Vrucht op pal staan voor gereformeerde kernpunten
Bij de start van de studieweek van de Gereformeerde Bond (GB) zocht dr. ir. J. van der Graaf maandag naar de plaats van de Gereformeerde Bond in de breedte van de Protestantse Kerk in Nederland. Drs. P. J. Vergunst vroeg zich af hoe de Bond zijn gereformeerde schatten ook voor de toekomst kan behouden.
De voormalige algemeen secretaris Van der Graaf van de Gereformeerde Bond zag in de geschiedenis van de Bond vrucht op het pal staan voor gereformeerde kernpunten. Een recent voorbeeld is de voorheen vrijzinnige gemeente Onderdendam in de provincie Groningen. „Door een gereformeerde ouderling in de kerkenraad werd ook gereformeerde predikanten gevraagd voor te gaan. De gemeente groeide van acht naar zestig leden.”Van der Graaf verzorgde maandag in Doorn de eerste lezing van de studieweek voor ongeveer dertig theologiestudenten. Hij ging in op de „leermomenten” van de honderdjarige geschiedenis van de Bond. Op andere lezingen zal het werk van de Heilige Geest naar voren komen. Behalve voor toerusting is de midweek bedoeld als versterking van de banden tussen studenten onderling en met het hoofdbestuur van de Bond.
Scherpte
Terugblikkend op de geschiedenis van de GB vroeg Vergunst, algemeen secretaris van de Bond, zich af of de Gereformeerde Bond in de postmoderne tijd niet wat van zijn scherpte heeft verloren. „Kijk naar het nieuwe liedboek, dat in 2012 af moet zijn. Zijn we blij als we bereikt hebben dat de 150 psalmen er nog in staan of zeggen we er ook wat van als zo’n 20 procent van de liederen geen gereformeerde inhoud heeft?”
Van der Graaf verduidelijkte, ds. G. Boer citerend, dat er soms niet meer te vinden dan „goudkorrels tussen het stof.” „Bij grote dogma’s dienen we echter onverbiddelijk te zijn.”
Hij doeldedaarmee op de discussie rond de verzoening, waarbij de vrijzinnige theoloog prof. dr. P. Smits aangaf dat dat zijn eer te na was. „Geef mijn portie maar aan fikkie”, zei hij op Goede Vrijdag 1959. De hervormd-gereformeerde ds. Boer gaf Smits weerwoord, en plaatste zich zo in de breedte van de kerk, hoewel die positie voor hem ook eenzaam was.
Volgens Van der Graaf stond de Bond in de geschiedenis op de barricaden voor verzoening en verkiezing, want zijn oprichtingsdoel kwam in het gedrang: opkomen voor een gereformeerde prediking binnen de Hervormde Kerk.
Daarbij noemde Van der Graaf dr. Ph. J. Hoedemaker, die zich ruim honderd jaar geleden intensief met kerk en Evangelie heeft beziggehouden. Hoewel de Bond in zijn begintijd veel kuyperiaanse tendensen heeft gekend, aldus Van der Graaf, inspireerde Hoedemaker halverwege de twintigste eeuw de hervormd-gereformeerden steeds meer.
In navolging van hem moet de Bond niet alleen de belijdenis maar ook het verbond handhaven, vindt Van der Graaf. „„De doop verbindt mij met hele kerk”, zei ds. Boer. Kuyper scheidde zich af met de belijdenis en liet de kerk aan haar lot over. Hoedemaker kon de kerk niet verlaten en bleef op zijn post tegen het modernisme strijden”, aldus Van der Graaf.
Radicale breuk
Ds. A. J. Zoutendijk uit Utrecht zocht gisteravond naar Bijbelse grondlijnen van de persoon en het werk van de Heilige Geest. Hij voelde zich aangesproken door zowel Calvijn als door een pinkstertheoloog als Gordon Fee.
Volgens de predikant van de Jacobikerk ziet Calvijn de Geest met de Vader en de Zoon als een waarachtig en eeuwig God, Die gegeven is om mensen Christus mee te delen. Van Fee leerde hij de Geest in eschatologisch perspectief te zien. „De Heilige Geest is, als ik het zo zeggen mag, een laatkomer. Dat verzin ik niet. Dat kun je vinden in Johannes 7:39. De Geest was er nog niet omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. Hier wordt vooruitgegrepen op wat later over de parakleet gezegd wordt: Als ik niet heenga, zegt Jezus, kan de parakleet niet komen (16:7). De komst van de Geest komt na kruis en opstanding.”
Ds. Zoutendijk lichtte toe: „De heerlijkheid die christenen te wachten staat, kunnen ze zelf niet begrijpen ook al verlangen ze ernaar. Dieper kun je het ’nog niet’ niet peilen. De Heilige Geest geeft geen direct antwoord, maar neemt met de gelovige die zwakheid op Zich. God, Die de harten doorzoekt, vindt daar de Geest die zucht; die onder woorden brengt wat de gelovige niet kan verwoorden.
Tegelijkertijd is de Geest de grote Steun in het leven. Bij Mattheüs neemt de Geest het over van gelovigen. Bij Lukas is Hij de Persoon die leert wat je moet zeggen. De gelovige is niet puur een instrument, maar wordt ook ingeschakeld. De Geest als Leermeester is te vinden bij Johannes. Het verabsoluteren van je eigen ervaringen en de Heilige Geest gaan dus nooit samen.”
Theoloog als schildwacht
De voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. H. J. Lam, opende de studieweek voor studenten met een waarschuwing: „Ambitie is een van de gevaren die je bedreigen in theologenland.”
Volgens de Rijssense predikant zorgt de studie theologie voor veel nieuwe gezichtspunten. „Als predikant sta je voor de gemeente, maar je moet ook wachtlopen voor je eigen hart. Als centrum van het leven moet je zorg dragen voor je hart.”
Een theoloog kent niet alleen aanvechting, maar ook veel vreugde, aldus ds. Lam. „Het is immers „waakt en bidt.” De angst van het moeten waken en niet kunnen, lost op in de eis en de liefde van God.”