Luchtverkeersleiders krijgen geen straf
Drie luchtverkeersleiders hebben op 10 december 1998 fouten gemaakt rond een bijna-ongeluk met een vliegtuig van Delta Airlines in dichte mist op Schiphol. Dat heeft de rechtbank in Haarlem vrijdag in hoger beroep bepaald.
De verkeersleiders krijgen geen straf, omdat hun fouten deels te wijten waren aan niet optimaal functionerende voorzieningen in de verkeerstoren van de luchthaven. Inmiddels zijn deze voorzieningen verbeterd. Officier van justitie A. Nienhuis had twee weken geleden geldboetes tot 2268,90 euro geëist tegen de luchtverkeersleiders.
Het ging om een proefproces, waarin de 35-jarige J. van D. uit Noordwijkerhout, diens 34-jarige plaatsgenote A. K. en de 50-jarige H. S. uit Hoofddorp terecht stonden. Nog niet eerder stonden luchtverkeersleiders persoonlijk terecht voor fouten die ze tijdens hun werk hadden gemaakt. De rechter nam dat gegeven mee in zijn overweging.
Tijdens het incident in december ’98 kreeg het toestel van Delta Airlines toestemming van de verkeerstoren om te vertrekken. De piloten braken de start af, omdat zij zagen dat aan het eind van de startbaan een gesleept vliegtuig de baan overstak. Op die manier werd een botsing voorkomen.