„Jullie zijn vanaf nu allemaal hindoes”
Het bloedige geweld van radicale hindoes tegen christenen in de Indiase deelstaat Orissa is meer dan een incident. Als het aan deze hindoes ligt is er in hun land geen plaats voor christenen. Iedere aanleiding zullen ze aangrijpen om dat ideaal dichterbij te brengen. Bij de moord op een van hun leiders, eind vorig maand, was het zover. Sindsdien komt het ene na het andere gruwelverhaal uit Orissa.
Zijn verhaal stond deze week op ”Persecution Update”, een website van de Global Council of Indian Christians, de GCIC. Een rooms-katholieke priester vertelt vanuit het ziekenhuis hoe hij een dag eerder in de stad Bhubaneswar door hindoeradicalen uit zijn huis was gesleurd, samen met een non op een kar gezet en door de straten werd gereden. „Ze trokken de kleren van mijn lijf, deden hetzelfde bij de non, en eisten van me dat ik in het openbaar seksuele gemeenschap met haar zou hebben. Want dat doen priesters en nonnen altijd, zeiden ze erbij. Toen ik dat weigerde sloegen ze me bont en blauw. De zuster hebben ze daarna zelf verkracht. Later hebben ze me van de kar gehaald, en kreeg ik kerosine over mijn hoofd gegoten. Met lucifers in de hand suggereerden ze me in brand te willen steken, maar gelukkig heeft God dat verhoed.”Het is een van de gruwelverhalen die vrijwel dagelijks uit de Indiase deelstaat Orissa, in het noordoosten van het land, komen. Christenen, of het nu rooms-katholieken of protestanten zijn, worden er met bruut geweld opgejaagd, mishandeld, vernederd of zelfs vermoord. Hun huizen en kerkgebouwen verbrand.
En dat alles nadat een van de hindoeradicale voormannen in het gebied, Swami Laxmananda in Bhubaneshwar op 23 augustus was vermoord. Wie die moord had gepleegd? De autoriteiten in Orissa wisten het al snel: maoïstische rebellen. Maar hindoeradicalen grepen hun kans om een andere groep aan te pakken: christenen. Daarom stelde VHP-leider Pravin Bhai Tagodia tegen beter weten in dat de aanslag het werk was geweest van ’de christenen’, en voegde hij eraan toe dat „de kerken in Orissa verboden moesten worden.”
Zijn suggestieve opmerkingen waren niet tegen dovemansoren gezegd. Er volgde een heuse pogrom op christenen, waarvan het einde nog niet in zicht is. Bendes hindoefanatici trokken van dorp naar dorp, huizen in brand stekend, kerkgebouwen werden afgebroken en mensen mishandeld. Zo’n 15.000 christenen zijn op de vlucht geslagen. Zeker 43 mensen kwamen om door het geweld.
Zelfs de vluchtelingen worden niet met rust gelaten. Zo werd donderdag vanuit het gebied gemeld dat het drinkwater in diverse opvangkampen was vergiftigd, of dat hindoes pogingen deden om het te vergiftigen.
Gedwongen bekeringen
Erger, aldus dr. Sajan George, president van de Indiase Raad van Kerken, zijn de gedwongen bekeringen. Daarbij worden de bossen door bendes uitgekamd op zoek naar zich schuilhoudende christenen. Die worden vervolgens meegesleept naar de dorpen, waar ze tijdens zogenaamde ”thuiskomstbijeenkomsten” tot het hindoegeloof worden gedwongen. George meldt dat zo’n 3000 doodsbange christenen inmiddels op die manier hun christelijk geloof hebben afgezworen. Hindoes spreken van vrijwillige bekeringen, maar de realiteit is wel anders, weet hij.
Over gedwongen bekering kan ook de 22-jarige Kabita Naik meepraten. Ze ontvluchtte haar dorp Raikia, nadat haar doodzieke oma overleden was vanwege het ontbreken van medicijnen. Hindoeactivisten hadden het dorp omsingeld en lieten niemand door, ook niet om medicijnen te halen. In plaats van dat de vrouw een christelijke begrafenis kreeg, namen de hindoes haar lichaam mee om het volgens hindoegebruik in het openbaar te verbranden. „Jullie zijn immers allemaal hindoes”, werd Kabita te verstaan gegeven.
Dr. George hekelt de lakse opstelling van de autoriteiten. Zo keek de politie toe hoe dorp na dorp werd aangevallen.
Was er van de kant van de overheid sprake van opzet in plaats van onmacht? John Dayal, vicevoorzitter van de genoemde raad, is daarvan overtuigd. Het is niet voor het eerst dat Orissa te maken heeft met ernstig hindoegeweld tegen christenen, stelt hij. Deze zomer organiseerde de raad een nationale conferentie over christenvervolgingen, en tijdens die bijeenkomst noemde Dayal het niet toevallig dat juist in staten waar de religieneutrale Congrespartij als bestuurder plaats heeft moeten maken voor regeringen met de hindoenationalistische Bharatiya Janata Partij (BJP) aan het roer, dit geweld uitbrak. In Orissa zit deze BJP in een coalitieregering met een geestverwante partij, de BJD, Biju Janata Dal.
Levend verbrand
Orissa, en in het bijzonder het district Kandhamal, heeft een slechte reputatie als het gaat om hindoegeweld tegen christenen. Zo werd in januari 1999 de 58-jarige Australische zendeling Graham Staines samen met zijn twee zoontjes op gruwelijke wijze vermoord. Staines werkte al sinds de jaren ’60 onder de leprozen in Orissa. Hindoeradicalen barricadeerden in die januarinacht de portieren van zijn camper, en zetten die vervolgens in brand. De Australiër en zijn twee zoontjes, die erin lagen te slapen, werden levend verbrand. Tijdens Kerst vorig jaar braken er in hetzelfde district rellen uit waarbij hindoefanatici ook al kerken en huizen van christenen in brand staken.
De vermeende zendingsdrift van de kerk onder twee groepen inwoners van Orissa zijn de hindoes een gruwel: de inheemse bevolking, de zogenaamde adivasi, en de dalits, kastelozen. Beide groepen zijn in India het uitschot van de samenleving. Orissa bestaat voor 70 procent uit deze twee doorgaans straatarme groepen. Hindoeradicalen verwijten christenen dat ze doelbewust en op listige wijze -bijvoorbeeld door met geld te strooien- deze mensen bekeren tot het christelijk geloof. Wat betreft de adivasi zijn het vooral zendelingen die in afgelegen gebieden actief zijn in het onderwijs, die het moeten bezuren.
Waar klagen ze over, vraagt Biswamoy Pati zich deze week af in een opiniestuk in The Hindustan Times. Biswamoy is auteur van een studie over bekeringen in Orissa, en weet dus waarover hij praat. „Hindoeradicalen maken zich zelf schuldig aan agressieve bekering van adivasi en christelijke dalits.” En wat hindoes verder onder de allerarmsten doen is hetzelfde als waarmee christelijke zendelingen bezig zijn: door middel van ontwikkelingswerk en onderwijs mensen tot bekering brengen. Waarom worden alleen christenen beschuldigd van bekeringsijver, en hindoes niet?
Het antwoord op die vraag laat iets zien van het ideologisch karakter van de hindoezending. Hindoes vinden dat zij recht hebben op zending en christenen niet. Adivasi, de inheemse volken dus, zijn in hun ogen vanouds hindoes. Met de invasie van moslims, enkele eeuwen geleden, vluchtten ze de bossen in en sindsdien zijn het zogenaamde ”nationale hindoes”, die hun geloof niet actief belijden. Ze zijn hun rituelen en goden vergeten, zo heet het, en het enige wat nodig is, is hun terugkeer te stimuleren. Wij, hindoes, doen dat. Wij brengen hen terug bij hun oorspronkelijke geloof.
Biswamoy gaat in zijn opiniestuk in op dit argument, en veegt het resoluut van tafel. Adivasi zijn al sinds mensenheugenis animisten, die bomen en dieren aanbidden. Christenen hebben dus evenveel recht om hen tot geloof te brengen. Verder wijst hij erop dat het volstrekt belachelijk is om in christenen getalsmatig een bedreiging te zien, zoals hindoes suggereren. „Ze vormen landelijk gezien 2 procent van de bevolking, zo’n 25 miljoen zielen. Hoe kunnen ze ooit een bedreiging zijn voor een overweldigende hindoemeerderheid?
Christelijke dalit
En dan is er nog de hindoeterreur tegen christelijke dalits. Zij zouden gedwongen zijn om christen te worden, en dienen daarom bij wijze van bevrijding te worden teruggehaald. Onzin, zegt John Dayal. Dalits willen juist bevrijd worden van die afschuwelijke discriminatie, die ze als kastelozen ondervinden. Door christen te worden, hopen ze onder dat hindoeregime vandaan te kunnen kruipen.
Overigens is dat laatste een vergeefse hoop. Uit een studie van de Nationale Commissie voor Minderheden, die in mei van dit jaar verscheen, blijkt dat christelijke, maar ook islamitische dalits flink worden gediscrimineerd door hun nieuwe broeders en zusters in het geloof. Ze worden nog even goed als minderwaardige schepsels gezien, en krijgen daarom aparte kerken, aparte begraafplaatsen, worden nog altijd economisch uitgebuit, en het wordt hun verboden gemengde huwelijken te sluiten. „Christelijke dalits”, aldus het rapport, „zijn in de eerste plaats dalits en pas daarna christen.”
Alle tegenwerpingen van christelijke en seculiere kant ten spijt, blijven de hindoeradicalen hameren op het „christelijke plan” om hindoes tot een minderheid in eigen land te maken. En om dat te realiseren zouden er kapitalen buitenlands geld het land binnenstromen. Zelfs de CIA en de paus zouden bij dit complot betrokken zijn.
De boodschap van deze hindoes is helder: wie Indiër is, is vanzelf ook hindoe. En aanhangers van andere godsdiensten zijn per definitie landverraders. Om dat de Indiase bevolking duidelijk te maken worden overal posters verspreid, pamfletten uitgedeeld en zelfs cd-roms verkocht met daarop uiterst opruiende fragmenten. Bekend is de scène waarin een in bloed gedrenkte drietand (een oud hindoesymbool) in een houten kruis wordt gestoken. Verder vergelijkt men de verwoesting van kerken met „de finale zege” van de god Ram op de demon Ravana.
Waar het geld voor dit soort materiaal vandaan komt? Christenen hebben er fijntjes op gewezen dat het meeste geld uit het buitenland komt, uit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië met name, waar leden van de felnationalistische hindoeorganisatie Vanvasi Kaiyan Ashram, allemaal geëmigreerde Indiërs, pas echt bezig zijn aan een buitenlandcomplot…
Ghar Wapsi: Welkom thuis
Thuiskomstvieringen heten ze. Dat klinkt vriendelijker dan ze in werkelijkheid zijn. Want Ghar Wapsi (Terugkeer naar huis) is voor inheemse christenen allesbehalve prettig. Ze worden hardhandig door hindoeradicalen gedwongen hun geloof af te zweren.
De Ghar Wapsibeweging is vooral in Centraal-India actief onder inheemse volken. Daartoe zijn speciale dorpskaders actief, groepen gewapende jongemannen, die doorgaans vanbuiten het woongebied van de inheemse volken komen. Zij zien erop toe dat deze volken uit handen blijft van christelijke zendelingen.
Vast onderdeel van hun strategie is de Ghar Wapsibijeenkomst. Daarbij keren christelijke dorpelingen zogenaamd vrijwillig terug naar het hindoeïsme, en dat wordt door de radicale hindoes opgeluisterd met een groots ritueel. Een voetwassingsritueel is een van de programmaonderdelen. Zitten er nonnen tussen dan worden die van hun witte habijt ontdaan en krijgen ze een gele sari om.
De meeste van deze massabekeringen zijn niet vrijwillig, en sommige zijn zelfs in scène gezet. Om echte christenen te laten weten: jullie raken geïsoleerd. Wie als inheemse bewoner het af laat weten bij zo’n bijeenkomst heeft een probleem. Die zal daarover later door de leiders worden „aangesproken.”
„Eerst de moslims, dan de christenen”
Volgens de in de VS woonachtige socioloog dr. Angana Chatterji telt de Indiase deelstaat Orissa zo’n dertig actieve sangh, RSS-vrijwilligersorganisaties, en zijn die onderverdeeld in 2500 zogenaamde shaka’s (lokale cellen), die vooral de jeugd opvoeden in de ideologie van Hindutva: India als een hindoenatie (hindoe Rashtra). De RSS heeft in Orissa zo’n 100.000 leden. De beweging is geïnfiltreerd in vrijwel alle lagen van de maatschappij, en heeft speciale studentenafdelingen, jeugdgroepen, vakbonden en vrouwenorganisaties. Samen vormen ze de Sangh Parivar, de Sanghfamilie (vrijwilligersfamilie).
Volgens Chatterji is Orissa door de hindoeradicalen ’gebombardeerd’ tot proefgebied op weg naar het uiteindelijke doel voor heel India: een land geschoond van moslims en christenen. Ze signaleerde tijdens haar onderzoek „een alarmerende” opmars van Hindutva-activisten in de deelstaat.
De Bajrang Dal is de paramilitaire vleugel van de Hindutvabeweging. Moslims, maar ook christelijke zendelingen die actief zijn onder de adivasi en dalits, zijn het belangrijkste doelwit van deze knokploeg, die in Orissa 20.000 leden telt.
De BJP, de Bharatiya Janata Party, is de politieke tak van de beweging. In Orissa telt de partij zo’n 450.000 leden. De overkoepelende internationale beweging is de VHP, de Vishwa Hindu Parishad (Wereld Hindoe Raad). De VHP heeft in Orissa 60.000 leden.
De beweging runt duizenden scholen, waar de ideologie van de Hindutva (en de weerzin jegens christenen en moslims) de kinderen al vroeg wordt bijgebracht. India voor de hindoes, luidt de slogan. En vervolgens ook deze: ”Pehle kasai Phir, kasai Isai”: eerst de moslims, daarna de christenen.