Opinie

Werkvakantie in veel opzichten een verrijking

Werkvakanties naar een derdewereldland zijn in meerdere opzichten verrijkend, betoogt Kees Moerman. Hij reageert op de column van dr. C. S. L. Janse (RD van 19 augustus), die het nut van dergelijke vakanties in twijfel trekt.

27 August 2008 13:10Gewijzigd op 14 November 2020 06:17

Het duurde even, maar uiteindelijk gebeurde toch waarvoor ik beducht was: het openlijk aan de kaak stellen van het nut van werkvakanties in direct verband met het drama dat een aantal werkstudenten in Kenia overkwam.In de rubriek Gedachtegoed formuleert dr. Janse, na een algemeen betoog over voor- en nadelen van buitenlandse reizen, de kennelijke moraal hieruit. Hij doet dat in de vorm van een retorische vraag: „En wat is het nut van dergelijke werkvakanties?” Mocht het antwoord nog niet helder zijn, dan nemen opmerkingen als: „In Kenia kunnen ze ook schilderen”, en: „Een werkvakantie staat goed op je cv” eventuele twijfels weg: een werkvakantie is overbodige, ja, onverantwoorde luxe.

Ik betreur deze negatieve benadering en wil vanuit de praktijk graag enkele nuances aanbrengen. Zeker omdat het stuk eindigt met de bedenkelijke waarschuwing: „Eventuele sponsors moeten zich dat wel realiseren.”

Ook stichting Kimon wordt de laatste jaren steeds vaker benaderd door jonge mensen die op deze wijze ”iets van de wereld willen zien”. Zonder uitzondering hebben ze de oprechte wens om kennis te nemen van zendings- en ontwikkelingswerk en daaraan een bijdrage te leveren. Vaak gaat het gepaard met een sluimerend verlangen om zich ooit dienstbaar te stellen als werker in Gods Koninkrijk.

Een stage of werkvakantie op een werkveld van een (inter)kerkelijke organisatie is dan een prachtig middel om het werk, maar ook jezelf te leren kennen. Je komt er wijzer van terug dan alle boeken, artikelen en gesprekken hierover je ooit kunnen maken. In september hopen we een veldwerker uit te zenden die op exact deze wijze haar roeping bevestigd zag - en zij is de eerste niet.

Ook om deze reden hebben we besloten om -waar het project het toelaat- elk jaar mogelijkheden te creëren. De bevindingen zijn ronduit positief, zowel vanuit de plaatselijke teams en de lokale bevolking als vanuit de deelnemers zelf.

Behalve de genoemde persoonlijke waarde gaat er ook een niet te miskennen pr uit van dergelijke ondernemingen. Een vergrote belangstelling voor en betrokkenheid bij het werk op het veld zijn de onbetaalbare resultaten. In het besef hiervan zullen (groot)ouders die als sponsor optreden niet zo snel denigrerend opmerken dat „ze in Afrika ook wel kunnen schilderen.”

Dan het kostenaspect: reken eens uit wat ze voor dat geld in Guinee-Bissau of Bangladesh kunnen doen! Ja, maar het is naïef om te denken dat dat geld daar ooit terecht zal komen. Het alternatief is een dure vakantietrip naar een tropisch strand. Ik zou wel weten waar ik mijn (klein)kinderen liever heen zag gaan… Voor de organisatie zijn er geen kosten aan verbonden. Integendeel, de jongelui zijn vaak maanden in de weer om extra geld in het laatje te brengen voor het te bezoeken project.

Risico’s

De gebeurtenissen in Kenia hebben ons allemaal weer op scherp gezet. Een werkvakantie is bepaald niet zonder risico’s! Werkvakanties eisen een goede organisatie, voorbereiding en begeleiding. Daarbij horen ook codes voor gedrag en kleding; vermijden van aanstoot en respect voor de lokale bevolking hebben zeker in een andere cultuur voorrang boven eigen wensen en inzichten. ’Onze meiden’ in Bangladesh krijgen direct na aankomst al een sari aangemeten: waardering alom en het geeft letterlijk en figuurlijk extra kleur aan het bezoek. Bovendien is zo’n aanpassing in klimatologisch opzicht meestal het beste.

Bij de voorbereiding hoort een gezamenlijke ontmoeting, die ook een instruerend karakter heeft. Bij terugkeer vindt een evaluatie plaats. Waarmee niet gezegd is dat daarmee de risico’s zijn uitgebannen. Ze zijn echter niet groter dan bij een andere buitenlandse trip. Waarschijnlijk zelfs kleiner, vanwege de relatief beschermde omgeving en de begeleiding door mensen die de cultuur ter plaatse kennen en goede contacten met de bevolking hebben.

Ten tijde van het Keniadrama zat er vanuit onze stichting een groep in Bangladesh en stond een groep voor Guinee-Bissau op het punt te vertrekken. Je voelt met de ouders mee, wanneer ze juist dan met gemengde gevoelens hun kinderen op het vliegtuig zien stappen. Dankbaar zie je ze weer terugkeren op vaderlandse bodem. Opgelucht en… verrijkt.

De auteur is directeur van stichting Kinderhulp Mondiaal (Kimon).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer