Dode bij protesten in Bolivia
Tegenstanders en aanhangers van de Boliviaanse president Evo Morales zijn gisteren slaags geraakt in het oosten van het land. Bij de gevechten, waarbij gebruik werd gemaakt van knuppels, machetes en vuurwapens, viel zeker één dode. Twintig mensen raakten gewond.
Morales’ tegenstanders hadden het tevens gemunt op gasinstallaties. Door sabotage aan pijpleidingen en de bestorming van een installatie kwam ongeveer de helft van de Boliviaanse gasexport tijdelijk stil te liggen.De demonstranten voeren al twee weken actie tegen plannen van de president om de grondwet en de verdeling van de inkomsten uit gaswinning te herzien. Deze week is het protest voor het eerst uitgelopen op geweld. Woensdag vielen bij gevechten in Tarija, waar demonstranten de controle over een aantal gasvelden hebben overgenomen, tachtig gewonden.
Het gasrijke oosten van Bolivia is van oudsher welvarender, maar Morales, de eerste president van inheemse afkomst, wil de inkomsten ook ten goede laten komen aan voorzieningen voor de armere bevolking in het westen. Daarnaast willen de provincies in het oosten grotere autonomie en zijn dus tegen een centralisering van de macht zoals Morales die voorstaat.
De binnenlandse onlusten hebben tot een diplomatieke rel met de Verenigde Staten geleid. Een dag nadat Bolivia de Amerikaanse ambassadeur wegens inmenging ongewenst had verklaard, reageerde Washington met de uitzetting van de Boliviaanse topvertegenwoordiger in de Verenigde Staten.
Het olierijke Zuid Amerikaanse Venezuela verklaarde zich daarop solidair met Bolivia. De linkse president Hugo Chavez bestempelde de Amerikaanse ambassadeur Patrick Duddy tot persona non grata. Ook dreigde Chavez de olieleveringen aan de Verenigde Staten stop te zetten, mocht Washington zijn regering „aanvallen.” Om uitwijzing van zijn eigen vertegenwoordiger in Washington te voorkomen, riep Chavez hem meteen terug.