„Mensenrechten horen in onderwijsprogramma”
In het Nederlandse onderwijs is nauwelijks plaats voor de mensenrechten. Scholieren hoeven 60 jaar na het aannemen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens niet te weten dat er bepaalde rechten zijn die je simpelweg hebt, omdat je mens bent.
Dat constateerde Barbara Oomen, hoogleraar rechten aan de Roosevelt Academy in Middelburg, woensdag bij de viering van het veertigjarig bestaan van de katholieke mensenrechtenorganisatie Justitia et Pax Nederland in Den Haag. Oomen zei dat het ontbreken van de mensenrechten in de leerplannen niet alleen strijdig is met de internationale verplichtingen van Nederland. Het is zorgelijk in een tijd van toenemende polarisatie en een tanend draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking.Aan de wieg van de Nederlandse tak van Justitia et Pax stonden onder anderen kardinaal Bernard Alfrink, de toenmalige aartsbisschop van Utrecht, de latere premier Ruud Lubbers en vooral Marga Klompé, in 1956 de eerste vrouwelijke minister in Nederland. Klompé was na haar vertrek uit de politiek, in 1971, dertien jaar voorzitter. De titel van de viering van het veertigjarig bestaan ’Mensen kunnen de wereld veranderen’ was een citaat van haar.
Lubbers noemde in een KRO–programma dat woensdag werd vertoond, Justitia et Pax „een luis in de pels" van de Rooms–Katholieke Kerk. Het Vaticaan was er bijvoorbeeld ongelukkig mee dat afdelingen van de mensenrechtenorganisatie in Latijns–Amerika met bevrijdingstheologen samenwerkten.
De Nederlandse afdeling van Justitia et Pax houdt zich onder meer bezig met de rechten van minderheden in Pakistan en India, de positie van migranten in Nederland en daarbuiten en de strijd tegen seksueel geweld.
