Kerk & religie

„Incest vraagt om tweesporenbeleid”

„God hoorde me niet. Mijn vader en mijn moeder kon ik niet vertrouwen. Waarom zou ik jou vertrouwen?” Met deze woorden beschreef H. van Groningen, directeur van stichting De Vluchtheuvel te Kapelle de vertrouwenscrisis waarin slachtoffers van incest terecht kunnen komen.

Van een medewerker
26 August 2008 10:31Gewijzigd op 14 November 2020 06:16

H. van Groningen sprak tijdens de Haamstedeconferentie, die maandag in Elspeet is begonnen. De conferentie trekt zo’n 135 deelnemers, voor een groot gedeelte predikanten uit de reformatorische gezindte. Van Groningen heeft in zijn werk heel wat incestslachtoffers uit godsdienstige kringen meegemaakt. Zoals de vader die zelfs voor het avondmaal zijn dochter dwong tot seksuele handelingen.Als een predikant meent dat seksueel misbruik door familieleden in zijn gemeente niet voorkomt, dan zou het wel eens kunnen zijn dat zijn gemeenteleden niet naar hem toe durven komen, aldus Van Groningen. Incestslachtoffers zijn namelijk ontzettend wantrouwend geworden en kijken eerst de kat uit de boom voor ze naar een ambtsdrager toestappen. „Ik denk dat er nog veel slachtoffers rondlopen als gevolg van verkeerde reacties van ambtsdragers.”

De hulpverlener raadt een tweesporenbeleid aan voor de begeleiding van slachtoffer en dader. Het is geen doen voor een kerkenraadslid om zowel het slachtoffer als de dader te begeleiden. Hij vraagt aandacht voor de moeder van het slachtoffer (daders zijn bijna altijd mannen en slachtoffers meestal vrouwen), die doorgaans een slechte verhouding heeft met het slachtoffer. Het standpunt van een moeder die van incest afweet, om het probleem bij de Heere te brengen en verder niets te doen, noemt hij overgeestelijk. „Ze had moeten ingrijpen en wat moeten doen, want seksueel misbruik verwoest het leven.” Hij vindt het ook niet goed van moeders die hun huwelijk willen redden door te zwijgen.

Slachtoffers krijgen vaak niet alleen psychische problemen, maar ook godsdienstige. „Kun je wel op God aan? Hij liet het gebeuren en het ging maar door”, aldus een slachtoffer. Van Groningen vindt het niet erg als slachtoffers hun boosheid jegens God uiten. „De Heere gaat mild om met mensen die boos op Hem zijn.” Hij heeft bij incestdaders zelden echte schuld, die zich uit in een gevoel van onwaarde, gezien.

Hoe houd je het vol in de prut van het leven? Van Groningen: „Jezus was altijd te vinden tussen lammen, kreupelen, zieken en bezetenen. Hij was met innerlijke ontferming over de mensen bewogen. Ziende op Hem is de taak niet alleen loodzwaar, maar ook vol zegen.”

Ds. W. van Vlastuin, hersteld hervormd predikant te Katwijk, spreekt over de engelen. Hij zegt dat er in theologenland steeds meer getwijfeld wordt aan het bestaan van echte engelen. In moderne dogmatische boeken is geen of weinig ruimte voor hen ingeruimd. Calvijn spreekt juist heel concreet over de engelen. „Zonder de beleving van de werkelijkheid van engelen kan een theoloog geen calvinistisch theoloog zijn,” aldus ds. Van Vlastuin.

Hij ziet tegelijkertijd in de maatschappij een toenemende belangstelling voor het verschijnsel. Googelen levert 2,5 miljoen hits op bij het woord engelen. De tegenwoordige engelen zijn een hulp bij de ontwikkeling van spiritualiteit en geluk en brengen mensen in contact met hun hogere zelf, zo wordt gesteld. Ds. Van Vlastuin zegt dat de tegenwoordige engelen heel anders zijn dan engelen die in de Bijbel voorkomen. De Bijbelse engelen zijn strijders van God en verheven geesten, die ontzagwekkend zijn. „Zij maken Gods majesteit concreet en tastbaar. Als engelen al zo ontzaglijk zijn, hoe groot moet dan God wel zijn!”

Ds. R. P. van Rooijen, hersteld hervormd predikant te Houten, spreekt over het leven van de Bijbelverklaarder Matthew Henry (1662-1714), die leefde in Engeland. Hij kent al jong het verborgen leven met de Heere en schrijft daarover omstreeks zijn tiende jaar. De predikant wijst op de vele uren die Henry op zijn studeerkamer doorbrengt met het bestuderen van de Bijbel en trekt de conclusie: „Laat u nooit aanpraten dat een dominee alleen maar hard werkt als hij veel bezoeken brengt in de gemeente. Belangrijker is de bestudering van Gods Woord door een verblijf in de studeerkamer.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer