Moslims in de polder
Vrouwen met hoofddoeken, islamitische slagerijen, basisscholen waarop de koran het hoogste gezag heeft. De moslimgemeenschap in Nederland groeit hard.
„Wij voelen ons onveilig en buitengesloten.” Aldus sprak Haci Karacaer vorige week woensdag in het perscentrum Nieuwspoort in Den Haag tijdens een discussie over moslims en begrip voor de terroristische aanslagen. Karacaer, directeur van de orthodox-islamitische Milli Görüs-beweging, vertolkte daarmee de gevoelens van menig moslim in Nederland. Toen bleek dat nogal wat islamieten begrip hebben voor de aanslagen in Amerika, werden tal van moskeeën en andere islamitische instellingen doelwit van bekladding en brandstichting.
„We gaan een hardere tijd tegemoet”, somberde Karacaer. „Onze moskeeën worden aangevallen. Een meisje met hoofddoek werd de toegang tot een bus geweigerd.”
Toename
De moslimgemeenschap in Nederland groeit hard. Ons land telde in 1960 1400 islamieten. Met de komst van grote groepen gastarbeiders uit Turkije en Marokko in de jaren zestig en zeventig, groeide dat aantal zienderogen. Op dit moment telt Nederland zo’n 800.000 moslims. Van hen zijn er 300.000 Turks, 300.000 Marokkaans en ongeveer 7000 Surinaams. Daarnaast herbergt ons land moslims uit asielzoekerslanden als Afghanistan, Irak, Iran, Bosnië en Somalië.
Logischerwijs richten moslims in Nederland hun eigen zuil op. Zo telt ons land inmiddels ongeveer 450 moskeeën, 35 islamitische basisscholen, een islamitische school voor voortgezet onderwijs in Rotterdam en een in oprichting in Amsterdam. Ook zijn er twee islamitische universiteiten. Sinds 1986 kent ons land de Nederlandse Moslimomroep.
Strakker
Kent het christendom in Nederland veruiteenlopende denominaties, ook onder moslims staan alle neuzen niet dezelfde kant op. De grootste groep moslims (Marokkanen en Turken) rekent zichzelf tot de soennieten, tot wie wereldwijd 90 procent van de moslims behoort. De andere hoofdstroming is die van de sjiieten.
Belangrijk verschil tussen de twee stromingen is de mate van hiërarchie. Bij de sjiieten is de geestelijkheid veel strakker geregeld. Voorbeeld is de situatie in Iran. Daar staat de ayatollah aan de top van de piramide, onder hem trekken andere (regionale) geestelijke leiders aan de touwtjes. De soennieten daarentegen kennen zo’n strakke structuur niet. Binnen de soennitische gemeenschap bestaan diverse religieuze opvattingen naast elkaar.
Hardop
Voor prof. dr. M. van Bruinessen, islam-kenner aan de Universiteit Utrecht, staat vast dat de moslims in Nederland op dit moment in een netelige positie verkeren. „Sla de ingezonden-brievenrubrieken in de kranten er maar op na. Er bestaat bij veel Nederlanders een diepgeworteld wantrouwen jegens moslims. Hoe vertegenwoordigers van moslimgroeperingen ook benadrukken dat zij geen enkel begrip hebben voor de aanslagen in Amerika.”
Van Bruinessen verwerpt het „enorme anti-islamitische ressentiment.” „In Nederland is naar mijn mening 99 procent van de moslims niet extremistisch. De overgrote meerderheid gebruikt geen geweld. Toch moeten moslims zich telkens maar weer verdedigen. Nederland gold jarenlang, samen met een land als Zweden, als het meest tolerante land. Daar blijkt nu weinig van. Ik denk dat veel mensen nu hardop uit durven spreken wat ze al lang diep in hun hart dachten.”
Belemmerd
De breeduitgesproken argwaan jegens moslims kan op termijn „gevaarlijk” zijn, denkt de Utrechtse islamoloog. „De integratie van minderheden wordt belemmerd. Met name de minder ontwikkelde moslims kunnen gaan denken: Wij worden toch altijd verdacht. Dat kan tot botsingen leiden met Nederlanders. Moslims kunnen een sterke afkeer krijgen van westerse schijnheiligheid. Zo van: Ze zeggen wel dat medemenselijkheid een van de westerse waarden is, maar er blijkt niets van.”
Van Bruinessen kan zich voorstellen dat christenen huiverig zijn voor de komst van grote groepen moslims naar Nederland. „Ik wil die houding echter niet goedpraten. Vaak heeft die vrees te maken met onwetendheid. Iets wat vreemd is, komt vaak als bedreigend over. Als mensen echter in persoonlijk contact treden met moslims, is het goed mogelijk dat hun houding verandert.”
Heilig
De islamoloog beaamt dat er een grote kloof zit tussen de islam en het orthodoxe christendom. Toch zouden, vindt Van Bruinessen, juist behoudende christenen zich de positie van moslims moeten kunnen indenken. „Net als moslims hebben ook christenen een boek dat heilig voor hen is. Net als in de koran staan ook in de Bijbel teksten die erop wijzen dat de vrouw onder de man gesteld is. Die visie botst met moderne mensenrechten. Het onbegrip dat moslims op dat terrein tegenkomen, ervaren orthodoxe christenen ook.”
Zowel binnen de islam als onder christenen is de levenspraktijk „vaak heel anders” dan teksten in de koran en de Bijbel zouden doen vermoeden, betoogt Van Bruinessen. „Er wordt beweerd dat moslims gewelddadig zouden zijn, vanwege gedeeltes uit de koran. Toch klopt dat niet. Vergelijk dat met het omgaan met de Bijbel. In het Oude Testament staan heel wat gedeeltes waarin tegenstanders worden gedood. De conclusie dat christenen daarom hun tegenstanders doden, is niet juist. De praktijk is immers heel anders. Zo’n redenering geldt ook voor de islam.”
Barricaden
Een van de bekendste islam-critici in Nederland is prof. Pim Fortuyn, die in de race is voor het lijsttrekkerschap voor de partij Leefbaar Nederland. Onder meer in zijn columns voor Elsevier trok Fortuyn keer op keer van leer tegen de „islamisering” van de samenleving.
De islam vormt in Fortuyns optiek een regelrechte bedreiging voor de westerse samenleving. Volgens de publicist weigeren moslims de scheiding tussen kerk en staat te erkennen. Recent riep de Rotterdamse econoom op tot een ”Koude Oorlog” tegen de islam. „We zullen de barricaden op moeten om onze normen en waarden uit te dragen en te beschermen”, meldde hij in het CDA-Magazine.
Fortuyn, die zijn homoseksualiteit openlijk propageert, noemt het achterlijk dat de islam homoseksualiteit verbiedt. Ook maakt de islam zich in zijn optiek schuldig aan onderdrukking van de vrouw. Dat vrouwen en meisjes zich tooien met een hoofddoek vindt Fortuyn middeleeuws.
Islamoloog Van Bruinessen keert zich tegen de stellingname van Fortuyn. „Zo’n visie wakkert alleen maar angst aan. En ze gaat uit van de gedachte dat de islam onveranderlijk is en dat alle moslims gelijk denken. Dat is onzin.”
Echt bang dat het tot harde confrontatie tussen Nederlanders en moslims komt, is de islam-kenner vooralsnog niet. „De Nederlandse polderklei is te taai om opvattingen als die van Fortuyn op te nemen.”
Kledingvoorschriften
De vrees dat moslims een jihad beginnen en op termijn de macht in Nederland overnemen, is overtrokken. Dat stelt G. van de Bruinhorst, assistent in opleiding (aio) bij het International Institute for the Study of Islam in the Modern World (ISIM). Het instituut van de Leidse Universiteit doet onderzoek naar ontwikkelingen binnen de islam.
Ook onder moslims gaat de secularisatie hard, zegt Van de Bruinhorst, die kerkelijk onderdak heeft bij de Gereformeerde Gemeenten. „In de jaren zestig, zeventig en tachtig seculariseerden veel christenen. Zoiets zie je ook onder veel moslims. Ik heb contacten met islamitische studenten. Die noemen zichzelf wel moslim, maar bidden lang niet allemaal vijf keer op een dag, zoals de koran voorschrijft. Ook lichten veel meisjes de hand met de kledingvoorschriften. De benaming moslim is voor nogal wat studenten vooral een label om hun anders-zijn te benadrukken. Ze zeggen liever dat ze moslim zijn dan Irakees of Algerijn.”
Opiniepagina’s
Het zelfbewustzijn onder moslims in Nederland neemt toe, beamen zowel Van Bruinessen als Van de Bruinhorst. Islamoloog Van Bruinessen: „Geleidelijk aan zijn steeds meer moslims in staat om in de Nederlandse taal te vertellen wat hen beweegt. De eerste generatie moslims bestond uit gastarbeiders. Zij spraken vaak geen goed Nederlands. Hun kinderen beheersen de taal wel. Dus zie je hun bijdragen steeds meer op de opiniepagina’s van kranten verschijnen.”
Ook op universiteiten en in rechtbanken duikt het hoofddoekje op. Een teken van verdere profilering van moslims? Onderzoeker Van de Bruinhorst: „Of die waardering voor het hoofddoekje ook betekent dat moslimstudenten op het theologische vlak weer orthodoxer worden, waag ik te betwijfelen. Ik denk vooral dat moslimmeisjes zich met een hoofddoek veiliger voelen. Vooral ’s zomers zie je in Nederland veel bloot. Moslimmeisjes willen zich daartegen beschermen. Intussen kunnen het wel geëmancipeerde vrouwen zijn.”
Boekjes
De komst van moslims naar Nederland kan voor christenen „op het persoonlijke vlak” gevaarlijk zijn, betoogt Van de Bruinhorst. „Er zijn moslimzendelingen die de onfeilbaarheid van de Bijbel proberen te ondergraven. Ze verzamelen bijvoorbeeld teksten over verkrachting en homoseksualiteit en zeggen vervolgens: Kan dit Gods Woord zijn? Onder leiding van de Afrikaanse moslim Ahmed Deedat is een groot islamitisch centrum opgericht dat zich bezighoudt met vergelijkende godsdienstwetenschappen. Die mensen proberen de Bijbel aan te vechten. Er verschijnen dan boekjes met titels als „50.000 fouten in de Bijbel”.
Onder de ongeveer 800.000 moslims in Nederland zijn zo’n 6000 bekeerlingen. „Zij zeggen bijvoorbeeld dat de koran veel consistenter is dan de Bijbel. De koran is in veel kortere tijd geschreven. In de koran staan veel minder intellectuele zaken waarmee mensen problemen kunnen hebben, zoals de drie-eenheid. Christenen moeten ervoor waken dat ze zich door dergelijke argumenten laten overtuigen.”