De moord op klaarlichte dag op het Centraal Station van Brussel hield België weken in de greep, mede ook door de telkens herhaalde beelden van beveiligingscamera’s, waarop te zien was hoe de twee jonge daders wegrenden. Ongeveer 80.000 mensen liepen mee in een mars tegen zinloos geweld.Joe van Holsbeeck en zijn vriend Gil Van Driessche stonden op de middag van 12 april 2006 in de stationshal te wachten op een vriendin toen ze werden aangesproken door de twee Polen Adam G. en Mariusz O. De laatste greep naar de mp3–speler van Van Holsbeeck, waarop een worsteling volgde. G. stak Van Holsbeeck daarbij meerdere keren met een mes in de borst. Van Holsbeeck overleed in een ziekenhuis aan de gevolgen van de steekpartij.

Het duurde enige tijd voordat een van de daders door personeel van een technische school werd herkend op de beelden van de beveiligingscamera’s. Bijna twee weken na de moord werd de minderjarige Mariusz O. opgepakt. Hij gaf ook de naam van de andere dader, de toen zeventienjarige Adam G., die inmiddels naar Polen was gevlucht.

De Poolse autoriteiten leverden G. uit en hij werd door de Belgische jeugdrechter overgedragen aan een volwassenenrechtbank. Met zijn kompaan O. gebeurde dat niet, hij moet wel tot zijn twintigste in een gesloten jeugdinstelling blijven, zo besliste de jeugdrechter.

De mp3–moord was voor België het eerste voorbeeld van extreem zinloos geweld. Twee weken na de dood van Joe Van Holsbeeck werd een man in een bus in Antwerpen doodgeschopt door jongeren, omdat hij ze had aangesproken op hun gedrag. In februari 2007 werd een jongen in Oostende doodgestoken omdat hij een andere jongen een sigaret weigerde. Na incidenten in het Waalse Binche en Gent, vielen er deze zomer in Oostende opnieuw twee doden. Bij het laatste geval overleed een zeventienjarige jongen nadat hij met een skateboard op zijn hoofd was geslagen.