De familie van ’s werelds bekendste terrorist
De Amerikaanse journalist en onderzoeker Steve Coll schreef een fascinerend portret van de Bin Ladens, een van de rijkste en meest controversiële families ter wereld. Ze dienen al vele generaties de Saudische koninklijke familie en rekenden George Bush sr., Jimmy Carter en prins Charles tot hun kennissenkring. Maar er is ook die ene zoon Osama, het brein achter de aanslagen van 11 september 2001 op de Twin Towers in New York.
Het familieverhaal begint rond 1900 in het zuiden van Arabië, het huidige Jemen. In de regio Hadramaut -dat ”de dood is onder ons” betekent- gaat een os dood. De eigenaar van de os is ene Bilawal, die tot de machtige Obeidstam behoort. Bilawal heeft zijn os uitgeleend aan Awadh bin Laden om het land te ploegen. De arme Awadh heeft de grootst mogelijke pech dat het dier onder zijn juk doodgaat. Omdat de Bin Ladenstam de kosten -40 zilveren riyal- niet kan vergoeden, vlucht Awadh naar een naburige regio en huwt daar een vrouw.Awadh en zijn vrouw krijgen drie dochters en drie zoons. De namen van de dochters zijn niet overgeleverd, de jongens heten Mohammed, Abdullah en Omar. De jongste sterft als kind. Nadat Awadh in ballingschap is gegaan, werkt hij hard en sterft jong. Hij overlijdt waarschijnlijk voordat Mohammed en Abdullah tieners zijn.
Voor Mohammed en Abdullah zit er weinig anders op dan verder te trekken, op zoek naar werk. Na omzwervingen in Arabië en Afrika, waar Mohammed door een ongeluk een oog verliest, strijken de twee jongeren neer in de Saudische havenstad Jeddah Ze zoeken werk in de bouw. Enkele decennia later leidt Mohammed bin Laden het grootste bouwbedrijf van Saudi-Arabië. Hij voert prestigieuze projecten uit in Mekka, Medina en Jeruzalem. Hij wordt de beschermeling van de Saudische koning en verwekt 54 erkende zoons, onder wie ’s werelds bekendste terrorist.
Geen commentaar
De familiegeschiedenis van de Bin Ladens is uitermate fascinerend. Steve Coll, tweevoudig winnaar van de Pulitzerprijs, werkte twee jaar aan het boek, waarvoor hij in ruim vijftien landen zo’n 150 mensen interviewde. Het resultaat is een vlot geschreven, indrukwekkend relaas. Coll werkte eerder voor onder meer The Washington Post. Sinds vorig jaar is hij directeur van de in Washington gevestigde politieke denktank New America Foundation.
Coll levert geen commentaar op de familie Bin Laden. Hij laat de feiten, en dat zijn er heel veel, spreken. De lezer maakt kennis met een familie die in de islam is geworteld, door haar rijkdom kennismaakt met het rijke Westen, maar toch Arabisch, islamitisch blijft.
Coll weeft de familiegeschiedenis rond drie personen. In de eerste plaats is er Osama’s vader Mohammed, die vanuit het niets een fortuin opbouwt. Hij doet het zonder steun, zonder opleiding, met één oog. Hij begint in Jeddah als sjouwer. Vervolgens begint Mohammed een kraampje waar hij gegrilde gerechten verkoopt. Al snel beseft hij dat de huizenbouw de toekomst heeft. In 1931 richt hij een eigen bedrijfje op.
Door de beurskrach van 1929 loopt het toerisme en daarmee ook de islamitische pelgrimage terug. Mohammed beseft dat hij niet langer kan leven van de opdrachten in Jeddah en richt zijn vizier op de koning, die de eigenaar is van de uitbreide olievelden. Waar en wanneer Mohammed koning Abdulaziz voor het eerst ontmoet is niet bekend, maar al binnen korte tijd krijgt hij tal van koninklijke opdrachten om projecten in Riyad te beginnen. Hij gaat huizen en paleizen bouwen voor de koninklijke familie. Wat de Bin Ladens uniek maakt, is hun alleenrecht om te bouwen in de heiligste plaatsen van de islam: Mekka en Medina.
Het fortuin en de goede banden met de Saudische koninklijke familie, de Sauds, veranderen niets aan de sociale status van de Bin Ladens. Ze zijn en blijven immigranten uit de arme Jemenitische regio Hadramaut. De Sauds zullen nooit hun dochters met een Bin Laden, een immigrant, laten trouwen.
Mohammed overlijdt in 1967 als gevolg van een vliegtuigongeluk. Zijn zoon Salem komt dan aan het hoofd van de familie en het bedrijf te staan. Salem is vooral een levensgenieter. „Hij verslond de kranten bepaald niet en tijdens de lange uren die hij op bed doorbracht voor de televisie en tegelijkertijd aan de telefoon, keek hij liever naar actiefilms dan naar nieuwsuitzendingen.”
Nar
Coll noemt hem „de nar in een shakespeareaans drama.” Salem heeft de gewoonte om openlijk over zijn winden te praten. Een keer laat hij in de aanwezigheid van de gouverneur van Riyad een luidruchtige wind. Dat is in de bedoeïenencultuur even taboe als in de Franse salon. Salem komt er lachend mee weg.
Op een dag vraagt hij vier westerse vrouwen tegelijk ten huwelijk. Met koning Fahd wedt hij dat de vier vrouwen zullen instemmen. Hij ziet het al voor zich: een huizencomplex buiten Jeddah met de VN-vlag erop, daarbinnen vier gebouwen met elk de nationale vlag van de vrouw die er woont, de auto’s uit hun landen voor de deur, de vrouwen erin. Salem verliest de weddenschap, maar het voorval zegt genoeg over hoe hij in elkaar steekt.
Toch verliest Salem het zakelijke belang niet uit het oog. „Wat de koninklijke familie wilde, wilde hij ook”, schrijft Coll. De Saudische prinsen vermaken zich om Salems interesse in vrouwen, snelle auto’s, privévliegtuigen en nieuwe technische snufjes. Dat laatste behoort tot Salems strategie: hij wordt inkoper van alle nieuwe technische producten voor de leden van de koninklijke familie.
Salem wordt na de inval van de Russen in Afghanistan in 1979 de verbindende schakel tussen Osama’s strijders in dit land en hun financiers: de regeringen en geheime diensten van Saudi-Arabië en de Verenigde Staten. Salem regelt de geldstromen en wapenleveranties aan zijn broer, wanneer die in de jaren tachtig tegen het Rode Leger vecht.
Osama wordt op school op jonge leeftijd gerekruteerd door de Moslimbroeders en daarna krijgt hij oorlogservaring in Afghanistan, als hij tegen de Russen vecht. In dat land ontdekt hij een missie voor zichzelf. Als Osama in 1988 terugkomt uit Afghanistan overlijdt zijn broer Salem, eveneens als gevolg van een vliegtuigongeluk. Osama vindt dat hij Salem moet opvolgen. Hij heeft zichzelf als leider bewezen in Afghanistan en heeft met zijn strijd bovendien roem behaald voor zijn land, de islam en zijn familie. Hij verdient een prominente plaats in de familie, meent hij, maar in plaats daarvan krijgt hij ruzie met het koningshuis en daardoor ook problemen met zijn broers, die voor opdrachten afhankelijk zijn van de Sauds. Hij vormt de terreurgroep al-Qaida, ook om duidelijk te maken dat hij met zijn broers breekt, dat hij zijn eigen pad kiest omdat hij, de rechtmatige erfgenaam van zijn vader en het genie van de familie, niet wordt erkend.
Modern persoon
Steve Coll schildert Osama als een modern persoon. Het cliché van de man met de baard die in zijn grot terugverlangt naar de zevende eeuw klopt niet. Osama is dol op de moderne technologie, die heeft hem ook succesvol gemaakt. Nog voordat het tijdperk van de mobiele telefoon is aangebroken, pleegt Osama al met een satelliettelefoon vanuit Afghanistan simultaan twee aanslagen in Afrika. Osama is een hoogst innovatieve terrorist, hij houdt van technologie. „Als je naar zijn vader, broers en zussen kijkt, weet je waar deze liefde vandaan komt”, aldus Coll.
Coll herkent het charisma en de genialiteit van Mohammed bin Laden duidelijk in sommige van diens zoons, al is het bij hen doorgeslagen. Salem is een goed zakenman, maar hij weet geregeld niet meer hoeveel vriendinnen hij erop nahoudt en waar. Hij is een avonturier, wereldreiziger, piloot, drinkebroer en klimt overal op een podium om er Amerikaanse popliedjes te zingen. Hij is net als Osama een charismatische excentriekeling, alleen op een andere manier. Beide zoons zijn kennelijk geïnspireerd door hun vader.
De kracht van Colls boek zit in de kleurrijke portretten, het afgewogen beeld van de familie, de veelvoud aan feiten en de prettige stijl van schrijven. Anderzijds zijn de details soms te uitgebreid, zodat de lezer erin verdrinkt.
Vragen
Bovendien blijven sommige vragen onbeantwoord. Wat doet Bin Laden op dit moment? Maar vooral: hoe werd hij een terrorist? Ongetwijfeld is de naschoolse islamitische studiegroep onder leiding van een Syrische gymleraar daarbij van invloed geweest. Hier neemt Osama de stijl en overtuiging van jonge islamitische activisten over. Hij laat zijn baard groeien en loopt in ongestreken overhemden. Maar hij is daarmee nog geen terrorist.
Coll noemt in dit verband ook de ervaringen van Osama als strijder in Afghanistan, maar tot een bevredigend antwoord komt hij niet. Coll citeert een interview met een Amerikaanse journaliste met Abdullah, een broer van Osama, uit het jaar 2002. „Weet u wat Bin Laden tot de man heeft gemaakt die hij nu is?” vraagt ze. Abdullah antwoordt: „Ik zou willen dat ik het antwoord op die vraag weet.”
N.a.v. De Bin Ladens. Een Arabische familie in het hart van de wereld”, door Steve Coll; uitg. Mouria, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 458 00424; 559 blz.; € 25,-.