Oecumene ter discussie op EKD-synode
Twee lutherse bisschoppen hebben op de synode van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) de toekomst van de oecumene aan de orde gesteld. Bisschop Wolfgang Huber van Berlijn en Margot Kässmann van Hannover pleitten met het oog op de „verlamming van de Wereldraad van Kerken” voor een internationaal orgaan voor de protestantse kerken.
Onder druk van de Orthodoxe Kerken glijdt de Wereldraad af naar een oecumenisch forum waaraan de kerken zonder enige verplichting deel kunnen nemen, zei Huber op de synode, die deze week in Timmendorfer Strand wordt gehouden. Als gevolg van het beleid dat de Wereldraad voortaan besluiten alleen per consensus kan nemen, kan een minderheid van de ruim 340 lidkerken de behandeling van elk ongewenst thema verhinderen, aldus Huber.
De Wereldraad heeft het hart van de oecumene, de gezamenlijke oecumenische diensten, opgegeven, zei Kässmann, die net als Huber vele jaren in het bestuur van de Wereldraad actief is geweest. De orthodoxe kerken hadden op de bestuursvergadering van de Wereldraad in september, waar dit besluit werd genomen, duidelijk gemaakt dat alleen zij als „heilige, apostolische kerk” te beschouwen zijn en dat de niet-orthodoxe kerken dit niet zijn. De orthodoxe kerken weigeren de protestantse doop en tevens het protestantse ambt te erkennen.
„De protestanten zeggen nu dat er voor hen een grens is bereikt”, zei Kässmann. „Wij hebben fundamentele opvattingen die niet ter discussie staan.” Zij werd bijgevallen door synodelid Gisela Brackert, die de openstelling van het ambt voor vrouwen „een schat van het protestantisme” noemde. „Dat is niet iets waarvoor we ons moeten schamen.”
EKD-voorzitter Manfred Kock sprak in een reactie weliswaar van een „prachtige visie”, maar zei erbij dat hij ook erg sceptisch is. Er moet heel wat werk worden verzet voordat de protestantse kerken op één lijn zitten. De EKD zal in de Wereldraad blijven meewerken, zei Kock. Ook voor Huber en Kässmann staat dit niet ter discussie.
De synode riep donderdag het EKD-bestuur op een standpunt over de crisis in de Wereldraad te bepalen. Vragen over het kerkzijn en de toekomstige werkwijze van de Wereldraad moeten worden opgehelderd. Ook het opschorten van oecumenische diensten en de plaats van de vrouwen moeten worden bekeken.