De les van Otto von Bismarck
Hoewel de vijfdaagse oorlog tussen Rusland en Georgië alweer verleden tijd is, gaat het internationale steekspel op de Kaukasus gewoon door. Dinsdag gooide Moskou extra olie op het vuur door de onafhankelijkheid van de Georgische regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië te erkennen. Dat betekent niet dat Georgië en het Westen in dit conflict vrijuit gaan.
Zonder twijfel is Rusland hoofdverantwoordelijk voor de recente gebeurtenissen op de Kaukasus. Het Kremlin heeft zich nog altijd niet verzoend met de ondergang van de Sovjet-Unie -volgens premier Vladimir Poetin de „grootste geopolitieke ramp van de eeuw”- en schuwt geen middel om te voorkomen dat de voormalige Sovjetrepublieken -anno 2008 soevereine staten- eigen wegen gaan.Vandaar dat Moskou Georgië, dat al sinds zijn onafhankelijkheid in 1991 toenadering zoekt tot het Westen, vanaf het allereerste begin heeft dwarsgezeten - niet in de laatste plaats door zich te scharen aan de zijde van het opstandige Abchazië en Zuid-Ossetië. Telkens opnieuw heeft Moskou deze regio’s gebruikt als breekijzer tegen Tbilisi. Doelbewust ook heeft Rusland deze zomer Georgië geprovoceerd om zo een aanleiding te creëren voor een inval.
Een val waar de Georgische president Michail Saakasjvili met open ogen is ingelopen. Van een staatshoofd had men een wijzer optreden mogen verwachten. Maar dat leek van de 40-jarige heethoofd te veel gevraagd. Al vanaf zijn aantreden na de Rozenrevolutie van eind 2003 ging Saakasjvili de confrontatie met Rusland niet uit de weg. Samen met zijn ministers -amper dertig jaar oud en evenals hij opgeleid in de VS- zocht de president toenadering tot de EU en de NAVO. Het herstel van het Georgische gezag over Abchazië en Zuid-Ossetië werd een ander speerpunt van zijn beleid. Dat Tbilisi met steun van Washington zijn leger fors moderniseerde, deed de verdenking rijzen dat een militaire oplossing ook tot de mogelijkheden behoorde.
Meer dan eens heeft Saakasjvili te horen gekregen dat hij zich moest matigen. Een boodschap die blijkbaar niet voldoende is overgekomen. Daartoe uitgedaagd door Moskou, besloot Saakasjvili in de nacht van 7 op 8 augustus de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinvali aan te vallen. Mogelijk rekende hij daarbij stiekem op steun van de NAVO.
Die hoop was niet helemaal uit de lucht gegrepen. In april dit jaar had Georgië immers te horen gekregen dat het op termijn lid mocht worden van de NAVO, hoewel het nog niet mocht beginnen aan de toetredingsprocedure. Een onverantwoord halfslachtig besluit van een intern verdeelde organisatie, die niet meer weet of haar bestaansrecht is gelegen in artikel 5 -wederzijdse steun in geval van een aanval op een lidstaat- of in de uitvoeren van vredesmissies. Een organisatie die als gevolg van Amerikaans drammen bovendien almaar uitdijt richting het Oosten, zonder een antwoord te hebben op de vraag of er grenzen zijn aan de uitbreiding.
Blijkbaar is het Westen vergeten dat de Eerste Wereldoorlog mede het gevolg was van een uitgebreid systeem van bondgenootschappen. Door een stommiteit op de Balkan, een moordaanslag, werd vervolgens een heel continent in het verderf gestort. Was Georgië lid geweest van de NAVO, dan zou Europa nu, als gevolg van een stommiteit van een bevriend staatshoofd, opnieuw zijn verwikkeld in een wereldoorlog.
Die wetenschap zou de NAVO eens goed tot zich moeten laten doordringen bij haar geostrategische spelletjes. Of het Westen dat nu leuk vindt of niet, of Rusland nu gelijk heeft of niet, feit is dat het momenteel weer een grootmacht is waarmee rekening moet worden gehouden. „De Balkan is mij nog niet de botten van één Pommerse grenadier waard”, heeft de Duitse realpolitiker Otto von Bismarck ooit eens gezegd. Datzelfde zou moeten gelden ten aanzien van de Kaukasus en een NAVO-soldaat.
Reageren aan scribent?
buza@refdag.nl.