de avonduren verhalen te schrijven. Inspiratie vond hij in zijn werkomgeving en bij de mensen die hij ontmoette. Zijn eerste boek, waarvan de tekst niet is bewaard gebleven, schreef hij op 33-jarige leeftijd. In de jaren daarna ontwikkelde hij zich tot veelschrijver. Tussen 1908 en 1955 verschenen ruim 45 titels van zijn hand.
De verhalen van Schippers geven een aardige indruk van de tijd waarin ze zich afspeelden. Meestal koos de schrijver voor de negentiende eeuw. Zijn hoofdpersonen zijn vaak eenvoudige mensen die allerlei moeilijkheden hebben te overwinnen. Ook standsverschillen en sociale misstanden spelen een rol in zijn boeken. Schippers maakte veel studie van de onderwerpen waarover hij wilde schrijven. Zijn boeken hebben bovendien een duidelijke, christelijke strekking. Godsvertrouwen is een centraal thema in Schippers’ werk.
Over het leven van Schippers schreven A. Hoogendijk, C. D. Hoogendijk en S. A. C. Hoogendijk het boek ”Willem Schippers. Een leven tussen pen en smidshamer”.
Donker gordijn langs het strakke blauw getrokken
„Buiten broeide het in de lucht en de hitte werd nog drukkender. Het zou wel uitkomen zoals Kees Soerenburg het vanmorgen voor kerktijd voorspeld had, want uit het zuidoosten kwam een onweersbui snel opzetten.
Frans Veder dwaalde inmiddels met de hengel op zijn schouder door het veld. Hij liep onder de knotwilgen, langs de sloot die naar het meer en de bossen van het landgoed Ludenhove voerde.
Langzaam slenterde hij verder, zonder ook in het minst acht te slaan op het steeds donkerder worden van de lucht. Het dreigende onweer maakte de Vleermuis niet bang en het naderende oproer in de natuur kon zijn gedachten niet afleiden van dat éne.
„’t Kan nog wel een paar weken aanlopen, maar dan ga je naar een weeshuis”, had boer Kees gezegd. Daarmee had de boerin hem ook al gedreigd, toen hij Barts pijp met kruit had gevuld.
Van het dreigement van de boerin was hij wel geschrokken, maar daarbij was het ook gebleven. Nu boer Kees het hem zelf gezegd had, wist Frans dat zijn vertrek naar de plaats die hij als een soort tuchthuis beschouwde, slechts een kwestie van korte tijd was.
In de verte begon de donder te rommelen en nu keek de Vleermuis even naar de hemel boven hem. Het leek wel of er een donker gordijn langs het strakke blauw van de lucht getrokken werd. Dat gordijn had al bijna de naar het westen neigende zon bereikt. Ineens scheurde een felle bliksemstraal de duistere lucht en een zware donderslag deed de aarde dreunen.”
Uit: ”De Vleermuis” van W. Schippers, hertaald door Caroline Snoek.