Hulpclub tegen hulp aan Eritrea
De ontwikkelingsorganisatie EEPA is verbijsterd dat de Europese Commissie 120 miljoen euro wil besteden aan Eritrea in de komende drie jaar.
Het militaire regime in het kleine Afrikaanse land is daarvoor veel te corrupt en gewelddadig, vindt directeur Mirjam van Reisen van EEPA in Brussel. Ze wil dat de EU het geld alleen toekent onder strenge voorwaarden.„Veel Europese voedselhulp wordt verkocht in staatswinkels en het geld gaat naar militairen", zo noemt Van Reisen als voorbeeld van de misstanden. „En het weinige hulpgeld dat er komt, moet via een fonds van de president op een bankrekening in het buitenland. Niemand kan controleren wat er dan gebeurt".
Ontwikkelingsorganisaties mogen de hulpprojecten op het platteland niet of zelden bezoeken. Europarlementsleden krijgen geen visum, aldus Van Reisen. „Onbegrijpelijk dat de Europese Commissie dan de president van Eritrea hier ontvangt als een voornaam staatshoofd".
Het regime heeft de diensten van de Verenigde Naties dit voorjaar weggestuurd. Zelfs het Rode Kruis mag er niet meer komen.
De machthebbers van Eritrea behoren tot de gewelddadigste ter wereld, aldus EEPA. Tienduizenden mensen zijn opgesloten omdat ze democratie willen. Het regime geeft veel geld uit aan het leger en bloedige conflicten met Ethiopië. Ondertussen lijdt de bevolking honger en vlucht naar kampen in Ethiopië, Soedan en Europa.
Het plan om Eritrea zoveel geld te geven moet nog advies krijgen van het Europees Parlement. PvdA’er Thijs Berman (PvdA) deelt de kritiek van de ontwikkelingsorganisatie. „Een heel ontoegankelijk regime", zegt hij. „Het is een heel slecht idee om er zonder duidelijke voorwaarden zoveel geld naar over te maken".
Berman vindt wel dat er hulp moet komen voor de hongerende bevolking zelf. Dat moet via de hulpclubs die er nog wel actief zijn, maar buiten de regering om.
Berman ziet naast Eritrea meer van zulke probleemlanden. „Brussel geeft ook veel geld aan Kenya en Congo: je weet gewoon dat ze diep corrupt zijn. Het is te vroeg om die overheden zomaar geld te geven".