Balticum vreest Russisch imperialisme
De Russische inval in Georgië is in Europa hard aangekomen. Niet in de laatste plaats bij Estland, Letland en Litouwen. De Baltische landen, die na de Tweede Wereldoorlog werden ingelijfd bij de Sovjet-Unie, vrezen nog geen twintig jaar na hun herwonnen onafhankelijkheid, opnieuw slachtoffer te worden van het Russische imperialisme.
De Russische lezing van de aanval op Georgië is inmiddels genoegzaam bekend. In de afvallige regio Zuid-Ossetië begon in de nacht van 7 op 8 augustus de Georgische president Michail Saakasjvili een aanval op de hoofdstad Tschinvali. Doelwit was niet alleen de Russische ’vredesmacht’, maar ook de burgerbevolking. Rusland kon vervolgens niet anders dan ingrijpen om de Zuid-Ossetiërs en Russen -veel Zuid-Ossetiërs hebben de afgelopen jaren een Russische paspoort uitgereikt gekregen- in het gebied te beschermen.In een opinieartikel in de International Herald Tribune van 18 augustus deed de Russische ambassadeur bij de NAVO, Dmitri Rogozin, de argumenten van Moskou nog eens uitvoerig uit de doeken. Volgens Rogozin had Zuid-Ossetië zich conform artikel 51 van het VN-handvest terecht verdedigd. Bovendien, zo schreef de ambassadeur, „wat betreft de verdediging van burgers buiten de landsgrenzen, wordt het gebruik van geweld om de eigen landgenoten te verdedigen, traditioneel gezien als een vorm van zelfverdediging.”
Met name dat laatste heeft bij de buurlanden van Rusland de alarmbellen doen rinkelen. Immers, als Moskou zich gaat opwerpen als de belangenbehartiger van Russen buiten Rusland, dan is Georgië slechts het begin van een hele serie potentiële bevrijdingsoorlogen op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie.
Wie de boodschap vanuit het Kremlin heel goed heeft begrepen, zijn de regeringsleiders in Tallinn, Riga en Vilnius. Met name Estland en Letland en in mindere mate Litouwen hebben een aanzienlijke Russische minderheid binnen hun landsgrenzen (respectievelijk 25, 28 en 6 procent van de bevolking) - een erfenis van vijftig jaar Sovjetbezetting.
Al jaren bakkeleien Moskou, Tallinn en Riga over de omgang met de Russische minderheid. Waartoe dat kan leiden, bleek vorig jaar in Tallinn. Nadat de Estse regering opdracht had gegeven een oorlogsmonument uit de tijd van de Sovjet-Unie buiten het centrum van de stad te verplaatsen, gingen Russen massaal de straat op, wat eindigde in hevige rellen. Tegelijkertijd werden internetservers van de overheid platgelegd door toedoen van -naar algemeen wordt aangenomen- Russische hackers.
Met grote zorg constateren de Estse politie en de geheime dienst dat de laatste tijd op grote schaal Russische paspoorten aan Russen in Estland worden uitgereikt. Het lijkt er verdacht veel op dat Moskou eenzelfde scenario als in Georgië aan het uitbroeden is. Ook in Letland probeert Moskou zijn greep op de Russische minderheid te versterken. De Russische ambassadeur in Riga, Alexander Vesjniakov, heeft al gewaarschuwd dat de Letse bemoeienis met het conflict op de Kaukasus, de Letten op de lange termijn wel eens duur zou kunnen komen te staan.
Ook Vilnius ontsnapt niet aan de Russische chicanes. De Litouwse olieraffinaderij Mazeikiu Nafta -de Baltische landen zijn voor hun energievoorziening bijna geheel afhankelijk van Rusland- krijgt sinds 2006 geen olie meer door de Russische pijpleiding Droesjba (Vriendschap). Volgens de officiële lezing heeft dat te maken met technische problemen, maar deskundigen in de energiesector hebben een andere verklaring. Een Russische investeerder toonde in het verleden belangstelling voor het oliebedrijf, dat intussen is verkocht aan een Pools olieconcern. Moskou heeft de raffinaderij mogelijk afgeschreven en is nu bezig zich onafhankelijk te maken van de Baltische landen bij de olie-export naar het Westen.
Een grote bron van zorg voor Tallinn, Riga en Vilnius vormt verder de nabijgelegen Russische regio Kaliningrad. De geruchten gaan dat Rusland -als reactie op de Amerikaanse plannen voor de stationering van een raketschild in Oost-Europa- overweegt, zijn Baltische oorlogsvloot uit te rusten met nucleaire wapens. En dat militairen in het Scandinavische luchtruim constateren dat Russische verkenningsvliegtuigen steeds vaker tot aan de territoriale grenzen van de buurlanden vliegen, zullen de Baltische landen evenmin met gejuich begroeten.
Hoewel Estland, Letland en Litouwen sinds 2004 lid zijn van de NAVO, stelt hen dat allerminst gerust. De halfslachtige steun van de verdragsorganisatie aan Georgië boezemt bepaald geen vertrouwen in. De NAVO heeft blijkbaar „geen afgerond verdedigingsplan voor het Balticum”, foeterde Toomas Hendrik Ilves afgelopen week. In geval van een Russische aanval zijn de Baltische landen „weerloos overgeleverd” aan Moskou, was zijn conclusie. Voor hem en de NAVO is het te hopen dat zijn bewering niet in de praktijk zal hoeven te worden getoetst.