Regelgeving dwarsboomt Amsterdamse tuktuks
De tuktuks zijn de afgelopen maanden vrijwel verdwenen uit het Amsterdamse straatbeeld. De gemotoriseerde driewielertaxi’s kampen met te strenge regelgeving. Ze hebben een vergunning nodig om langs de kant van de weg te stoppen en hebben nog altijd geen standplaats waar ze passagiers kunnen oppikken. De TukTuk Company hoopt dat de gemeente snel met een oplossing komt.
Volgens directeur Martijn Beversluis riskeert de tuktukbestuurder zonder vergunning, die al gauw 500 tot 600 euro kost en die de chauffeur persoonlijk moet aanvragen, een boete. Ze moeten daarvoor ook nog eens alle stadsdelen langs. Volgens Beversluis is de gemeente erg enthousiast over zijn initiatief, maar leidt de ambtelijke molen tot vertraging. „De gemeente moet de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aanpassen. Dat gebeurt waarschijnlijk pas volgend jaar".De directeur heeft vorige week een brief gestuurd naar de gemeente met het verzoek snel actie te ondernemen. In Den Haag, waar de tuktuks al langer rijden, speelden dezelfde problemen. Inmiddels is het daar goed geregeld.
In een reactie liet een woordvoerder van stadsdeel Amsterdam–Centrum weten niets van de problemen met tuktuks te weten. „Wij leggen ze juist geen strobreed in de weg. Ze kunnen gebruikmaken van de openbare weg en de laad– en losplaatsen in de binnenstad; daarvoor is geen vergunning nodig. Problemen ontstaan alleen bij langdurig parkeren, zoals dat soms gebeurt op de hoek van de Dam en bij de Stopera".
Volgens de woordvoerder denkt de gemeente op dit moment na over een vaste plaats voor de tuktuks bij het station. Voor een definitieve plaats moet echter eerst het Stationseiland opgeleverd worden. Op die locatie wordt op dit moment nog gewerkt aan de Noord–Zuidlijn.
De afgelopen tijd hebben de tuktuks overigens niet stilgestaan. Ze zijn vooral ingezet bij evenementen. Ook hebben ze op proef bij de treinstations Amsterdam Amstel en Amsterdam Bijlmer ArenA gereden. Volgens de directeur is het de bedoeling dat dit een vervolg krijgt. In oktober wil Beversluis weer meer in de stad gaan rijden. „We hopen dat de politie dan wat meer gedoogt. We doen wat we kunnen, maar het is best lastig. Chauffeurs voelen zich soms opgejaagd wild als er weer een motoragent achter ze aankomt. Dat is heel frustrerend".