Rijk moet regie voeren over snelwegpanorama
Minister Cramer van VROM heeft zogeheten snelwegpanorama’s op het oog om het vrije uitzicht op het landschap veilig te stellen. Volgens Bernt Feis moet het Rijk de regie hierover niet uit handen geven. Provincies en gemeenten bekommeren zich te weinig om een open landschap.
In de structuurvisie voor de nationale snelwegpanorama’s, die vorige week in de publiciteit kwam, staat de „belevingswaarde van de snelwegomgeving” centraal. In alle reacties in de media krijgt dit punt veel aandacht. De panorama’s zijn een goed middel tegen stress van gehaaste automobilisten.De vraag is waarom alleen aan de automobilist wordt gedacht, en niet aan de ov-reiziger. Waarom zijn alleen snelwegpanorama’s aangewezen en geen spoorlijnpanorama’s? Juist vanaf het spoor kan men rustig en ongestoord de openheid van het landschap beleven.
Wie bijvoorbeeld per trein van Utrecht richting Rotterdam of Den Haag reist, weet wat ik bedoel: tussen Utrecht en Gouda het oer-Hollandse veenweidelandschap, na Gouda slaat de verrommeling toe. Een ander prachtig spoortraject is het Groene Hartlijntje tussen Woerden en Leiden. Ook deze panorama’s staan onder druk en de minister zou hiervoor snel beleid moeten ontwikkelen.
Hoofdpunt van kritiek is echter dat de minister al bij voorbaat de regie uit handen geeft. De nota snelwegpanorama’s circuleert al een halfjaar in het bestuurlijk circuit en in die periode is het aantal panorama’s op de plankaart gereduceerd van vijftien naar negen. Uit workshops die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) organiseerde, bleek dat de gemeenten een zelfstandig planologisch regime voor de panorama’s niet wenselijk vinden. De gemeenten hebben aan het langste eind getrokken, want onder de kop ”Gelukkig geen zelfstandig planologisch regime voor snelwegpanorama’s” concludeert de VNG opgelucht dat de minister hiervan afziet, met als argument dat „hiermee stapeling van regelgeving voorkomen is.”
Maar wie gaat de nationale snelwegpanorama’s dan bewaken? Niet de minister, maar de provincies en de gemeenten, aldus de VNG. De afgelopen jaren bleek dat juist die provincies -laat staan de gemeenten- zich nauwelijks en in elk geval niet effectief hebben ingezet om de verrommeling van het landschap een halt toe te roepen. Dat bleek bijvoorbeeld begin dit jaar, toen de provincies een windmolenpark langs de A12 ten westen van Woerden wilden aanleggen; alleen persoonlijk ingrijpen van minister Cramer kon dit voorkomen.
Vrijbrief
Anders dan het Rijk staat de provincie dicht bij en daarmee ook onder druk van gemeentebestuurders. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de plannen die circuleren voor het gebied langs de A12 tussen Gouda en Woerden: de Stichting Groene Hart voert al jarenlang actie om dit gebied open te houden. De gemeenten Reeuwijk, Bodegraven en Woerden hebben diverse plannen voor bouwprojecten langs dit stuk snelweg.
Hetzelfde soort bedreigingen doet zich voor bij de andere nationale snelwegpanorama’s. De Stichting Grote Polder Groene Hart bij Zoeterwoude heeft al jarenlang de handen vol om het gebied langs de A4 (Wijk en Wouden) open te houden. En het snelwegpanorama Venen-Vecht is in nota’s van de NV Utrecht nota bene aangewezen in als „werkzone A2”, met plannen voor grootschalige bedrijventerreinen en woonlocaties.
Samenvattend: de snelwegpanorama’s zijn weliswaar op de kaart gezet, maar zij staan nog steeds onder druk en hebben een stevig planologisch regime nodig: niet van gemeenten of provincies, maar van het Rijk. En laat de nota geen vrijbrief worden om de gebieden buiten de panorama’s in snel tempo vol te bouwen, want dan is het middel erger dan de kwaal.
De auteur is directeur van de Stichting Groene Hart.