Inwoners Gibraltar spreken zich uit
Op initiatief van het bestuur van Gibraltar kunnen ruim 20.000 inwoners van die kroonkolonie donderdag in een referendum een uitspraak doen over het plan van Londen en Madrid om de soevereiniteit over de rots te gaan delen. De uitkomst van de volksraadpleging staat al vast. Vrijwel niemand voelt ervoor dat Spanje meer zeggenschap krijgt in de kroonkolonie.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, en zijn Spaanse ambtgenoot, Ana Palacio, hebben al te kennen gegeven dat ze de uitslag van het referendum niet zullen respecteren. Straw zei tegen de Britse omroep BBC dat hij het door premier Peter Caruana van Gibraltar gelanceerde referendum „een nogal excentriek en duur middel vindt om duidelijk te maken wat iedereen allang weet.”
Buitenlandwoordvoerder Michael Ancram van de Britse Conservatieven maakte tegenover dezelfde BBC duidelijk dat de regering de uitslag van het referendum wel degelijk serieus moet nemen. Hij stelde dat Straw het overleg met Palacio over Gibraltar onmiddellijk moet staken als vrijwel alle deelnemers aan het referendum een gedeelde soevereiniteit over de rots afwijzen.
Caruana weet dat Madrid en Londen de uitslag van de volksraadpleging niet zullen respecteren. Zijn initiatief is vooral een uiting van protest. Caruana vindt het onbehoorlijk dat de Spaanse en de Britse regering al maandenlang onderhandelen over de toekomst van de rots in Zuid-Spanje en de bevolking pas willen raadplegen wanneer een akkoord is bereikt.
De inwoners van Gibraltar zijn tegen een gedeelde Spaanse en Britse soevereiniteit over de kroonkolonie, omdat ze vrezen dat daarmee een proces in werking treedt dat leidt tot een volledige zeggenschap van Madrid over de rots.
Voor dat laatste voelen de bijna 30.000 inwoners van Gibraltar niets. Ze menen dat ze recht op autonomie hebben en beschouwen zich als Britten. De rots maakt immers al eeuwen deel uit van het Britse imperium.
Britse en Nederlandse troepen veroverden de rots in het begin van 18e eeuw op de Spanjaarden. Bij het Verdrag van Utrecht van 1713 viel Gibraltar definitief in handen van de Britten.
In de jaren zestig liet de Spaanse dictator Francisco Franco de claims van Madrid op de kroonkolonie gelden. In 1967 kwam het tot een referendum, waarin slechts 44 mensen voor aansluiting bij Spanje kozen.
Naast nationalistische zijn er ook economische motieven voor de inwoners van Gibraltar om zich uit te spreken tegen sterkere banden met Madrid. De bevolking spint garen bij het toerisme en een gunstig belastingklimaat. Mede daardoor is de levensstandaard op de rots aanmerkelijk hoger dan in Spanje.
Bovendien vragen bevolking en bestuur van Gibraltar zich af wat Spanje met de piepkleine kroonkolonie moet. Zeker omdat het gebied nauwelijks over natuurlijke hulpbronnen beschikt.
In Spanje is er volop begrip voor de wijze waarop in Gibraltar het belang van de rots wordt gerelativeerd. Een commentator van het centrumrechtse dagblad El Mundo stelde fijntjes vast dat zelfbeschikkingsrecht voor een rots van 6,5 vierkante kilometer nauwelijks haalbaar is.