Kabinet ontkent angst voor publieke opinie
Het kabinet heeft het besluit om Nederlandse F-16’s in Afghanistan slechts in te zetten voor fotoverkenning, niet genomen onder druk van de publieke opinie. „Amerika vroeg ons eenvoudigweg niet meer dan dit”, zei minister De Grave van Defensie dinsdag in de Tweede Kamer.
De Grave werd aan de tand gevoeld door CDA-kamerlid Verhagen. Hij had uit de media begrepen dat het kabinet de opinie van de bevolking gepeild had over de Nederlandse inzet in Afghanistan. Toen uit die peilingen bleek dat de burger kritisch is over Nederlandse deelname aan gevechtshandelingen, zou het kabinet de bijdrage van ons land beperkt hebben tot acties die weliswaar goed zichtbaar, maar tegelijk zonder enig risico zijn.
De Grave ontkende dat opiniepeilingen aan de basis van dit besluit zouden liggen. „Het kabinet houdt voortdurend opiniepeilingen, over allerhande onderwerpen. Ook onze inzet in Afghanistan maakt daarvan deel uit. Maar ons besluit hebben we genomen omdat Amerika ons heel specifiek vroeg om de inzet van F-16’s voor fotoverkenning.”
Wel gaf de bewindsman toe dat over de inzet van de gevechtsvliegtuigen een paar keer heen en weer gepraat was tussen Nederland en de VS. „In een gesprek dat wij op 7 november in Amerika hadden, vroeg men om F-16’s voor fotoverkenning. Een dag later kregen wij in Nederland de vraag naar F-16’s, zonder enige toevoeging. Toen hebben wij, alleen om volstrekte helderheid te krijgen, gevraagd: U bedoelde toch F-16’s voor fotoverkenning? Dat werd vervolgens bevestigd.”
Trouwe bondgenoot
De Grave bestreed verder de stelling van Verhagen dat Nederland in de VS steeds minder als trouwe bondgenoot wordt beschouwd. „Daarover heb ik geen enkel signaal gekregen.”
De bewindsman zal het verzoek van GroenLinks, namelijk of ook de Kamer voortaan mag beschikken over door het kabinet gehouden opiniepeilingen, doorgeleiden naar de ministerraad.