Blinden bezorgd over lesmateriaal
Leermiddelen worden steeds kleuriger, steeds flitsender, steeds meer met plaatjes geïllustreerd. En daarmee steeds ontoegankelijker voor visueel gehandicapte leerlingen. In een manifest vroeg hun belangenorganisatie de overheid maandagmiddag om maatregelen.
Vliegensvlug glijdt de wijsvinger van Kees Greven (17) over de brailleregel voor zijn laptop. Moeiteloos leest hij de wiskundeopgave voor. „Zodra er echter tabellen en illustraties bijkomen, wordt het lastig.”Haast nog moeilijker zijn opdrachten om iets op internet op te zoeken. „Pijlen, vormpjes die over het scherm schieten, het maakt de brailleregel hopeloos in de war.”
De groepen 5, 6 en 7 volgde hij op het blindeninstituut Bartiméus in Zeist. Omdat vmbo daar destijds de enige vorm van vervolgonderwijs was, ging hij voor groep 8 naar een reguliere school. Zijn ouders moesten nogal wat moeite doen om een middelbare school te vinden waar hij het vwo kon volgen. Uiteindelijk kwam hij op het Bonifatiuscollege in Utrecht terecht. „De leraren daar steken er heel veel tijd en energie in.”
Dat laatste is vooral nodig omdat veel leermiddelen slecht toegankelijk zijn, zegt Kees. „Boeken worden voor de hedendaagse leerling steeds meer opgeleukt. Voor slechtzienden worden ze daardoor juist lastiger om te gebruiken. Cd-roms, filmpjes en pdf-bestandjes zijn vaak ontoegankelijk. Huiswerk maken kost daardoor erg veel tijd.”
Het manifest dat Viziris, de overkoepelende organisatie van verenigingen voor mensen met een visuele beperking, vanmiddag -op Wereldalfabetiseringsdag- aan staatssecretaris Dijksma van Onderwijs aanbood, vraagt dan ook om regelgeving die uitgevers ertoe dwingt leermiddelen voor slechtzienden toegankelijker te maken. „We vragen daarvoor voortdurend aandacht, maar er is nog weinig verbetering”, zegt directielid J. Berghuis van Bartiméus. „Slechtzienden zouden gelijke kansen moeten hebben, ook om vakken als wis-, natuur- en aardrijkskunde te volgen.”
„Uit tabellen is geen wijs te worden”, zegt Kees. „Bij plaatjes zouden uitgevers er standaard begeleidende tekst onder moeten zetten. Als uitgeverijen in het basisontwerp van methoden meer rekening met ons houden, is de omzetting naar braille eenvoudiger.”
„Leerlingen zouden zelfstandig met een methode moeten kunnen werken, zonder constant hulp van docenten of ouders te moeten vragen”, zegt Berghuis, sectordirecteur Ambulante Onderwijskundige Begeleiding. „Digitale examens zouden toegankelijk moeten zijn zonder dat opdrachten moeten worden voorgelezen. Er is een maatschappelijk streven naar inclusief onderwijs voor leerlingen met beperkingen, maar daarin valt nog veel te verbeteren.”