Buitenland

Hoe Kreta toch Grieks werd

Alles op het eiland beklemtoont het Griekse karakter: de namen, de vlaggen, de kerken en kloosters en praktisch alle musea. Toch sloot Kreta zich pas een eeuw geleden, in 1908, eenzijdig aan bij Griekenland. En om de Griekse droom te verwezenlijken moest de helft van de bevolking, die moslim was, wijken.

Johan Snel
29 August 2008 18:33Gewijzigd op 14 November 2020 06:17
De moskee van Jerapetra, de meest zuidelijk gelegen stad van Europa, diende jarenlang als Filharmonie. Foto Johan Snel
De moskee van Jerapetra, de meest zuidelijk gelegen stad van Europa, diende jarenlang als Filharmonie. Foto Johan Snel

Het is warm in de meest zuidelijk gelegen stad van Europa. Op de drempel van de moskee van Jerapetra ligt, ietwat ongebruikelijk voor een moskee, een hond languit te slapen. Binnen zitten twee mannen en een vrouw gebeeldhouwd metselwerk schoon te bikken, tussen de stapels en kasten. Ze werken aan de restauratie van de naast de moskee gelegen fontein, een sjadirvan, deels bekostigd met EU-gelden, zoals alle restauratieprojecten van Ottomaanse monumenten in Griekenland. Ze weten niet of de moskee, die sinds de verdrijving van de moslims van Kreta in gebruik is geweest als de plaatselijke filharmonie, ook nog eens gerestaureerd gaat worden.Ottomaans
Jerapetra is de laatste haven op weg naar Egypte, 300 kilometer verderop, aan de overkant van de Libische Zee. Napoleon ondernam de overtocht in 1798 en in de oude wijk wordt nog een huis aangewezen waar hij volgens de lokale overlevering zou hebben overnacht. Met zijn weidse baai op het zuiden en donkere bergen erachter is Jerapetra een uitgelezen plaats om de nabijheid van Afrika en Azië te ondergaan.

De haven moet al uit Minoïsche tijden stammen, maar zichtbaar zijn alleen resten uit de afgelopen eeuwen. Vooral het kleine Venetiaanse fort aan het havenfront herinnert daaraan, maar ook de oude wijk met zijn steegjes en daktuinen roept de sfeer op van het verleden. Hier is Kreta voelbaar oosters, een kruispunt tussen Europa, Afrika en Azië. In al zijn achteloosheid geeft het havenstadje een aardig beeld van hoe het Kreta de afgelopen eeuwen is vergaan: eerst vijf eeuwen onder Venetië, toen nog ruim twee onder de Ottomanen, totdat het weerbarstige eiland werd toegewezen aan Griekenland.

Niet ver van de moskee die dienstdeed als muziekzaal, verborgen in de wirwar van de oude wijk, staat er nog een, die zonder veel uiterlijke plichtplegingen is omgedoopt tot kerk: de Johanneskerk. Samen vormen ze de stille getuigen van een tijd, nog niet eens zo lang geleden, dat de helft van alle Kretenzers moslim was.

Daarmee neemt Kreta in de Griekse wereld een bijzondere positie in. Aan de vooravond van de opstand van 1821 die zou leiden tot een onafhankelijk Grieks staatje op het vasteland, vormde Kreta een heel eigen samenleving. Ze viel misschien nog het best te vergelijken met het Bosnië van voor de laatste oorlog. De verschillende gemeenschappen, vooral Grieks-orthodoxen en moslims, waren formeel gescheiden door hun religie, maar verbonden in hun gemeenschappelijke cultuur en hun ene taal, het Kreta-Grieks.

Spinalonga
Wie omhoog klimt tot de zwarte rotsen boven het Venetiaanse fort van Spinalonga, op een eilandje in de Golf van Mirabello, kan zomaar op eeuwenoude graffititekeningen stuiten. Ze tonen hoe Venetiaanse soldaten de wereld om hen heen waarnamen. Galjoenen met bollende zeilen, soldaten, dolfijnen en kruisen staan kriskras door elkaar.

Tot 1715 hielden ze hier stand, de Venetianen, met vanaf 1648 de Ottomanen op het vasteland van Kreta tegenover hen. Maar heel veel zou er met hun komst niet veranderen. Na een 21-jarige belegering die door heel christelijk Europa met argusogen werd gevolgd, namen ze in 1669 de laatste grote vesting in, Candia, de huidige hoofdstad Iraklion. Nog altijd wordt de stad omringd door imposante Venetiaanse vestingwerken die destijds golden als het machtigste bastion van de hele Middellandse Zee. Achteraf gezien was het de laatste verovering van de Ottomanen. Kort erna, in 1683, werden ze voor de muren van Wenen verslagen en begon de gestage teruggang.

Voor de Venetianen was Kreta -Il regno di Candia, het ”koninkrijk Candia”, noemden ze het zelfs- het belangrijkste overzeese bezit. In Ottomaanse tijden ging veel van de handel en welvaart verloren en werd het eiland een onbeduidend buitengewest. De Ottomaanse machthebbers namen hun intrek in de Venetiaanse vestingsteden, zonder verder nog veel te veranderen. Kerken werden moskeeën, maar tegelijk werd ook de Grieks-Orthodoxe Kerk, onder de Venetianen onderworpen aan Rome, naar Ottomaans gebruik in zijn rechten hersteld. Naast de pasja kon de metropoliet uitgroeien tot de andere centrale figuur op het eiland.

Schaduwparlement
Na 1800 waaide er door de Griekse wereld een nieuwe geest, die van het nationalisme. Eeuwenlang had hij deel uitgemaakt van de Ottomaanse wereld, nu ontstond een andere voorstelling van zaken. In 1821 brak een opstand uit die uiteindelijk, na inmenging van de Europese grootmachten, leidde tot de stichting van een armlastig Grieks staatje op het vasteland.

Op Kreta duurde het even, maar toen sloeg ook daar de vlam in de pan. Het was een keerpunt in de moderne geschiedenis van het eiland, want in de loop van de 19e eeuw werden de verhoudingen op hun kop gezet. Waar aanvankelijk de bevolking gelijkelijk uit moslims en orthodoxen bestond, vormden tegen het eind van de eeuw de orthodoxen een absolute meerderheid van vier tegen een. En steeds meer gingen zij zich als Hellenen beschouwen, burgers van Griekenland.

Let wel: dat alles vond plaats onder Ottomaans bestuur. Gedurende de 19e eeuw zagen vooral de Britten erop toe dat de Ottomaanse aanspraken op Kreta onaangetast bleven. En toen de Ottomaanse troepen het eiland verlieten, voorkwam vanaf 1898 een zelfstandig eilandbestuur onder internationaal toezicht de aansluiting bij Griekenland. Een schaduwparlement van nationalisten riep in 1908 eenzijdig de enosis uit, de eenwording met Griekenland, maar deze werd pas bezegeld na de Eerste Balkanoorlog, in 1913.

Griekse pasja’s
Kreta was dan ook een buitenbeentje in de Griekse wereld. Al tijdens de eerste eeuw van Ottomaans bestuur had het eiland een snelle islamisering doorgemaakt. Ongeveer de helft van de bevolking moet in enkele generaties tijd, soms met hele dorpen tegelijk en onder aanvoering van de pope, zijn overgegaan tot de officiële Ottomaanse religie, ongetwijfeld om dezelfde mix van redenen die ook Bosniërs of Albanezen daartoe brachten.

Voor het overige bleven ze praktisch alle ”Griekse” kenmerken delen met hun buren, inclusief een eigen Kretenzer patriottisme. In de steden waren moslims in de meerderheid. Maar ook in het centrale bergland, de streken ten zuiden van de huidige hoofdstad Iraklion, woonden overwegend moslims.

Toen de nationalistische opstandelingen in 1821 alle Grieken wilden verenigen, lieten ze een speciale oproep uitgaan aan de moslims om zich bij hen aan te sluiten: „Jullie zijn echte Kretenzers en dienen vast te houden aan jullie Griekse bloed.” Maar al snel werden ze voor ”Turken” uitgemaakt en golden alleen Grieks-orthodoxen nog als ”Grieken” - benamingen die tot op de dag van vandaag beklijven.

Gaandeweg de 19e eeuw, als gevolg van nieuwe opstanden, namen moslims hun toevlucht tot de steden en velen vertrokken naar elders. Onder druk van de grote mogendheden en met name Rusland, dat zich opwierp als de kampioen van de Griekse zaak, bleef het Ottomaanse bewind concessies doen. In de tweede helft van de eeuw verwierven orthodoxen dezelfde rechten als moslims en werd het eiland zelfs bestuurd door Griekse (orthodoxe) pasja’s.

Gastarbeiders
Er moet iets haperen in de voorstelling van zaken die reisgidsen en musea de bezoeker voorspiegelen. Want daarin heet het steevast dat de Kretenzers dapper vochten tegen de Ottomaanse bezetter, die alle opstanden bloedig neersloeg en de Kretenzer bevolking onderdrukte.

Maar het nettoresultaat was anders. De 19e eeuw liet een drastische verschuiving in de verhoudingen zien ten voordele van de Grieks-orthodoxe Kretenzers. In één zin samengevat kan de moderne geschiedenis van Kreta worden beschreven als die van een snelle islamisering in de 18e eeuw, een nationalistische reactie in de 19e eeuw die de orthodoxen in de meerderheidspositie bracht, en een 20e eeuw waarin de geschiedenis systematisch werd herschreven en de sporen van het andere verleden werden uitgewist.

Dat laatste is goed zichtbaar in het Historisch Museum, gevestigd in een fraai Venetiaans herenhuis aan de baai van Iraklion. Daar telt alleen het verhaal van de Grieks-orthodoxe Kretenzers. In de tentoonstelling en in publicaties komen de Kretenzer moslims hooguit voor als ”Turken” die als vanzelfsprekend zijn verdwenen en dus geen aandacht behoeven. In 1923, nadat de Griekse invasie van Turkije op een catastrofe is uitgelopen, komen beide landen een massale bevolkingsuitwisseling overeen. Alle moslims worden uitgewezen naar Turkije en alle orthodoxen naar Griekenland. En zo verlaten ook de laatste Kretenzer moslims, enkele tienduizenden, het eiland. In Turkije worden ze vooral gehuisvest in plaatsen waaruit Grieks-orthodoxen zijn verdreven. Vaak zetten ze hun wijnbouw en scheepsbouw voort, beroepen die zijzelf op Kreta uitoefenden en die na de verdrijving van de christenen in Turkije teloor dreigden te gaan.

De ironie van de geschiedenis wil dat veel Kretenzer moslims sindsdien hardnekkig zijn blijven vasthouden aan hun ”Griekse” cultuur. In Turkije, maar ook in landen als Syrië en Libanon, leven nog hele gemeenschappen die het Kreta-Grieks en de herinnering aan hun verloren vaderland zijn blijven koesteren.

In recente jaren is in Griekenland belangstelling ontstaan voor deze vergeten ”Grieken” - nu het minder hun religie en meer hun taal is, die telt. Praktisch gevolg daarvan is dat ze aanspraak maken op een Grieks visum. Op Kreta zijn ze weer waargenomen en sommigen hebben zich er zelfs gevestigd als gastarbeiders.

Schedel
In het oude centrum van Iraklion, schuin achter de statige Venetiaanse Loggia, aan een vredig pleintje met platanen, staat de Tituskerk. Vanbinnen is het gebouw rijkelijk versierd met goud en iconen. In een linkerzijkapel wordt in een gouden relikwieënkastje, onder een glazen stolp, een schedel getoond die van Titus zou zijn. De rechterhand van de apostel Paulus staat op het eiland te boek als de eerste bisschop en de stichter van de kerk van Kreta.

Van oorsprong is de kerk een middeleeuws, Byzantijnse pand, maar wat we heden ten dage te zien krijgen is eerder een moskee. Na een aardbeving werd de kerk in 1856, nadat ze al twee eeuwen als zodanig had dienstgedaan, door de Ottomanen volledig als moskee herbouwd.

In het plantsoen ernaast verraadt een fonteintje moeiteloos zijn oorsprong als sjadirvan, de rituele wasplaats. En op de vlakke koepel van de Tituskerk laat het kruis zich nog moeiteloos omdenken tot een halve maan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer