„Kloof politiek en burgers valt mee”
Politici weten heel goed wat burgers bezighoudt. Dat blijkt uit onderzoek van gemeenteraad.nl en TNS NIPO.
Uit de Draagvlakmonitor, voorgelegd aan ruim 1800 raadsleden, blijkt dat raadsleden heel goed weten welke beleidsterreinen burgers belangrijk vinden én hoe de burger denkt over de uitvoering.Ondanks dit positieve gegeven blijkt uit hetzelfde onderzoek dat de burgers zelf slecht te spreken zijn over de uitvoering van de gemeentelijke taken die de burgers zo belangrijk vinden. Raadsleden weten wel wat er speelt, maar slagen er niet in het gemeentelijk beleid ook in te richten naar de wensen van burgers.
Niet het gebrek aan kennis over wat burgers belangrijk vinden maar de kwaliteit van het overheidsbeleid veroorzaakt de ervaren afstand van de burger tot de politiek.
Volgens Gert-Jan Broer, adviseur van gemeenteraad.nl, is de kloof tussen politici en burgers voor een belangrijk deel te verklaren uit de relatief passieve houding van veel raadsleden.
Die houding blijkt onder meer uit de manier waarop raadsleden hun informatie verzamelen. „Informatiebronnen als de krant, het wijkblad en aangesproken worden door inwoners scoren het hoogst bij raadsleden om te achterhalen wat de burger belangrijk vindt. Pas daarna volgen bronnen als werkbezoeken afleggen en zelf contact opnemen met verenigingen en organisaties.”
Aan de raadsleden is ook gevraagd hoe zij het liefst contact onderhouden met de samenleving. Ook hier scoort een passieve wijze het hoogst: inwoners kunnen inspreken bij vergaderingen. Bijna de helft (44 procent) van de raadsleden noemt dit als belangrijkste manier om als raad contact te houden. Broer: „Dit beeld van de teruggetrokken vergadertijger laat zich moeilijk rijmen met de goed geïnformeerde volksvertegenwoordiger.”
Volgens Broer vraagt de vertegenwoordigende rol van raadsleden juist om een actieve houding. „Dat betekent dat de raad ook het gesprek moet aangaan met burgers en organisaties die tevreden zijn of lijken”, aldus Broer.