Schuldcultuur
„Lisa, kom eens hier!” Moeders stem klinkt boos. Niet ten onrechte, want zojuist gaf Lisa Jette expres een duw zodat ze van het klimrek viel.
Omdat er een uitbrander valt te verwachten, komt Lisa met afgewende blik voor haar moeder staan. „Kijk me eens aan!” Dat is voor het maximale contact met het innerlijk van haar zevenjarige dochter. „Wat deed je net op het klimrek?” Domme vraag; beiden weten opperbest wat er net is gebeurd. Lisa kijkt wel uit om mee te werken aan haar eigen veroordeling. Schouderophalend kijkt ze weer de andere kant op. Maar moeder wil bewustwording. „Waarom duwde je Jette? Dat is gemeen!” Weer dat ergerniswekkende schouderophalen. Maakt het haar dan niets uit! Er volgt een eenzijdig moraliserend verhaal dat besluit met: „Zeg er eens iets over!”Zo doen wij dat in onze cultuur. Als iemand aanwijsbaar verkeerd doet, moet hij schuld erkennen en het ook weer in orde maken. Dit heet een schuldcultuur. Van jongs af aan werken we aan erkenning van schuld. Erkennen van schuld is het begin van een voldoening. We veronderstellen dat je alleen van je fouten leert als je ze ook oprecht erkent. Daarom accepteren we het niet als een kind weigert excuses te maken. Met behulp van vragen masseren we het schuldgevoel los. „Kijk eens wat je hebt gedaan, dat kan toch niet!” „Daar word ik heel verdrietig van!”
In de schuldcultuur wordt de overtreding nog eens extra onder de neus gewreven. We zijn pas tevreden als de ander nederig en welgemeend zijn schuld erkent. We leren zinnetjes zoals: „Sorry, ik had niet mogen slaan” en „Ik zal het nooit meer doen.” Als een kind excuses maakt, hoeft er lang niet altijd een straf te volgen. Het tonen van spijt verlicht de strafmaat, zelfs tot in de rechtszaal toe.
In Nederland is de schuldcultuur dominant. Wij dragen die cultuur over op onze kinderen en zijn ons daarvan meestal niet eens bewust. Totdat je met bevolkingsgroepen in aanraking komt waarin een schaamtecultuur heerst. In zo’n cultuur gaan ze anders met overtredingen om. Je fouten toegeven is het laatste wat je moet doen. Want erkennen dat je fout zat, staat gelijk aan het verliezen van je eer. Liever doen alsof er niets aan de hand is of glashard liegen om te voorkomen dat je moet bekennen. Ben je betrapt en heeft ontkennen geen zin, dan liever straf dragen dan voor de ander door het stof gaan. In de schaamtecultuur is een stevige sanctie de enige passende maatregel op schuld. Het uitsluitend aanbieden van excuses is veel te zachtaardig.
Stel dat Lisa in een schaamtecultuur opgroeit, dan draait de correctie van haar moeder niet om het bekennen van schuld. Ik stel me voor dat moeder Lisa bij zich roept en dat ze meedeelt dat Lisa haar koek nu aan Jette moet geven omdat ze Jette pijn heeft gedaan. Dat is dan alles. Geen gezichtsverlies, geen vernedering. Wel genoegdoening. Maar Lisa is een echte Nederlandse en dan werkt het anders: eerst ”sorry” zeggen voordat ze verder mag spelen. Lisa zegt in het voorbijgaan tegen Jette: „Sorry.”
Daar neemt moeder geen genoegen mee. Het moet welgemeend klinken en ze moet Jette ook echt aankijken. Om ervan af te zijn, volgt Lisa de instructies. Maar ze meent er niets van. Die stap lukt misschien een volgende keer.
Sarina Brons is psychologe en moeder van twee dochters, van 16 en 14 jaar, en een zoon van 10 jaar. Reageren aan scribent? uithethart@refdag.nl.