Opinie

Geweld

8 November 2002 12:10Gewijzigd op 13 November 2020 23:55

Tijdens de begrotingsbehandeling van Justitie deze week in de Tweede Kamer heeft minister Donner laten weten dat Nederland waarschijnlijk niet ontkomt aan de invoering van minimumstraffen. Ook andere Europese landen (op Oostenrijk na) kennen die. De vrijheid van de rechter wordt daarmee ingeperkt.De minister toonde zich duidelijk bezorgd over de geweldsspiraal in onze maatschappij. De twintigste eeuw heeft volgens hem een streep gehaald door het vooruitgangsgeloof. Dat ging ervan uit dat het uitbannen van geweld een kwestie van tijd en beschaving was. De werkelijkheid bleek echter anders te zijn. Vanuit zijn gereformeerde achtergrond hoeft minister Donner zich daar ook niet over te verbazen.

Al onder het vorige kabinet bleek de maatschappelijke onvrede over zinloos geweld op straat. Ook in de schokkende verkiezingsuitslagen van mei kwam die onvrede tot uiting. De bewindslieden in het nieuwe kabinet spraken andere taal dan hun voorgangers. Veel tijd om woorden in daden om te zetten hadden ze echter niet. Door ruzies en afsplitsingen in de LPF ging het kabinet al spoedig te gronde. Een protestpartij oprichten en succes boeken bij de stembus is één ding, om die onvrede vervolgens in beleidsbeslissingen om te zetten is een andere zaak.

Toch blijven uitgaansgeweld, onveiligheid op straat, criminaliteit en vandalisme de burgers bezighouden. De reacties die naar aanleiding van een oproep bij de redactie van het RD binnenkwamen, spreken wat dat betreft duidelijke taal.

De gebeurtenissen in Venlo, in combinatie met de zaak van het Amsterdamse winkelpersoneel, hebben ook de vraag naar de rechten en plichten van de burger in de schijnwerpers gezet. Wat kan van omstanders verwacht worden om diefstal en mishandeling te stuiten en hoe ver mogen ze daarin gaan?

Getuigt het van lafheid om de dief maar te laten lopen en bij een mishandeling de andere kant uit te kijken? Of is dat maar het verstandigste? En wat te denken van situaties waarbij de politie het eerder voor de crimineel lijkt op te nemen dan voor zijn tegenstanders?

Anders dan in primitieve samenlevingen is het in onze maatschappij niet de bedoeling dat de benadeelde of bedreigde burger zelf het recht in handen neemt. Dat moeten we ook zo houden. Maar dat veronderstelt wel dat politie en justitie in staat zijn de daders op te sporen en te straffen. Daar mankeert tegenwoordig veel aan.

Het kan dan niet zo zijn dat schaarse justitiecapaciteit vooral wordt ingezet tegen hen die zich bij de aanhouding van een winkeldief of straatvechter te buiten zijn gegaan. Uiteraard zijn er ook wat dat betreft grenzen. Het gaat te ver als omstanders de dief niet alleen aanhouden, maar daarna ook de lijfstraffen toedienen die hij volgens hen verdiend heeft.

Wel kennen we niet zonder reden het begrip noodweerexces. Wie een boef op heterdaad betrapt en in de kraag grijpt, verkeert veelal in een zodanige staat van opwinding dat hij niet helemaal meer overziet wat hij doet. Dan worden er wel eens meppen en trappen uitgedeeld die objectief gezien niet nodig waren. In de huidige situatie van op veel punten tekortschietende politiebescherming is het goed dit begrip ruim te interpreteren.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer