Dat stelt het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht in het woensdag gepresenteerde rapport ”Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2007”.Meer dan de helft van de schoolverlaters vond de opleiding te weinig uitdagend. Alleen in het wetenschappelijk onderwijs is die situatie gunstiger. Daarnaast vindt 36 procent dat de examens niet pittig waren en oordeelt 40 procent dat de docenten niet streng waren in de beoordeling van studenten.

De Maastrichtse universiteit noemt het opvallend dat 50 procent van alle schoolverlaters -ook die in het universitair onderwijs- vindt dat in de opleiding onvoldoende op inzicht wordt getoetst.

Een grote meerderheid (83 procent) zou, achteraf bezien, de gevolgde opleiding opnieuw kiezen. Gemiddeld vindt 58 procent dat de opleiding een goede basis bood om kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Onder de afgestudeerden van de universiteiten is dit zelfs 83 procent.

Ongeveer negen van de tien schoolverlaters van het voortgezet onderwijs gaan na het behalen van het diploma verder met een vervolgopleiding. Bij het mbo kiest een op de twee schoolverlaters voor een vervolgstudie. De afgestudeerden van het hbo en het wo bieden zich relatief gezien het vaakst aan op de arbeidsmarkt.

Dit jaar namen zo’n 38.000 schoolverlaters en afgestudeerden deel aan de jaarlijkse enquête van het ROA. Slechts 40 procent van hen is van mening dat zijn opleiding een goede basis bood voor de start op de arbeidsmarkt. Dit percentage stijgt naarmate het onderwijsniveau hoger wordt (van 24 procent op het vmbo tot 60 procent voor het wetenschappelijk onderwijs). Dat bevestigt het uitgangspunt van de overheid dat vmbo’ers gestimuleerd moeten worden hun opleiding in het mbo te vervolgen. Ondanks de vraagtekens bij de voorbereiding op de arbeidsmarkt is de werkloosheid laag, is 75 procent tevreden over zijn baan, terwijl de carrièreperspectieven volgens iets meer dan de helft van de schoolverlaters goed zijn.

Van de gediplomeerden is 7 procent direct na het behalen van het diploma vier maanden of langer werkloos. Na anderhalf jaar ligt het werkloosheidspercentage op 4 procent, 2 procent lager dan vorig jaar.

Ongeveer 75 procent van de werkende schoolverlaters heeft een baan die aansluit bij het bereikte opleidingsniveau. Bijna 70 procent heeft een baan die qua richting aansluit bij de gevolgde opleiding.