De NAVO reageerde hiermee op Pakistaanse kritiek dat Amerikaanse troepen in Pakistan actief zijn geweest en bovendien raketten op Pakistaans grondgebied hebben afgeschoten.„De NAVO stuurt geen troepen over de grens”, zei Appathurai op een persconferentie. Het mandaat van de 47.000 NAVO-militairen stopt bij de grens. „Er worden door de NAVO geen grond- of luchtaanvallen uitgevoerd op Pakistaans grondgebied.” De Verenigde Staten hebben echter buiten de NAVO om nog enkele duizenden manschappen voor terreurbestrijdingsoperaties in Afghanistan.

De NAVO houdt militanten in Pakistan verantwoordelijk voor de toename van geweld de laatste maanden in het oosten van Afghanistan en klaagt dat de Pakistaanse autoriteiten te weinig doen om het probleem aan te pakken. De oplossing voor het probleem ligt in het tegenwerken van het groeiende extremisme.

„Pakistan moet effectief actie ondernemen, samen met de rest van de internationale gemeenschap en de Afghanen, en de problemen aanpakken die in toenemende mate de stabiliteit van zowel Afghanistan als Pakistan bedreigen”, aldus Appathurai.

Volgende week komt de dreiging die uitgaat van militanten die zich over de grens in Pakistan terugtrekken mogelijk aan bod bij een vergadering van ministers van defensie in Londen. Een verandering van het beleid die aanvallen in Pakistan toestaat komt er hoogstwaarschijnlijk niet.

Er is een nieuwe strategie nodig om te voorkomen dat strijders van de taliban en al-Qaida eenvoudig de grens tussen Afghanistan en Pakistan kunnen oversteken. Dat heeft de Britse premier Gordon Brown donderdag gezegd.

Op een persconferentie zei Brown dat hij binnen enkele dagen over de kwestie zal spreken met de nieuwe Pakistaanse president Asif Ali Zardari. Het noordwesten van Pakistan wordt gezien als een broeinest van aan de taliban en al-Qaida gelieerd terrorisme.

De nieuwe regering in Pakistan heeft de militaire acties in de grensregio opgeschroefd. Brown zei dat hij later op de dag met de Amerikaanse president George Bush zou spreken over een nieuwe strategie voor de grensbewaking. Op een informele NAVO-vergadering zou vandaag worden gesproken over de militaire missie in Afghanistan.

De leider van het Pakistaanse leger, die kritiek heeft geuit op Amerikaanse acties in de grensstreek met Afghanistan, heeft bijval gekregen van zijn premier, Yousaf Raza Gilani. De woorden van generaal Ashfaq Parvez Kayani weerspiegelen het regeringsstandpunt, zei Gilani donderdag.

Kayani zei woensdag dat eenzijdige acties een ondermijning konden betekenen van een gezamenlijke strijd tegen moslimextremisme. Vorige week voerden de Verenigde Staten een grondaanval uit in het noordwesten van Pakistan, aan de grens met Afghanistan. Het was de eerste keer dat Washington toegaf achter een actie in Pakistan te zitten. Amerikaanse betrokkenheid bij andere acties werd wel steeds vermoed, maar nooit bevestigd.

Een bron die nauw verbonden is met het Witte Huis vertelde donderdag aan Associated Press dat president Bush deze zomer een geheim bevel heeft getekend dat de Amerikaanse troepen in Afghanistan een volmacht geeft om ook aanvallen uit te voeren over de grens in Pakistan. Volgens de nieuwe regel mogen Amerikaanse soldaten ook beginnen met schieten, in plaats van alleen defensief op te treden. Volgens de bron zijn de Pakistanen niet van tevoren over de beleidswijziging ingelicht, omdat de vrees bestaat dat de Pakistaanse geheime dienst en het leger geïnfiltreerd zijn door al-Qaida.

De nieuwe Pakistaanse president Asif Ali Zardari zei dat hij een bondgenoot blijft van de VS in de strijd tegen terrorisme. Maar de Pakistaanse regering wil niet de indruk wekken al te afhankelijk te zijn van Washington, dat al miljarden dollars in de Pakistaanse strijd tegen islamitisch geweld heeft gepompt. Veel Pakistanen wijten de toename van geweld in hun land juist aan de samenwerking met de VS.

Kayani gaf met zijn opmerkingen aan gevoelig te zijn voor die kritiek, die wellicht ook in het zeer invloedrijke leger leeft. President Zardari kreeg eerder al kritiek, omdat hij zich niet duidelijk genoeg zou hebben uitgesproken tegen de Amerikaanse aanvallen in Pakistan.

Pakistaanse veiligheidstroepen hebben in het grensgebied bij Afghanistan tachtig tot honderd militante moslims gedood die banden hebben met al-Qaida. Dat heeft een regeringsfunctionaris donderdag gezegd. Volgens de zegsman waren de meeste gedode militanten buitenlanders.

Twee Amerikaanse militairen zijn donderdag in het oosten van Afghanistan door vijandelijke strijders gedood. Daarmee is 2008 nu al het bloedigste jaar voor het Amerikaanse leger sinds het begin van de missie, die een directe reactie was op de aanslagen in New York en Washington precies zeven jaar geleden.

Het talibanregime, dat een platform zou hebben geboden aan de terroristen achter de aanslagen in de VS, werd binnen enkele weken verdreven. Maar de taliban zijn sindsdien getransformeerd in een dodelijke krijgsmacht die niet alleen aanslagen pleegt, maar ook conventionele aanvallen uitvoert. Hun aanslagen -met name zelfmoordaanslagen en aanslagen met bermbommen- worden tegelijk ook steeds dodelijker.

De krachtstoename van de taliban is mede toe te schrijven aan de groeiende stroom Arabische, Tsjetsjeense en Oezbeekse strijders die in Afghanistan en Pakistan mee komen vechten in de jihad. Zij brengen bovendien militaire expertise met zich mee die de taliban voorheen ontbeerden.

Amerikaanse generaals, Europese politici en analisten zijn het erover eens dat de strijd tegen de taliban alleen maar moeilijker wordt, zolang hun strijders zich in het naburige Pakistan ongestoord kunnen terugtrekken, hergroeperen en trainen. Ook al-Qaidaleider Osama bin Laden zou zich in het onherbergzame grensgebied ophouden.

Op dit moment telt het Amerikaanse contingent in Afghanistan 33.000 manschappen, het hoogste aantal sinds het begin van de missie.