Hoe de Kamper binnenstad bewaard bleef
De oude binnenstad van Kampen kent veel pittoreske stegen en panden die er zonder een handjevol vrijwilligers niet meer zouden zijn geweest. Een boek en een expositie belichten het 25-jarig bestaan van deze groep vrijwilligers, verenigd in de Stichting Stadsherstel. Op stap met bestuurslid W. van Werkhoven en G . Westerink, auteur van een boek over het herstel van Kampen dat binnenkort verschijnt.
In de Voorstraat staan eeuwenoude huizen schouder aan schouder, slechts hier en daar onderbroken door panden van recenter datum. W. van Werkhoven is bestuurslid vanaf het moment dat de stichting in 1983 haar eerste pandje, aan de Voorstraat 93, mocht herstellen. Tijdens een wandeltocht door de binnenstad duikt in vrijwel elk straatje wel het herkenbare schild van de stichting op dat na afloop van een restauratie in de gevel is verwerkt. „De voordeur van 93 heb ik nog uit het puin gevist. Niet iedere timmerman heeft oog voor wat mag blijven en wat weg mag.”Eind jaren zestig verloederde de Kamper binnenstad in rap tempo. Met de komst van burgemeester Van Tuinen in 1970 veranderde er plotseling veel in de stad, stelt Westerink in zijn boek ”Stad in de steigers. Stadsvernieuwing in Kampen vanaf de jaren zeventig van de twintigste eeuw”. Met het instellen van de binnenstad tot beschermd stadsgezicht in 1975 begon het opknappen van het eeuwenoude centrum. „Er was in deze fase van het stadsherstel veel geld beschikbaar”, stelt Westerink.
Kerend tij
Grote projecten kwamen in Kampen van de grond, maar in het begin van de jaren tachtig raakte het herstel in het slop. Mede door de inbreng van de Stichting Stadsherstel keerde het tij. „Door het enthousiasme en de inzet van met name het bestuur van deze stichting zijn veel panden van de ondergang gered.”
Zoals ’t Kleinste Huisje van Kampen, dat verlegen tegen grotere pandjes aan de Burgwal leunt. Het kleine woonhuis uit de zeventiende eeuw, met een gevel niet veel breder dan een deur, stond jarenlang leeg. Mevrouw Knul die verderop woonde, klopte in 1990 aan bij de stichting om het op te laten knappen. Het pand bleek nog veel sporen van de authentieke indeling te bevatten. „Zo zat het oude stucwerk er nog op”, zegt Van Werkhoven.
De stichting heeft vooral panden opgeknapt die eigenlijk al opgegeven waren, zoals aan de Buitennieuwstraat 51-53. „Die waren na een brand een ruïne”, stelt Van Werkhoven. „Alleen de gevel stond er nog.” Nu vormt het monumentale pand het onderkomen van onder meer de Stichting Stadsherstel en een kinderdagverblijf.
Volgens Westerink heeft de stichting vaak een stimulerende rol gespeeld. „De stichting restaureerde panden in buurten die er slecht aan toe waren en stimuleerde daarmee particulieren in de wijk om de boel ook op te knappen.” Ook wisten de vrijwilligers ongewenste ontwikkelingen tegen te houden. „Een rijtje panden in de Venestraat was in handen van een projectontwikkelaar. Ze zouden een twijfelachtige functie krijgen. Met een zak geld is de eigenaar uitgekocht.”
Bewaken
In de afgelopen 25 jaar heeft de stichting tussen de vijftig en de zestig panden opgeknapt met in totaal meer dan honderd wooneenheden. Door een terugloop in subsidies en een gebrek aan geschikte gebouwen heeft de stichting de laatste jaren nauwelijks panden onder handen genomen. Ze richt zich nu meer op haar oude functie als bewaker van Kamper erfgoed. „En we geven veel advies. We hebben inmiddels de nodige ervaring opgedaan.”
Het boek ”Stad in de steigers. Stadsvernieuwing in Kampen vanaf de jaren zeventig van de twintigste eeuw” is vanaf 15 september te koop bij de boekhandel en via de stichting IJsselacademie. Tot 2 oktober is in het Frans Walkate Archief in Kampen een tentoonstelling over het werk van de stichting ingericht.