„Plasterk zet zaak zelf op scherp”
Het reformatorisch onderwijs is teleurgesteld over de brief van minister Plasterk van Onderwijs aan de Tweede Kamer waarin hij zijn officiële reactie geeft op het visiedocument van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) over homoseksualiteit. „Plasterk zet de zaak op scherp.”
Voorzitter P. W. Moens van de stuurgroep van reformatorische scholen over (homo)seksualiteit betreurt het dat de minister in zijn brief vooral ingaat op de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB), maar nauwelijks rept over de vrijheid van godsdienst en onderwijs. „Wij hebben duidelijk aangegeven dat wij met onze visie binnen de Bijbelse en de wettelijke kaders blijven. Wij willen niet burgerlijk ongehoorzaam zijn. Die gedachte had meer accent mogen krijgen in zijn brief.”De minister betwijfelt of reformatorische leerlingen kennismaken met andere visies op homoseksualiteit. Terecht?
„Nee. Onze leerlingen krijgen wel degelijk te horen hoe anderen in onze maatschappij denken over seksualiteit en homoseksualiteit. Vergelijk het maar met de manier waarop het reformatorisch onderwijs omgaat met schepping en evolutie. Dat bespreken we ook beide. Dat neemt niet weg dat we de Bijbelse visie over het ontstaan van de aarde of over homoseksualiteit in onze lessen laten doorklinken.”
Plasterk vraagt zich af of het aangaan van een homoseksuele relatie betekent dat een docent of leerling de reformatorische grondslagen afwijst.
„Zoals we al na de presentatie van de visienota hebben gezegd, gaan we via een speciale werkgroep het wettelijke kader rond het personeels- en leerlingenbeleid verder doordenken. Daar geven we een invulling aan via de Bijbelse en de wettelijke kaders. Het mag duidelijk zijn dat iemand die een homoseksuele relatie aangaat niet onze Bijbelse visie op homoseksualiteit deelt en dus ook bijvoorbeeld een andere Schriftvisie heeft. Plasterk mag zich afvragen of iemand zich nog wel thuis voelt op onze school als hij een totaal andere invulling aan het leven geeft dan zoals wij die voorstaan.
De verklaring die nieuwe reformatorische leraren moeten tekenen dat ze bij Schrift en belijdenis willen leven, zijn geen leef- en gedragsregels. We zijn ook bezig met het schrijven van een profielschets van een docent op een reformatorische school. Daarin gaat het niet om allerlei regeltjes over bijvoorbeeld homoseksualiteit, maar over onze grondhouding op basis van hoe wij de Bijbel lezen.”
Plasterk raadt u aan in overleg te treden met de Commissie Gelijke Behandeling. Gaat u dat doen?
„Er zijn al contacten geweest en we gaan zeker in gesprek met de commissie om onze visienota toe te lichten.”
Is deze brief voor de stuurgroep aanleiding tot nieuwe acties?
„Nee. We wachten nu de reactie van de Tweede Kamer af. We zijn altijd bereid tot een gesprek met de vaste Kamercommissie van onderwijs, maar de Kamer is nu aan zet. Wel vind ik dat de politiek nog steeds niet helder is over hoe zij de onderlinge verhouding tussen onze grondrechten ziet. De AWGB lijkt de voorrang te krijgen boven de klassieke vrijheden. Daardoor ontstaat er spanning. Wij roepen die spanning niet op. Nu wringt de politiek zich in een positie dat straks een rechter zich moet uitspreken over de onderlinge verhouding tussen de grondrechten. Dat vind ik politiek niet correct.
Ik ben blij dat Plasterk het positief noemt dat wij als eerste gehoor hebben gegeven aan zijn oproep aan schoolbesturen om homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Ook is het winst dat het voor hem duidelijk is dat we insteken op een veilig schoolklimaat en het psychisch welbevinden van iedereen. Hoe wij handelen, past zuiver binnen de ruimte die onze democratische rechtsstaat ons zou moeten bieden. Doordat hij desondanks op één punt inzet, de AWGB, zet hij de zaak helaas zelf op scherp. Daardoor vind ik deze brief zeer teleurstellend.”