Nader onderzoek Deventer moord
De Hoge Raad heeft dinsdag in een tussenarrest bepaald dat er nader onderzoek moet komen in de zogeheten Deventer moordzaak. De veroordeelde in die zaak, fiscaaljurist E. L. (48), ontkent schuldig te zijn en heeft bij het hoogste rechtscollege herziening aangevraagd.
In oktober adviseerde de advocaat-generaal bij de Hoge Raad, mr. J. Wortel, de tijdens het politieonderzoek gehouden geursorteerproef nader tegen het licht te houden. De politiehond die bij die proef werd ingezet, herkende de lichaamsgeur van L. op een na de moord elders in Deventer gevonden mes.
Slachtoffer in de zaak is de vermogende weduwe J. Wittenberg (60). Zij werd in september 1999 in haar woning in Deventer doodgestoken. L. was destijds executeur-testamentair van de vrouw.
De rechtbank in Zwolle sprak L. vrij wegens gebrek aan bewijs. Het openbaar ministerie ging daartegen in hoger beroep, waarna het gerechtshof in Arnhem de verdachte wél schuldig achtte en hem veroordeelde tot twaalf jaar cel. De uitslag van de sorteerproef gold daarbij als belangrijk bewijsmiddel.
Een raadsheer-commissaris, een onderzoeksrechter van de Hoge Raad, zal het nader onderzoek verrichten. Het onderzoek zal neerkomen op het nader horen van een sorteerproefdeskundige die voor het Arnhemse hof rapporteerde. Deze deskundige was ten tijde van haar rapportage waarschijnlijk onvoldoende op de hoogte van alle relevante feiten rond het vermeende moordwapen en de omstandigheden waaronder dat is gevonden.
Daarmee dringt zich een parallel op met de beruchte Puttense moordzaak. Die eindigde eerder dit jaar met de vrijspraak, na herziening van de zaak, van twee mannen die ten onrechte waren veroordeeld en jarenlang in de cel hebben gezeten. Ook in die zaak kwam het tot een omwenteling nadat een getuige-deskundige zijn eerder oordeel had herroepen. Saillant detail is dat de Twee van Putten eveneens waren veroordeeld door het gerechtshof in Arnhem.
Ook de advocaat van L., J. Boksem, wijst op de parallel met de Puttense zaak. Hij acht het tussenarrest van de Hoge Raad „een belangrijke beslissing.” In beginsel neemt de Hoge Raad op 10 december een definitieve beslissing over het herzieningsverzoek.