Onder meer US Steel, het grootste staalconcern van de VS, en Bethlehem Steel, de nummer drie, nemen aan de gesprekken deel. Ze willen daarbij ook de hulp van de overheid en vakbonden inroepen.

De noodgreep is het gevolg van de grote malaise waarin de staalbedrijven zijn beland. Omdat de industrie in de VS zeer gefragmenteerd is, hebben de bedrijven het moeilijk om op te boksen tegen goedkoper staal uit Europa, Oost-Europa en vooral Azië. De crisis kwam in oktober duidelijk aan het licht toen Bethlehem Steel uitstel van betaling aanvroeg. Meer dan twintig bedrijven waren Bethlehem toen al voorgegaan.

Op hulp van de overheid kunnen de staalbedrijven waarschijnlijk wel rekenen. President Bush kondigde in juni al een reddingsplan aan.

Bush streeft ernaar gesprekken te voeren met het buitenland om de overproductie in de staalsector te beperken. Daarnaast wil de president nieuwe regels voor de handel in staal en eliminatie van subsidies. Ook is Bush van plan de staalbedrijven tegemoet te komen in de hoge pensioen- en medische kosten, die voor een deel verantwoordelijk zijn voor de problemen.

Dat het de Amerikaanse staalproducenten ernst is, bleek gisteren. Volgens topman Thomas Usher van de US Steel-holding USX is consolidatie in de sector onder de juiste voorwaarden een positieve stap op weg naar een gezondere bedrijfsvoering. Hij noemde de plannen van Bush daarin essentieel.

Schaden
De grote eensgezindheid in de VS kan wel eens negatief uitpakken voor het buitenland. De Amerikaanse regering heeft al laten onderzoeken of bepaalde importen de staalbedrijven in de VS schaden. De International Trade Commission (ITC) oordeelde eind oktober dat dit het geval is. Op 19 december moet de ITC aanbevelingen doen voor beperkingen op de invoer van staal. De industrie heeft gevraagd om extra importtarieven van 30 tot 50 procent. Bush moet uiteindelijk de knoop doorhakken.