„Ik probeer het achter in mijn hoofd allemaal een beetje te verwerken. Ik maak wel vaker wat mee.” Tamelijk achteloos sprak een ambulanceverpleegkundige maandagmorgen bij het gerechtshof in Arnhem die woorden uit, maar zijn opmerking sprak boekdelen.De man, die als getuige zijn verhaal deed, zat op 29 april 2006 in Doetinchem naast de chauffeur van de ambulance. Rond middernacht werd de ziekenwagen belaagd door stappende jongeren. Toen de ambulance achteruit reed, zou de wagen over iemands voet en over een fiets zijn gereden.

Een drietal mannen belaagde de chauffeur van de ambulance. De bestuurder kreeg rake klappen. In het tumult zou een van de mannen geprobeerd hebben de sleutels van de bestuurder af te pakken. De verpleegkundige heeft nog gedreigd met een zaklamp te slaan, als de sleutels zouden worden gegrepen. „Ik hoorde allemaal geschreeuw uit de ambulance”, verklaarde een tweede getuige.

De rechtbank in Zutphen veroordeelde twee mannen, Michel B. en Remco P., vorig jaar tot een werkstraf van honderd uur en een maand voorwaardelijke celstraf. De 31-jarige Remco P. ging in hoger beroep. Maandagmorgen zei hij nog eens met klem dat hij de ambulancechauffeur niet heeft geslagen. „Ik zie er wel groot en sterk uit, maar agressie zit niet in mij.” P. beweert dat hij de opgefokte jongeren rond de ziekenwagen juist tot bedaren wilde brengen.

Een derde getuige verklaarde maandagmorgen dat de situatie rond de ziekenwagen chaotisch was. Hij zei dat „twee of drie” mannen op de chauffeur hebben ingeslagen.

Raadsman E. Sandberg, advocaat van P., stelde dat getuigen rond het incident als „zatlappen” rondliepen en geen betrouwbaar totaalbeeld van de gebeurtenissen kunnen schetsen.

Aanklaagster M. Bijker houdt het er op grond van diverse getuigenverklaringen op dat Remco P. wel degelijk klappen heeft uitgedeeld. Ze eiste een werkstraf van honderd uur en een maand voorwaardelijke celstraf. Het gerechtshof doet over twee weken uitspraak.