De christelijke gereformeerde predikant reageert op het onlangs verschenen boek ”Vasten en bidden” van W. Visser uit Nunspeet. Evenals Visser vindt de Elburgse predikant het „betreurenswaardig” dat het vasten in de gereformeerde gezindte zo weinig meer wordt beoefend. „Dat is tot schade van het geestelijke leven”, zegt hij desgevraagd.Het is daarom goed dat Visser, ouderling in de gereformeerde gemeente te Nunspeet, met zijn boek het vasten opnieuw onder de aandacht brengt, meent ds. Kempeneers. „Laat de mensen zich maar bezinnen op het vasten. Het is zaak, zeker ook voor predikanten, om een onderwerp zoals vasten aan de orde te stellen, omdat de Heere er in de Bijbel zo duidelijk over spreekt.”

Volgens hem is vasten een middel dat de Heere wil zegenen. „Juist tijdens het vasten wil de Heere wel eens heel laag afdalen.”

De geringe aandacht voor het vasten in de gereformeerde gezindte noemt hij „een symptoom van ons onafhankelijke leven. Wij zijn, ook als gereformeerde gezindte, materialistisch en zelfgenoegzaam geworden.”

Het is overigens volgens hem niet nodig om concrete aanwijzingen te geven hoe we moeten vasten. „Het is iets persoonlijks. Ik geloof dat er daarom in de Bijbel weinig concrete aanwijzingen over te vinden zijn.”

De predikant is evenals Visser „vuurbang” dat het vasten iets verdienstelijks krijgt. „We komen dan terecht in een doegodsdienst. Als dat gebeurt, verschilt het Bijbels vasten weinig van het vasten van moslims tijdens de ramadan.”

Volgens hem is de Bijbel er duidelijk over dat het vasten in de binnenkamer moet gebeuren. „Het is een zaak tussen de Heere en de ziel. De Heere zegt in Mattheüs 6 over het vasten: „Zalft uw hoofd en wast uw aangezicht.””

Momenten die in het bijzonder in aanmerking zouden komen voor vasten zijn volgens ds. Kempeneers de week van voorbereiding op het heilig avondmaal of voor een predikant bij het ontvangen van een beroep.