Daartoe rekent Amnesty het „onwettige doden, martelen en mishandelen van gevangenen, het moedwillig vernielen van honderden huizen waarbij de bewoners vaak nog binnen zaten, het tegenhouden van ziekenwagens en het gebruiken van Palestijnen als menselijk schild.” Volgens Amnesty was hier sprake van bij acties van het Israëlische leger in Jenin en Nablus dit voorjaar. „Israël heeft het recht maatregelen te nemen om onwettig geweld tegen te gaan, maar mag daarbij de mensenrechten niet schenden.”

Israël op zijn beurt heeft zich maandag verdedigd tegen de aanklacht van Amnesty International. „Israël heeft zijn elementaire recht op zelfverdediging uitgevoerd door de terroristische infrastructuur aan te pakken”, zei een legerwoordvoerder.