Met 50 ton bieten op de weegschaal
De bietentransporteurs zijn dit jaar het haasje. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) controleert tot aan het eind van het jaar streng op het vervoer van suikerbieten. Wie te veel bij zich heeft, moet ter plekke lossen. „Terecht”, reageert een chauffeur. „Sommigen maken er een potje van.”
Verborgen achter de struiken van parkeerplaats Veenborg op de A7 bij Foxhol staan controleurs van de vroegere Rijksverkeersinspectie. Bietencontrole. In een mum van tijd is half Groningen op de hoogte. Iedere chauffeur heeft een mobilofoon en een mobiele telefoon.
Ook de IVW weet dat chauffeurs en transporteurs elkaar razendsnel op de hoogte stellen. IVW-woordvoerder Kusters haalt z’n schouders op. „Er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Op elke weg staan wij wel een keer.” Hij benadrukt dat zijn dienst er niet op uit is zo veel mogelijk processen-verbaal te schrijven. „Het is geen heksenjacht. Ons doel is vooral de sector bewust te maken van het probleem.”
Een zware Volvo FH12 komt de parkeerplaats oprollen. Een motoragent dirigeert de chauffeur van Wighers uit Schoonoord naar de mobiele ’weegschaal’. Nauwkeurig registreert de platte, elektronische bietenbrug stuk voor stuk de vijf assen: 3600 kilo, 6400 kilo, 5050 kilo, 5000 kilo, 4700 kilo. „In totaal mag een bietentransport niet meer dan 50 ton wegen”, legt controleur E. C. Hilbrink uit. „Dat is het totaalgewicht van voertuig en lading.”
Chauffeur H. S. van de Veen toont z’n papieren: kentekenbewijs, tachograafschijf en werkgeversverklaring. De inspecteurs buigen zich over de paperassen. „Ik hou me netjes aan de regels”, verklaart de chauffeur. „Een paar bieten extra levert mij niks meer op.” Zijn baas is verantwoordelijk.
Moeite met de gewichtscontrole heeft chauffeur Van de Veen niet. „Sommigen maken er een potje van. Het is een sport: Hoeveel heb jij? En hoeveel jij?” ’t Vervelendste vindt de chauffeur nog het oponthoud. „Het kost me tijd. Als ik hier een uur stilsta, loopt het schema in de war. Wij werken in ploegen. Dag- en nachtdiensten. Deze week moet ik van 6 tot 6. Volgende week heb ik nachtdienst.”
De chauffeur was op de hoogte van de controle. „Ik wist dat ze hier stonden”, grijnst hij. „Ik heb nog even overwogen om te rijden.” Hij ziet de inspectie echter met vertrouwen tegemoet. „Ik heb niks te verbergen.”
Nederland telt twee suikerconcerns. De Suikerunie en CSM hebben samen vijf fabrieken voor de verwerking van suikerbieten: in Groningen, Vierverlaten, Breda, Puttershoek en Dinteloord. Van oktober tot de Kerst voeren honderden vrachtwagens duizenden tonnen bieten aan.
Vorig jaar leken de vervoerders zich weinig aan te trekken van de regels. Tijdens verschillende steekproeven bleek 85 procent van de bietenwagens te zwaar beladen te zijn. „Dat was voor ons reden aan de bel te trekken”, verklaart IVW-woordvoerder John Kusters. Opvallend was dat in het zuiden aanmerkelijk meer overgewicht werd geconstateerd dan in het noorden.
Alle betrokken partijen hebben zich vorig jaar over het probleem gebogen. Daarbij is er bij de suikerfabrieken op aangedrongen niet meer dan maximaal 50 ton bieten per vracht te accepteren. Dit seizoen controleert de inspectiedienst de sector extra intensief. Elke regio met een suikerfabriek komt een keer aan de beurt. De eerste resultaten wijzen op een verbetering van de situatie. Begin oktober was nog de helft van de aangehouden vrachtwagens te zwaar. „We hebben het gevoel dat het probleem serieus wordt genomen.”
Van de Veen krijgt een waarschuwing. De druk op zijn trekas is 12.600 kilo. „Dat is 1100 kilo te zwaar”, constateert inspecteur Hilbrink. „De druk mag niet meer dan 11.500 kilo bedragen.” De overtreding van 9,6 procent valt nog net binnen de veilige marges.
Bij een overgewicht van 10 procent schrijft de IVW een proces-verbaal uit. De rechter mag vervolgens de hoogte van de boete uitrekenen: 22 euro per procent overgewicht voor binnenlands vervoer en 44 euro per procent voor internationaal transport. Bij meer dan 20 procent overgewicht per as is er maar één devies: afladen. „Voor een shovel en een vrachtwagen moeten ze zelf zorgen.”
Over een jaar mag de inspectiedienst zelf boetes opleggen. Daarbij worden tegelijkertijd de tarieven gelijkgetrokken naar 44 euro per procent. De huidige marge tot 10 procent overgewicht verdwijnt. „We gaan naar een 0-procenttolerantiegrens.”
Een motoragent komt met een nieuwe vangst voorrijden. Foutje. In de bakken is geen biet te bekennen. De vrachtwagen is volgeladen met slachtafval van pluimvee. „Ach, de politie is ook maar een mens”, reageert een inspecteur lachend. Ongehinderd mag de trucker doorrijden.
Minder fortuinlijk is collega-chauffeur Sassen. De zzp’er -zelfstandige zonder personeel- is in overtreding. „U mag zich niet als zzp’er verhuren in het beroepsgoederenvervoer”, doceert IVW-inspecteur M. Bouter. Onverstoorbaar draait Sassen een zware Van Nelle van de inspecteur. „U krijgt een proces-verbaal”, vervolgt ze. Sassen verblikt of verbloost niet. „Daar wordt dit sjekkie niet minder van.”
Toch kan de chauffeur er met zijn pet niet bij. „Wat is het verschil of ik werk in loondienst of als zzp’er? Een zzp’er mag zich in alle sectoren verhuren, behalve in het beroepsgoederenvervoer? Ik betaal toch belasting?” De IVW’er is onvermurwbaar. Regels zijn regels.
„Wilt u betalen of wilt u voorkomen?” De chauffeur neemt een trek aan zijn sjekkie. „Voorkomen voor wat?” Inspecteur: „voor het rijden zonder vergunning.” Chauffeur: „Ik rij niet zonder vergunning. Er rijden plenty zzp’ers in het beroepsgoederenvervoer.”
Sassen start zijn Scania. Boos is hij niet. „’t Is een aardige dame. Als ze had gewild, had ze me nog veel meer kunnen maken. Mijn hele tachograaf staat op 90 kilometer per uur. Maar ik betaal niks. Ik ga zitten. Dan kost het me ook niks.”