Besturenraad: Boerkaverbod is principieel onjuist
Het boerkaverbod is overbodige regelgeving. Bovendien is het principieel onjuist dat de overheid kledingvoorschriften aan het onderwijs oplegt.
Dat stelt de Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs in reactie op de aankondiging van minister Plasterk dat hij het dragen van gelaatsbedekkende kleding binnen scholen wil verbieden. Het is te vrezen dat dit verbod de deur openzet naar toekomstige andere kledingvoorschriften van de kant van de overheid, stelt de Besturenraad.De organisatie vindt dat scholen heel goed zelf kunnen beslissen of ze boerka’s willen verbieden. Zij kunnen uit het oogpunt van communicatie en identificeerbaarheid eisen stellen aan de kleding van leerlingen en medewerkers. Een wettelijk verbod hebben zij daarvoor niet nodig.
De Besturenraad deelt de opvatting van het kabinet dat gelaatsbedekkende kleding om pedagogisch-didactische redenen onwenselijk is. Echter, de scholen die met deze kleding worden geconfronteerd, moeten de vrijheid hebben om daar op eigen wijze mee om te gaan.
De Besturenraad vindt het verder onwenselijk om het verbod ook voor ouders te laten gelden. „Het is voor scholen van groot belang de communicatie met ouders die zich door gelaatsbedekkende kleding mogelijk isoleren, in stand te houden.” Een wettelijk verbod brengt het risico met zich mee dat deze ouders zich helemaal niet meer op school laten zien, stelt de koepelorganisatie.