Rutte knokt dapper door
Het is op dit moment moeilijk meer voor te stellen, maar nog niet zo lang geleden -acht jaar, zo’n beetje- ging de VVD er nog vast vanuit dat zij de grootste partij van Nederland zou worden. Paars II zat stevig in het zadel, de economie draaide als een tierelier en de credits van het beleid gingen voor een belangrijk deel naar de altijd lachende minister van Financiën, Zalm.
Nog even, zo lieten de peilingen zien, en de partij van Dijkstal en de zijnen (38 Kamerzetels) zou de PvdA (45 zetels) voorbijschieten. Het CDA lág met 29 zetels al ver achter.Maar het liep anders. De storm van Fortuyn raasde door het land. PvdA én VVD werden een kopje kleiner gemaakt. Het CDA herstelde zich spectaculair. De VVD nam weliswaar nog deel aan twee kabinetten Balkenende, maar de terugval van de liberalen was niet meer te keren.
Na veel interne strijd rond Wilders en later Verdonk kwam de VVD terecht in de oppositiebankjes, en dan nog niet eens als de grootste oppositiefractie: drie zetels minder dan de SP.
Tegen deze achtergrond is het op zichzelf respectabel dat de huidige partijleider Rutte dapper en onverstoorbaar door blijft knokken. Deze week loste hij zijn belofte in om met een nieuw beginselprogramma te komen. De VVD keert zich tegen de uitwassen van de verzorgingsstaat, tegen betutteling, wil een kleinere en slagvaardiger overheid en wil op het terrein van het milieu „groenrechtse” maatregelen nemen.
Nu win je met een programma, zelfs met een goed programma, nog niet zomaar verloren kiezers terug. Mensen die vertrokken zijn naar Verdonk of Wilders maken niet snel rechtsomkeert. En het populisme, dat elk jaar veld wint, heeft naar het zich laat aanzien zijn hoogtepunt nog niet bereikt. Tegen politici die onbeschaamd inspelen op de onderbuikgevoelens van het volk valt door fatsoenlijke partijen nauwelijks op te boksen.
Een verkiezings- of beginselprogramma is bovendien slechts een van de elementen waardoor burgers hun stem laten bepalen. De uitstraling van een partij, het charisma van de lijsttrekker en het al of niet aanwezig zijn van alternatieven spelen een minstens zo belangrijke rol.
Maar dat alles betekent nog niet dat de poging van Rutte om de liberale beginselen te herdefiniëren niet zinvol zou zijn. Dat is zij wel degelijk. In de eerste plaats om, nu de richtingenstrijd met Verdonk tot het verleden behoort, duidelijk te maken waar de liberalen anno 2008 echt staan. In de tweede plaats windt Rutte er geen doekjes om dat hij, na alle instabiliteit die de VVD de afgelopen tijd aankleefde, zijn partij, mede door programmatische vernieuwing, wil klaarstomen voor regeringsdeelname.
Politiek relevant en actueel is in dit licht de groenrechtse keuze voor kernenergie. In de huidige coalitie is dit een lastig thema. In het regeerakkoord staat dat er deze kabinetsperiode geen plannen komen voor de bouw van nieuwe kerncentrales. PvdA en ChristenUnie kunnen zich in die afspraak uitstekend vinden. Het CDA daarentegen laat steeds vaker merken kernenergie als een onmisbaar instrument te zien om op middellange termijn onze CO(in2(-uitstoot aanzienlijk terug te brengen.
Het gaat hier niet over een marginaal thema. Het snel veranderende klimaat is het grootste milieuprobleem van onze tijd. De gevolgen van smeltende ijskappen en gletsjers zijn moeilijk te overzien, maar in elk geval dramatisch voor heel veel dichtbevolkte gebieden op aarde. Een coalitie die op dit terrein geen krachtig, eenduidig en effectief beleid weet te ontwikkelen, schiet op een belangrijk punt tekort.
Rutte beseft dat. Voor een eventueel nieuwe coalitie met het CDA heeft hij hier al een eerste, essentieel punt van overeenstemming te pakken. Want net als de PvdA weet de VVD: regeren doe je in Nederland weliswaar niet altijd, maar wel meestal met het CDA.