Binnenland

Debat over „euthanasie” na steekpartij

Rechters staan binnenkort voor een lastige vraag. Is het de dader van een steekpartij aan te rekenen dat het zwaargewonde slachtoffer sterft als die er veertien dagen later voor kiest een einde aan zijn leven te maken door de behandeling te laten stoppen?

Binnenlandredactie
26 August 2008 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 06:16

2 augustus 2008. Niels Kooistra en zijn vriendin lopen door Leeuwarden. Op de Havingastate komen ze een 18-jarige man tegen. Kooistra groet hem in het Fries. „Middei”, zegt Kooistra grappend. Goedemiddag betekent dat. Het woord klinkt als „midje.” De stadsgenoot denkt dat hij voor mietje wordt uitgescholden.Er ontstaat een vechtpartij. Kooistra raakt ernstig gewond door messteken. De dader wordt later die dag aangehouden. Kooistra wordt met spoed afgevoerd naar het ziekenhuis. Daar blijkt hoe ernstig de situatie is. Het slachtoffer is grotendeels verlamd. Hij kan alleen zijn hoofd nog bewegen en moet permanent worden beademd.

Op vrijdag 15 augustus wordt de medische behandeling gestopt. Niels Kooistra overlijdt. Hij wordt 28 jaar. Wie de beslissing heeft genomen om de behandeling te stoppen, is niet duidelijk. Kooistra zelf? Zijn familie?

Maandag kwam het nieuws van de levensbeëindiging naar buiten. De eerste berichten melden dat Kooistra euthanasie heeft laten plegen omdat zijn leven geen waarde meer zou hebben.

Later op de dag spreekt het openbaar ministerie dat met nadruk tegen. Nee, er was geen sprake van euthanasie, maar de beademing is stopgezet waarop Kooistra overleed. „Wij willen het geen euthanasie noemen, want verdere behandeling was nutteloos”, aldus een woordvoerder van justitie, die ook zegt dat de familie niet wil dat er van euthanasie gesproken wordt.

Strafrechtgeleerde mr. Geert-Jan Knoops stelt in De Telegraaf van dinsdag dat justitie de term euthanasie bewust mijdt omdat het openbaar ministerie anders minder zwaar kan inzetten in de zaak tegen de verdachte van de steekpartij. „Dit zou het causaal verband tussen de steekpartij en de dood omver kunnen werpen.” Met andere woorden: als Kooistra geen euthanasie pleegde, kan justitie de verdachte mogelijk vervolgen voor moord of doodslag. Als Kooistra zelf heeft beslist uit het leven te stappen, kan de 18-jarige man mogelijk alleen póging tot moord of doodslag ten laste worden gelegd.

Internet
Rechters die zich over de zaak moeten buigen, wacht een lastige -maar juridisch gezien interessante- zaak. Het openbaar ministerie spreekt van een bijzondere situatie en juridisch ingewikkelde kwestie. Is er wel of geen oorzakelijk verband tussen de steekpartij en Kooistra’s dood? Onder meer op internetsites van juristen is het debat al gaande.

Strafrechtgeleerde mr. dr. Nico Kwakman stelt in de Volkskrant van dinsdag in het algemeen dat de dader de dood van het slachtoffer kan worden toegerekend als het slachtoffer „het leven niet meer ziet zitten als gevolg van het misdrijf.”

Het is niet voor het eerst dat rechters zich over een dergelijke zaak buigen. In 1996 kwam bij de Hoge Raad een vergelijkbare zaak voor. Toen ging het om een verdachte die zijn vriendin had beschoten. Zij raakte ook grotendeels verlamd. De vriendin kon haar handen en benen niet meer gebruiken, had geen gevoel meer, was incontinent en kon niet meer zelfstandig ademhalen. Als gevolg van het letsel liep zij een longinfectie op. Deze aandoening kon behandeld worden, maar zij weigerde. Kort daarna is zij overleden. Het hof bepaalde dat de verdachte de dood kon worden toegerekend.

Ook in Utrecht speelde zo’n soort zaak. In april van dit jaar kreeg een 35-jarige inwoner van de domstad een straf van vijftien jaar cel opgelegd door de Utrechtse rechtbank voor de „moord” op een bezoeker van een Utrechts café. De man schoot op 4 november 2007 een 29-jarige plaatsgenoot neer. Het slachtoffer raakte in coma en een maand later werd -na overleg met de familie- de kunstmatige beademing gestaakt. Verdere behandeling was zinloos, aldus de artsen, vanwege onherstelbaar letsel aan een long.

De advocaat van de schutter betoogde voor de rechtbank dat zijn cliënt geen moord ten laste kon worden gelegd. De rechters vonden van wel, zij baseerden zich daarbij op de gegevens van de artsen, die stelden dat hun patiënt uiteindelijk was overleden vanwege letsel veroorzaakt door de schietpartij.

Warwinkel
Een warwinkel, noemt NPV-directeur dr. R. Seldenrijk de zaak-Kooistra. Eén ding staat voor hem vast: „De messtekerij is uitgelopen op de dood van Kooistra. De verdachte kan mijns inziens vervolgd worden voor moord.”

In de rechtszaak is volgens Seldenrijk erg bepalend of Kooistra wilsbekwaam of wilsonbekwaam was. „Niets wijst erop dat Kooistra wilsonbekwaam was. Dan heeft híj gekozen voor euthanasie óf hij heeft dat niet gedaan. Als dat laatste het geval is, heeft het ziekenhuis een probleem. Dan is sprake van doding”, zegt de voorman van de NPV, die begrijpt hoe „verschrikkelijk moeilijk deze situatie voor Kooistra is geweest vanwege de bijna totale verlamming en deze toedracht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer